mededelingen van het koninklijk zeeuwsch genootschap der wetenschappen Lijst van nieuwe leden, benoemd op 16 mei 1977. 1. Benthem Jutting, dr. L.S. van, Wet. Hoofd- medew. T.H. Eindhoven Rodenbachlaan 10, Eindhoven 2. Bitter-van Opstal, mevr. M.H.J., huisgenootlid Van Bourgondiëstraat 3, Goes 3. Blij, mr. R. de, Adj. secr. Kamerv. Kooph. Park de Mocheron 26, Middelburg 4. Daal, dr.J.M. van, Longarts Duinbeekseweg 27, Oostkapelle 5. Driel, L.F. van, leraar Nederlands Van Borsselenlaan 28, St. Laurens 6. Eersel, K. van, toonkunstenaar Oude Singel 22, Goes 7. Francoys, G. Soerenseweg 97, Apeldoorn 8. Gerhardt, mevr.Prof.dr. M.I., buitengew. hoogleraar R.U. Utrecht Oudwijkerlaan 21Utrecht 9- Haaf M.J. ten, landbouwer Polderweg 6, Kruiningen 10. Haperen, drs. A.M.M. van, bioloog Joh. van Reijgersbergstr. 233, Middelburg 11. Hillebrand, M.J., musicus V.d. Swalmestraat 2, Vlissingen 12. Husson, A.L.C., soc. geograaf Van Dusseldorpstraat 37, Goes 13. Klaassen, Prof. dr. L.H., hoogleraarE.U.R. JoostBanckertsplaats 133, Rotterdam 14. Kodde, R.D., architect Prelaatweg 5, Westkapelle 15. Kole, H.H., hoofd der school Roozenburglaan 129, Middelburg 16. Leenhouts, ir. J.M., mededir.Fa. Leenhouts-Lap Christiaansenstraat 25, Aardenburg 17. Leeuwen, dr. P. van, chirurg Valkreek 150, Rotterdam 3026 18. Leijnse, Prof. dr. B.hoogleraar E.U.R. Rijsdijk 23, Rhoon 19- Looff, ing. D. deTechn. Hoofdambt. Rijks waterst. Singel 159, Vlissingen 20. Munter, ing. A.C. Techn. Dienst ,,de Vitrite Fabriek" Hammerskjöldlaan 11, Middelburg 21. Muijnck, ir. D.M. de, Projectleiding Marine- bouw Kon. Mij. ,,De Schelde" Willem Klooslaan 64, Vlissingen 22. Ruiter, J. de, Direct. Delta Consult De Komme 5, Kapelle 23. Schippers, drs.J.M., Hoofdadm. T.H. Delft Ribeslaan 10, Pijnacker 24. Schoonheim, drs. P.L., Wet. medew. Prov. Bibliotheek Vlissingsestraat 10, Middelburg 25. Slager, J.A., Hoofd bijz. lagere school Amsterdamseweg 62, Ede 26. Smallegange, mr. G.W., Secr. C.B.T.B. Oude Rijksweg 113, 's-Hecr Arendskerke 27. Steketee, ing.J.J., Scheepsbouwkundige St. Eustatiuslaan 2, Vlissingen 28. Teunis, A., Alg. Hoofdredacteur Hartense weg 42, Wageningen 29. Timmerman, J.G., Dir. Timmerman Droogdok- bedrijf Kon. Julianastraat 22, Kloetinge 30. Vleugel, P.F., LeraarL.T.S. Schuttershofstraat 22, Zierikzee 31. Vogel-Wessels Boer, mevr. drs. I.H., Secr. Re dactie Commissie Encyclopedie van Zeeland Hammerskjöldlaan 41, Middelburg 32. Zaman, A., ChefDistrictsadm. PZEM Elzasstraat 18, Axel 33- Zandstra, Prof. drs. F.D., Hoogleraar E.U.R. Vijverlaan 34, Rotterdam-3016 JURIDISCHE WERKGROEP De data voor het lezingenprogramma 1977/78 zijn Woensdag 12 oktober 1977, Prof.Dr. G.P. Hoefnagels Woensdag 11 januari 1978, Prof.Mr. W.J. Slagter Vrijdag 17 Maart 1978 Prof.Mr. R. Crince le Roy Op 14 maart 1977 hield Prof.Mr. J.M. Polak een lezing voor de werkgroep over „Agrarische rechtshulp en agrarische rechtspraak" aan de hand van de volgende stellingen 1. Door de aktiviteiten van vele vaak jonge personen en organisaties alsmede door onderzoek is komen vast te staan dat de tra ditionele rechtshulp in een aantal opzich ten te kort schiet. Daarom dienen verbete ringen te worden nagestreefd. Deze moeten vooral worden gezocht in de financiering, de organisatie en de voorlichting. Het ver dient daarbij aanbeveling aansluiting te zoeken bij bestaande vormen van traditio nele rechtshulp. 