jacob cats 1 577-1 977 94 AAN CATS Mijn oudste en beste vriend, die van mijn vroegste dagen Mijn zoetste troost in 't leed, mijn tederst welbehagen In kalmte en blijdschap waart! aan wien ik alles dank. Wat in mijn ouderdom, mistroostig, lijdend, krank, Mij 't leven draaglijk maakt, met Godsdienst, eer en zeden! Naast meester Bilderdijk heeft doctor Kuyper zeer lovend over vader Cats ge sproken en men zou het bijna drie calvinis tische adjectieven willen noemen. Toorn Potgieter en Busken Huet hebben de fio len van hun toorn over Cats uitgegoten. Potgieter stelt voor het eerst vragen als deze: welk deel heeft Cats genomen aan de bewegingen zijns tijds en: welk soort van nieuwsgierigheid heeft er gescholen in de gretige lezing van zijn werken gedu rende de eerste helft der achttiende eeuw? ,,AI hetgeen er onhebbelijks wezen mag in onzen landaard is weleer v/eesch gewor den in den persoon van Jacob Cats" zegt Huet in de inleiding van zijn Gidsartikel van 1863. Als weerhaken zijn blijven han gen zijn opmerkingen: godvreezende moneymaker, incarnatie van den neder- landschen daemon, laaghartige moraal, leuterlievende vroomheid, zeeuwsche pol dergast, of: het is edeler aan Ormuzd en Ahriman te gelooven dan aan den christe- lijken God van Vader Cats, of: hij heeft ons omgekneed tot een wawelend en ge niepig volk. De uitspraken zijn bekend al distantieert Huet zich later van deze wei nig christelijke gevoelens jegens Cats. De Smaele is het in de Algemene Litera tuur Geschiedenis (deel III) eens met het gezegde van Huet, dat Cats bij zijn land genoten ,,geen hoogere eerzucht gewekt heeft, dan om, met Gods naam op de lip pen en een aalmoes in de uitgestrekte hand, te sterven als millionair". Verder vermeldt De Smaele nog, dat de uitingen van Cats' zinnelijkheid niet gezond zijn: hij is een typisch geval van sexuele verdrin ging. Hij is het eens met de dichter Frans Bastiaanse:Thans lijkt het de tijd om ons in verloren ogenblikken, niet al te lang, niet al te vaak, met Cats te vermaken". En laatste zin: ,,ln Duitsland en in de Scandi navische landen is zijn invloed aanzienlijk geweest. Leven Hoewel ik de feiten uit het leven van Cats als bekend veronderstel mag ik de lezer wel een geheugensteuntje geven. Gebo ren op 10 november 1577 als zoon van Adriaen Cats en Leenken Breijde. Een so- lied burgerlijk gezin. Van zijn elfde tot zijn veertiende jaar is Jacob te Zierikzee ge weest en gaat daar op de Latijnse school, te vergelijken met het gymnasium. Dan verlaat hij Zierikzee en laat zich in 1593 te Leiden inschrijven in de literaire faculteit maar studeert in de rechten verder en vol tooit zijn studie met een promotie in de rechtswetenschappen te Orléans (1598). Cats vestigt zich als advocaat te Den Haag waar hem de derdedaagse koorts over valt. Hij zoekt verandering van lucht in Engeland waar hij Oxford en Cambridge bezoekt. Hier komt hij in aanraking met het puritanisme en het piëtisme. Het piëtisme wil het beleven van het geloof in het leven van alle dag. Cats zal hiervan steeds meer invloed ondergaan. Hij komt in 1603 als advocaat in Middelburg en gaat een huis in de Noordstraat bewonen. In de Zeeuwse hoofdstad krijgt hij een bloeien de advocatenpraktijk vooral omdat hij zich aan handelsgeschillen gaat wijden. Middelburg Het is hier de gelegenheid om enige pas sages aan Middelburg te besteden. In Wat is doch hoofsche gunst? een wasem haest verdweenen, Sij rijst ghelijck een damp, en gaet dan weder henen (uit: Proteus ofte Minnebeelden, verandert in Sinnebeelden, ed 1627)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 26