van dosimetrie - via hypnose - tot psychotherapie
173
hem roem en roddel van zijn patiënten en
veel Kabale maar weinig Liebe van zijn
ambtsbroeders op. Door blaam noch faam
aangeritseld, bestudeerde Albert ijverig
Burggraeve's „Répertoire de médicine
dosimétrique" en vervolgens begon hij
zonder enige pomp and circumstance aan
het schrijven van een onhanteerbare turf
van 944 bladzijden Compendium de mé-
decine dosimétrique ou Matière Médicale,
pharmaceutique, pharmacodynamique et
cHnique".
Deze kolossus bezorgde hem op een sym
posium te Parijs door tegenstanders als
een soort Festival of Fools beschouwd
een gouden medaille, benevens het plot
seling inzicht, dat de dosimetrie een aan
fluiting van de medische wetenschap was.
Hij zag Burggraeve geenszins als een be
drieger, maar wel als een kernongezonde
lijder aan zelfbedrog. Desondanks ver
volgde Albert de scheikundelessen, on
misbaar voor een dosimetrist, die hij ont
ving van de later zeer bekende dr. Ch. van
Deventer, wijsgeer, literator en chemicus,
door zijn boezemvrienden, de „Tachti
gers", die de Bibelebonse berg van l'art-
pour-l'art" bevolkten, Chappie" ge
noemd. Destijds was hij gewoon leraar
aan de RHBS te Goes.
Wederom sloeg het toeval in Alberts leven
toe,- toen zijn dwalend oog op een aan
kondiging viel van ,,Le Somnabulisme
Dr. Adolphe Burggraeve, geestelijk vader van een
niet-levensvatbaar medisch kind, de dosimetrie.
provoqué" door Henri Beaunis, hoog
leraar in de fysiologie te Nancy. Plotseling
waren zijn interesses in Spaans, chemie,
Volapük, maagkwalen en dosimetrie
burnt-out-cases. Beginnend met F. A.
Mesmer als apperceptie-houvast, rende
hij als een apocalyptische ruiter op de
nauwelijks betreden „Terre des Hommes"
van het zieleleven. Deze grond de man
die zijn enthousiasme niet de baas kon,
onderscheidde dit niet ogenblikkelijk
was verkaveld in percelen voor kwakzal
vers, bij- en goedgelovigen, fantasten,
pseudo-geleerden en gedegen weten
schappelijke onderzoekers. Hoewel hij
geen ,,Trumpet-of-the-Lord" was, geen
enkele poging deed om „room at the top"
te verkrijgen in het rijk der hemelen (indien
hij hier al aan geloofde), viel hij in de parti
culiere gratie van de Goese predikant ds.
D. du Pree, wiens zieke vrouw hij in een
wohltemperierte toestand had kunnen
brengen. Een collega predik-mijnheer ter
stede, ds. D. F. M. Huet nodigde Albert
uit voor een spiritistische séance, waaraan
hij zich beleefdheidshalve niet kon ont
trekken, maar welker psychokakie, eindi
gend met een smeekbede om Gods ge
nade voor de arme zondaar-overledene,
die het op het moment-suprême bij het
medium liet afweten. Sindsdien waren de
heren Huet en Van Renterghem ijle lucht
voor elkaar.
Liébeault
Toen alles, wat over hypnose in boeken
stond, in Alberts hoofd was gevaren, reis
de hij naar het Mekka van deze nieuwe
wetenschap: Nancy. Behalve de reeds ge
noemde fysioloog werkten een hoogge
leerd rechtskundige dr. Jules Liégeois en
de medicus dr. A. A. Liébeault als een
inséparabel driemanschap samen.
Van Liébeaults eerste boek was slechts
één exemplaar verkocht, maar toen het
succes de pretentieloze man achtervolg
de, was zijn roem niet te stuiten. Van
Renterghem woonde een séance, geleid
door de 63-jarige dokter bij, die hij zag als
een wonderdoener in een magisch cen
trum. Anamnese was nauwelijks aan de
orde; in een kamer vol zieke, soms dood
zieke mensen ging de „heiland" rustig
van de een naar de ander. Hij praatte met
allen, legde of zette hen in slaaphouding,
manoeuvreerde wat met hun ledematen,
totdat zelfs de opvallendste frater dolo-
rosus of soror dolorosa vredig in Mor
pheus' armen gleed, tot even stomme als
geruststellende verbazing van vrienden en
magen, die, gezeten op de achtergrond,
toezagen. In zijn opgetogenheid over de
resultaten had hij Vladimir Nabokov kun
nen vóórzeggen There is something
attractive in suffering".
Thuisgekomen begon hij zijn patiënten
openhartig mee te delen; afstandelijk,
maar toch in close-harmony zoals zijn aard
was, welke vorm van genezing zij zouden
ondergaan. Het was de methode-Lié-
beault ten voeten uit: door suggestie te
weeg gebrachte slaap oftewel de thera
peutische hypnose. Met post-hypnotische
suggestie, waarbij een volkomen wakker-
gemaakte patiënt naderhand een in slaap
toestand opgegeven taak uitvoerde,
speelde hij uitzonderlijk graag, maar wel
doodvoorzichtig, omdat hij geen onnodi
ge opspraak wilde verwekken. Zonder fi
nanciële ruggesteun begon hij te Goes zijn
kliniekje van den dokter dae je bie slaepe
kost!". Een wankele fauteuil diende als
slaapmeubel, een afgedankt poppentafel-
tje van zijn overleden dochtertje als „bu
reau" voor de dokter, terwijl evenals te
Nancy op de achtergrond provisionele zit
plaatsen werden gemaakt voor begelei
dende vrienden en magen; stomverbaas
de en wat angstige back-benchers. Men
schrikke niet lezer, wie zonder sluwheidjes
leeft, werpe de eerste steen!! aanvan
kelijk dienden enige gewezen patiënten als
lokvogels. De meesten werden behandeld
„pour l'amour de Dieu" en Van Renter
ghem had met de Fiddler on the Roof
kunnen zeggen: „ik ben met Gods hulp
een arm man". Rond deze sluikreclame-
lieden lagen, knielden, stonden, hurkten
al spoedig een dozijn zieken, een levend
panopticum vormend met uitzondering
van een snurkende geluidsvorming van
hoog decibelgehalte. Voor dosimetrie en
chemie waren in dit voorgeborchte van
onbeperkte geneeskrachten plaats noch
tijd.
Wat de eerste betreft speelde Van Renter
ghem een onhandige en slechts klater-
goudeerlijke rol, toen hij een nieuw artikel
voor Burggraeves tijdschrift produceerde.
Hij gaf hierin voor, een geval van moeras
koorts volgens dosimetrische grondrege
len, maar met hypnotische methodieken
te behandelen. Hij kreeg zijn kronkelrede
nering per kerende post terug van Burg
graeve, hetgeen hij niet alleen doodnuch-
ter had kunnen voorzien, maar ook in het
Boek der Spreuken had kunnen lezen:
Een verongelijkte broeder is ontoegan
kelijker dan een sterke stad". Ch. van De-