2. Er valt een eigen rubriek agrarische rechts hulp te onderscheiden. Deze rechtshulp die rond de standsorganisaties is opgebouwd, voldoet op enkele punten aan wat naar mo derne inzichten van een deugdelijke rechts hulp mag worden verwacht. 3. De agrarische rechtshulp dient aangemoe digd te worden. Dit kan o.m. door daaraan meer bekendheid te geven dan zij nu ge niet, door de uitwisseling van gegevens en ervaringen en door samenwerking waar die mogelijk is. Ook kan enige bescheiden spe cialisatie geen kwaad. 4. Hoewel de noodzaak van reorganisatie van de rechterlijke macht minder klemt dan de verbetering van de rechtshulp, is het goed dat een staatscommissie zich daarover buigt. Men mag er op vertrouwen dat deze commissie niet met radicale wijzigingsvoor stellen zal komen en de grondslagen van de rechterlijke organisatie in takt zal laten. Tot die grondslagen behoren o.m., voor zover te dezen van belang: a. rechtspraak door beroepsrechters die de hoedanigheid van meester in de rechten be zitten; b. deelneming van anderen aan de recht spraak alleen wanneer de aard van de mate rie deze deelneming onvermijdelijk maakt; c. inbreng van niet-juridische deskundig heid bij voorkeur door openbare controlèer- bare rapporten liever dan door deelneming aan de rechterlijke beslissing zelf; d. een concentratie van rechtspraak in zaken die een specifieke juridische en/of niet-juridische deskundigheid vereisen en niet veelvuldig voorkomen, bij een of meer daartoe speciaal aangewezen rechterlijke colleges. 5. Er van uitgaande dat geen radicale wijzi gingsvoorstellen te verwachten zijn, mag men aannemen dat die vormen van agra rische rechtspraak die wij thans kennen, zullen worden behouden. Anderzijds zul len wel geen nieuwe vormen worden voor gesteld. Een dergelijke aanpak verdient in stemming omdat, anders dan bij de agra rische rechtshulp argumenten voor een ze kere verzelfstandiging van argrarische rechtspraak niet sterk zijn. Rekening hou dende met de onder 4 aangeduide grond slagen, kan men voor de belangrijkste ru brieken van agrarisch recht dan tot de vol gende conclusies komen a. Pacht dient bij de pachtkamers van de kantongerechten te blijven omdat die situa tie al lang bestaat en van grote bezwaren niet is gebleken. Wel dient, omdat een aantal pachtkamers te weinig te doen heeft, naar concentratie te worden gestreefd. b. Ruilverkaveling dient bij de recht banken te blijven. De specifieke deskun digheid dient van buitenaf te worden inge bracht. Zou de onteigening naar de ge rechtshoven gaan dan kan de ruilverkave ling mee gaan. c. Onteigening zou bij de vijf gerechtsho ven geconcentreerd kunnen worden. d. Wat verder een min of meer agrarisch karakter heeft, moet blijven bij de rechter tot wiens competentie het nu behoort. 6. Hoewel het agrarisch recht onvoldoende onderscheidende kenmerken bezit, komen er incidenteel zaken voor die een specifieke agrarische deskundigheid vereisen. Liever dan de gewone rechtspraak daarvoor op de kop te zetten zoeke men de verbetering in a. concentratie van de deskundigheid door de vorming van een pool b. aanbieding van vormen van arbitrage en bindend advies.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 43