de „arabier" en andere zaken 140 tot speelplaats van kinderen en honden en vooral de laatsten nog de meeste scha de toebrachten". Zij geven daarom het geacht college met de meeste beschei denheid in overweging de bedoelde plaats niet voor het publiek verkeer open te stel len. De bewoners M. Salberg, F. J. Sprenger, Bijlsma, J. A. Zip, J. C. M. Dhont, J. Cleuver, H. L. Wens, A. Broers, A. H. J. Peek Jzn, J. C. Frederiks, G. Plankeel, E. Mes, A. K. Dronkers, J. Er- merins, C. A. Messer, zullen hun zin ge kregen hebben, want het college stelde de raad voor de paden door gras te ver vangen. Het pleintje geeft voldoende stof tot mij meren. Op de hoek Spuistraat-Dam staat het café ,,De Zwarte Ruiter", de gevel steen laat dit niet in het onzekere. De zij gevel, zwart geteerd is van hout, en da teert uit het middeleeuws Middelburg toen de gevels voornamelijk van hout wa ren. Wanneer men nu op de rooilijn van de Dam ter plaatse let, ziet men duidelijk dat de huidige gevel van ,,De Zwarte Ruiter" een twee meter vooruit springt vanaf de houten gevel. Dit is een ontwikkeling die men bij meer huizen op de Dam aantreft. Het is duidelijk dat men vanaf 1600 voor de bestaande huizen deze naar de straat heeft verlengd en er nieuwe gevels heeft voorgezet. Op zichzelf niet zo verwonder lijk omdat ook het type gevel aan ,,mode" onderhevig was. Het spui naast de straat behoorde tot het systeem van waterbeweging in Middel burg om de havens de kaaien van water te voorzien, en die op diepten te houden. Het was, zoals de lezer bekend zal zijn een even eenvoudig als vernuftig systeem. Middelburg stond via de Arne in open verbinding met de zee. Die Arne kronkelde de stad in en werd afgedamd ter plekke waar het nu de Dam heet. Wan neer men op het Damplantsoen zit en naar de Lange Jan kijkt, zit men op de afge damde Arne, die naar het hart van de stad liep. Kijkt men naar de andere kant dan ziet men heel duidelijk de bocht van de vroegere waterloop en de huizenrij van Dam-noord volgt die bocht. Ter hoogte van de Schuitvlotstraat lag vroeger een poort. En laten wij nu eens van die vroe gere poort teruggaan aan de hand van het quohier van 1576. Maar eerst nog even over het systeem van waterbeweging. Via kaaien en grachten kwam het water in het grote bassin, het Molenwater gehe ten. Daar werd het water „opgeborgen", via het Spui kwam het in het water voor de Dam terecht. Als deze schurende wer king, veroorzaakt door het verschil tussen eb en vloed, niet voldoende was, hielp de mol, ook wel krabbelaar geheten. Dit was een vaartuig dat met een rad met stekels het slib loswoelde. Vandaar de naam Mol straat. Elke straatnaam in Middelburg heeft een betekenis. IVftZfrnrfrfh/fw Naast „De Zwarte Ruiter", met de houten zijgevel, de Spuistraat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 24