programma's schrijven politiek bedrijven
85
door het politiek programma. Veelal gaat het
om een nieuw doordenken van beleidsvraag
stukken. Slechts de algemeen politieke pro
gramma-punten kunnen richting geven. Het
karakter, de signatuur van partij zullen dan
de politieke besluitvorming moeten schra
gen. De kiezer kan pas achteraf van zijn in
stemming of afkeuring laten blijken. Theore
tisch zou dit gemis ondervangen kunnen
worden door overleg met de achterban.
Hoe dit in praktijk gaat, is niet bekend. Ge
hoord de geluiden over de relatie gekozene -
kiezer, moet men daarover niet optimistisch
zijn.
Dit verschijnsel van afhankelijk bestuur is in
de beschouwde zittingsperiode scherp aan
de dag getreden bij de problematiek rond de
afsluiting van de Oosterschelde en bij de
aanleg van de vaste oeververbinding.
De besluitvorming in provinciale staten is
zonder twijfel van gewicht geweest, doch de
beslissing wordt elders genomen. Is dit de
kiezer in de programma's voorgehouden?
Met andere woorden valt hetgeen men poli
tiek voorstaat in zijn programma ook samen
met hetgeen las bestuursorgaan te beslissen
heeft? Natuurlijk moet er geen misverstand
over een bepaalde houding in een zaak, die
mede van de uitspraak van de staten afhan
kelijk is, doch een zekere relativering kan de
eerlijkheid dienen.
Mijn indruk is dat het verschijnsel van het
afhankelijk betuur toeneemt. Dat stelt de
programma-schrijvers van de politieke partij
en en degenen, die de politieke lijn uitzetten
voor grotere problemen. Het vergt ook een
krachtsinspanning voor een goed funktione-
ren van de relatie van de gekozene met de
achterban. Tenslotte brengt deze on
twikkeling ook duidelijk de verbinding tussen
provinciale en landspolitiek in beeld. Nog
steeds ontmoet je mensen die geloven dat
provinciaal bestuur iets heel anders dan rege
ringsbeleid is.
Bij het opmaken van de balans kunnen een
paar dingen vastgesteld worden:
het programma is een wezenlijk element
voor de beeldvorming van de politieke
partij;
het programma is vooral van belang in
de verkiezingsperiode; de politicus is er
minder mee bezig;
de Zeeuwse politieke partijen hebben
over het algemeen een gelijkluidende op
vatting over de grote beleidslijnen;
de verschillen liggen in de principiële uit
gangspunten en beslist minder in de poli
tieke doelstellingen;
een deel van het provinciaal befeid ligt
buiten het bereik van de programma's;
de relatie met het rijksbestuur omvat een
deel van het provinciaal beleid; dit komt
niet duidelijk in de programma's over;
de verwezenlijking van het programma
geschiedt meestal langs wegen van gelei
delijkheid;
beleidsafspraken kunnen een effectief
middel zijn om een programma dichter
bij de realisering te brengen.