pgent-terneuzen, terneuzen-gent
71
meest interessante daar de Sasse vaart de
I vader is van het huidige kanaal van Ter-
neuzen: richting en geraamte werden door
de Sasse vaart aan het huidig zeekanaal
geschonken". De Sasse vaart werd ge
graven van Gent naar de Braakman en
daar werd een binnen- en buitensluis aan
gelegd; sluis sas, vandaar Sas van
Gent.
De aanleg van de Sasse vaart in het mid
den van de 16e eeuw was er een onder
een ongelukkig gestprnte. Behalve het
I politiek gekrakeel, waren er ook calami-
I teiten als het instorten van de buitensluis
de Zoute speye, maar de grote slag
kwam door de scheuring tussen Noord en
I Zuid: Gent werd van de zee afgesloten. Dit
werd bekrachtigt bij de Vrede van Muns-
I ter in 1648, art. 14. „Les rivières de
I i'Escaut, comme aussi les canaux de Sas,
Zwin et autres de mer y aboutissans, se-
ront tenues closes du costé des dits
I Seigneurs Etats" Ihet kanaal van Gent
naar Sas van Gent bleef gesloten/.
verwaarlozing
1 De Gentenaars hebben het kanaal ver
waarloosd in de 17e en 18e eeuw met als
gevolg dat het langzaam maar zeker
j dichtslibde. De situatie van de Braakman
veranderde eveneens door voortdurende
inpolderingen en de geul naar Sas van
Gent werd steeds onbetekender. De situa
tie zou zich pas grondig wijzigen toen
Noord en Zuid zich verenigden onder de
regering van Willem I. Het is dan ook al
snel dat men zich gaat buigen over de ver
lenging van het kanaal Gent Sas van
Gent naar Terneuzen, een plan dat om
streeks 1820 vaste vormen gaat aanne
men, nadat in 1817 aan de hoofd
ingenieurs G. van Diggelen en J.F. Noël
hiertoe opdracht was gegeven. Het door
trekken van het kanaal dwars door een
aantal polders betekende voor de afwa-
tering een ingrijpende affaire. Al geruime
tijd bood de afwatering van de gebieden
rond Axel en Sas van Gent een bedenke
lijk beeld. En in de context van het plan
van het nieuwe kanaal moet men ook het
voorstel zien van de heren L. de Pauw te
Hulst, Ph.l. Lippens te Gent en van Van
Waesberghe Boëyè, eveneens te Hulst,
als grote ingelanden in de noodlijdende
polders en als gemachtigden voor hun
mede-ingelanden in de Canisvlietpolder,
„in welkers ring de verlamde zeesluizen
gelegen zijn". Het verzoekschrift van de
heren aan de Koning van eind 1821 is
aanhaling waard: „Sire! De aanhoudende
opslijkingen van de zoogenaamde Axel-
sche en Sassche Gaten uitwaterende in
den Braeckman, en voorts in de Wester
Schelde, heeft de zeesluizen van Canis-
vliet genaamd de Pas-sluizen en de
Zwartehoeksche Sluiszedert meer dan
vijf en twintig jaren verlamd, en heden is
die opslijking tot dat top gerezen dat die
sluizen geen agterwater meer kunnen
bozen, en, dat meer dan Agt Duizen
Negenhonderd en Twaalf Bunderen, of
Twintig Duizen Gemeten Lands, zoo in de
Provincie Oostvlaanderne, als in die van
Zeeland gelegen, van alle suatie beroofd
zijn, en bloot gesteld aan jaarlijksche on
vermijdelijke overstroomingen door de
Hemelwateren, tenzij die door de Vader
lijke Zorgen, het Koninklijk gezag van
Uwe Majesteit eene nieuwe en goede sua-
>z V -/czz
ZzZzzy ~Zs-Z z zz Z-fzC
z: z',z.
/zy
SZsz, ijCyz.
f/J rSss z?3
KL
V
-c -z*/r /yy,/fz
zf- l-'Zrr sz.
Zr r -
Zy.'(6 z- t K's JzJ.
JZzzZz.
r„//.<.,z.
Z/ZZccJ
42
1-6
f
4 4 6
yy
Zo
Zz
fy
j
j
4?
A
c4Zc>ZS- Z- 4. flz /t, "jy
fi Szr zj-c c y SS-C
27ZJ
//4
S
y.
72.
A
23
SA
U
r
y
JL
J*2
S7
9
4
«v r-v v,-
rj£
■Zf Z Z.C Z' f- 6< zr /Ltzz.
r
/•r-c f-K zz
Uy
<3?
•4
-f9
K-, r ft- t-
v ii-Z-A-ys z~-c7
Ji'i-J/' jy-zs-f
~/rr-/r
/-*
si'fmi
Staat van arbeiders aan de kanaalwerken.
Rijksarchief in Zeeland)