EEUWS TIJDSCHRIFT
JAARGANG 26
nummer 4/5-1976
HET GROTER GEBIED ZONDER GRENZEN
mM
ontwikkelingen in de actuele kunst
Piet van Daalen
%Jp 2 mei 1969 trad de Amerikaan
James Lee Byars op in de Wide White
Space Gallery te Antwerpen en hij
deed dat op de volgende wijze:
Men moet zich voorstellen een lege ruim
te, waarvan de muren wit waren, terwijl
de vloer roze was geschilderd. Aan het
eind van de ruimte, aan de korte zijde van
het vertrek, bevond zich een deur waarin
een rond gat. Achter deze deur nam Byars
plaats, geheel in het zwart gekleed, met
een grote zwarte hoed op het hoofd.
Bij het binnenkomen moesten de bezoe
kers hun schoenen uitdoen en op kousen
voeten lopen over die rose vloer naar het
gat in die deur. Van de kunstenaar erach
ter kregen we een kleine vijfpuntige ster
van wit karton aangeboden.
Iemand ontdekte dat op dat sterretje iets
stond gedrukt; het was zó klein en zó
onduidelijk dat niemand precies wist wat:
een streep, een rij letters, een zin? Met
behulp van brillen trachtte men uit te
vinden wat hier aan de hand was. Bij het
i aanreiken van dat sterretje deelde de
i kunstenaar mee, dat hij het prettig vond
kennis te maken.
Toen de bezoekers allemaal (het waren er
30 a 40, die 's avonds tussen half 9 en
kwart voor 10 kwamen binnendruppe
len) voorzien waren van zo'n sterretje
gebeurde er verder niets. Op die rose
grond zat men in groepjes te praten over
1 totaal andere dingen en langzamerhand
maakte een zekere verveling zich meester
van de aanwezigen.
Om wat meer duidelijkheid te krijgen liep
ik nog twee keer naar dat gat in de deur
om te trachten een gesprek te beginnen
met de kunstenaar, van wie inmiddels
bekend was geworden, dat hij bezeten
was van de filosofie van Wittgenstein. Het
enige wat er gebeurde, was echter dat
hij opnieuw een sterretje aanbood, ver
gezeld van de mededeling, dat hij het
prettig vond kennis te maken.
Met een kollega uit Amsterdam besloten
we tegen tien uur op te stappen om de
laatste trein naar Holland te halen, blij dat
we een excuus hadden deze waardeloze
bijeenkomst te verlaten. Op het station in
Antwerpen liepen we te mopperen, dat
het toch eigenlijk een grof schandaal was,
dat we voor zo'n saaie avond uit Amster
dam en Middelburg hadden moeten over
komen.
De volgende dag, bij het wakker worden
gebeurde er iets wonderlijks: in die vage
toestand tussen slapen en ontwaken be
leefde ik die avond, zoals Byars dat moet
hebben bedoeld: onduidelijke mensen, in
een onduidelijke situatie, bezig met een
onduidelijke handeling. En ineens was
daar de sensatie, betrokken te zijn ge
weest in een onaards gebeuren buiten
ruimte en tijd.
Later is gebleken, dat niet iedereen deze
ervaring heeft gehad; voor mij echter staat
zij als een van de grootste emoties uit de
laatste tien jaar in de herinnering gegrift.
Deze lange inleiding is bedoeld om
duidelijk te maken waar het hier om
ging, namelijk het omkeren: de men
sen zelf moeten het kunstwerk ma
ken, en de kunstenaar draagt alleen
wat bouwstenen aan.
Nu was Byars natuurlijk niet de eerste, die
dit deed: Het bekendste voorbeeld is mis
schien wel hetSi/ent Piece" 4 min., 33
sec. van de Amerikaan John Cage uit
1952.
In een zaal met aandachtig gehoor was de
Amerikaanse pianist David Tidor gezeten
voor een vleugel, die hij gedurende 4
minuten en 33 seconden niet aanraakte,
behalve dat hij bij het begin van ieder deel
de klep sloot en aan het einde weer open
de. De deuren van de zaal stonden open,
De sterretjes van James Lee Byars.