beeldende kunst in West-Vlaanderen 124 een persoonlijk werkstuk te vertalen. Het jaar daarop kwam het, onder impuls van Jozef Storme, tot de stichting van een kunstenaarsverbond met een eigen tijd schrift, stralend van jeugdige overmoed. Beiden zouden een decennium later gaan fungeren voor geheel Vlaanderen, maar de originele impuls was toen grotendeels voorbij. Die nieuwe generatie had duidelijk nood aan allerlei media ter zelfbevesti ging. Overigens kreeg zij het binnen de eigen provincie moeilijk om zich professi oneel te affirmeren. Zij ging bij voorkeur studeren aan kunstinstituten elders, te Gent, Antwerpen en Brussel, liever dan binnen de eigen veste met haar beschei den diploma-fabriekjes en haar remmend officieel programma waar directeur en leraars machteloos aan tilden. Precies dat kontakt buitengaats heeft hen niet alleen omstandiger ge schoold maar ook kritischer ingesteld en in elk geval breder geïnformeerd. Meer dan een begaafd schilder of beeldhouwer uit West-Vlaanderen heeft bij die al dan niet tijdelijke uit wijking baat gevonden. wie de retrospektieve in 1958 met enorme risiko's werd ingericht. Hoe groot waren zowel de vreugde die de leden aan dat en andere initiatieven beleefden, als de nare nasmaak van rekeningen die gevaarlijk lang onbetaald bleven. Knokke Inmiddels had ook de badstad Knokke, nu Knokke-Heist, zich aangemeld als forum voor hedendaagse kunst. Wij vinden daar de factoren terug die ook het Oostendse werkpatroon kenmerken, namelijk: de rui me onthaalmogelijkheden van een casino, de medewerking van deskundigen met nationale en zelfs internationale bindingen die de financiering, de bruikleen en de royaal uitgegeven kataloog te goede kun nen komen, het nadrukkelijk verlangen van het Gemeentebestuur om het zomer seizoen te versieren met een expositie van formaat zonder de Vlaamse aanwezigheid te veronachtzamen, en tenslotte een artis tieke voorkeur die aktuele informatie over kunst handig verzoent met de institutiona- lizering van de avant-garde. Op de ope ningsplechtigheden behoren de invitees in feestkledij te verschijnen, en worden bo venstaande argumenten dik in de verf gezet en, zoals bij de tewaterlating van een schip, kwistig met champagne over goten. Het zal niemand verwonderen dat derge lijke manifestaties vatbaar zijn voor kritiek. Daarover twee bemerkingen. Wanneer men de tentoonstellingen zowel te Oostende als te Knokke-Heist naar de behandelde thema's ontleedt, blijkt dat zij strikt genomen geen didaktisch opge bouwde geleding vertonen. Het basis concept is in zoverre homogeen dat men het houdt bij interessante alinea's uit de recente kunstgeschiedenis, nu eens veral gemenend met overzichten van het sym bolisme, het surrealisme of de pop art, dan weer specifiek bedacht als huldebe toon voor een individueel artiest zoals Salvador Dali of Paul Delvaux. Knokke- Heist heeft van laatstgenoemde nog in 1973 een indrukwekkende retrospectieve gebracht, waarbij incidenten zoals in 1962 te Oostende, met verwijdering en terug plaatsen van als pornografie gewraakte Overheid/handel Binnen dezelfde tijdspanne, tussen 1950 en 1960, gaat ook de kurve van de officiële inspanningen fors omhoog. Ondergete kende is de laatste om de rechtstreekse ingreep van overheidsinstanties in de ar tistieke kreativiteit anders dan als op drachtgever voor onontbeerlijk te houden. Maar anderzijds kan vanwege de ontoe reikende infrastruktuur hun hulp tijdelijk onmisbaar zijn. Dit is nog niet hetzelfde als het optreden als sponsor van een of ander artiest, want de brave man of vrouw verwacht dan blijkbaar dat die overheid tegelijk hun eerste marchand én hun eerste kliënt wil zijn. Maar eerst iets an ders. Vóór 1960 bleef het in West-Vlaanderen op het gebied van de moderne kunsthan del gewoon stil. Enkele galerijen zaten zo wat te paard op oud en nieuw, en per soonlijk herinneren wij ons maar éne te Brugge, galerij Unicum, die resoluut toon aangevende jongeren durfde promoveren. Toen zulk beleid op de duur niet haalbaar bleek en het onder Brugges Halletoren op nieuw erg rustig dreigde te worden, is rond 1956 de groep Raaklijn zich zeer aktief gaan opstellen. Een hoogtepunt be leefde deze met Victor Servranckx, één van de vroegste Belgische abstrakten, van at' k 'V if 'i-Éé Léon Spillaert, Gele en mauve marine.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 8