de werkende jongere
aankondiging van de invoering van de
2-daagse partiële leerplicht voor 15-jari-
gen per 01-08'74.
Een samenwerkingsproject voor vorming
en opleiding, in eerste aanleg bedoeld
voor deze categorie, werd voorbereid,
aangevraagd en goedgekeurd. Het werd
gehuisvest in het gebouw van de streek
school te Middelburg.
Voor het cursusjaar 1975/76 werd het
project voorbereid voor een opvang voor
alle 16-jarigen, die m.i.v. dat cursusjaar 2
dagen leerplichtig zouden zijn. Ook werd
een dependance in Goes overwogen. Dit
stuitte op erg veel verzet op directie- en
lerarenniveau in de streekschool. Deze
zagen hun moeizame en tijdsintensieve
opbouw van practicumlokalen nog eens
herhaald in Goes. Zij zagen belangrijke
voordelen van het b.b.o. door decentrali
satie weer teloorgaan.
Inmiddels was de beleidsnota 'Naar het
participatie-onderwijs' verschenen.
Hierin werd doorgeborduurd op de nota
Grosheide/Roolvink en het rapport
Lievegoed.
In de Nota werd sterk de integratie tussen
vormingswerk en beroepsbeleidend on
derwijs bepleit.
Eén en ander diendete geschieden in een
strak negenjarenplan en middels een
progessief en regressief faciliteitenbeleid
(in het veld ook wel genoemd 'de-wie-
zoet-is-krijgt-lekkers-theorie'.
In hoofdstuk VI (de regionalisering) wer
den Instituten voor vorming en opleiding
en z.g. dienstencentra aangekondigd.
De I.V.E.O.'s, waarin ook het levensbe
schouwelijke aspect een rol kan spelen
m.b.t. de oprichting moeten volgens de
nota niet te groot zijn, daarze geografisch
en psychologisch dicht bij de cursist die
nen te komen. Er is plaats voor de per
soonlijke en maatschappelijke begelei
ding, beroepenoriëntatie en niet te dure
opleidingen.
In het dienstencentrum moeten komen:
- opleidingen, die gecombineerd moe
ten worden, vanwege hun specialis
tisch karakter of te duur zijn vanwege
hun outillage;
- een aantal specialisten (curriculu
montwikkeling), organisatie-ontwik
keling, beroepenkeuze, beroepenkeu-
zevoorlichting, e.d.;
- specifieke diensten, juridisch, medisch
en sociologisch;
- centrale administratie;
- centrale bibliotheek, documentatie,
mediatheek, sportaccommodatie.
De volgende factoren waren voor de
streekschool 'Zeeland' en het inmiddels
Interlevensbeschouwelijk geheten Vor
mingsinstituut in Midden- en Noord-
Zeeland aanleiding om hun Samen
werkingsproject voor vorming en oplei
ding niet te groot te laten groeien:
- de voorkeur van de gedetacheerde le
raren en vormingsleiders;
- de uitgangspunten in de beleidsnota
'Naar het participatie-onderwijs',
waarin niet de snelle afbouw- op-
bouwstrategie, maar het geleidelijk
gestimuleerde groeimodel werd ge
propageerd;
- de aangekondigde temporisering van
de uitbreiding van de leerplicht.
De rijksoverheid gaf zelf aan, dat het on
derwijs naar de deelnemer (Goes) bren
gen niet te veel mocht kosten. Een aan
vraag van plm. 40.000,- voor een oplei
ding t.b.v. verkoopster aldaar werd reso
luut afgewezen.
Op het eind van het 2e cursusjaar van het
Samenwerkingsproject gaven m.n. de le
raren uit de streekschool aan, dat de
voorgestane programmatische integratie
tussen elementen uit het vormingswerk
en het op het beroep gerichte gedeelte
van het b.b.o. nogal wat beperktheden te
zien gaf. Eén en ander werd in de loop van
het derde cursusjaar bevestigd.
Hoewel de samenwerking in het cur
susjaar 1977/1978 wordt voortgezet, is
voor andere prioriteiten en een mindere
zelfstandige structuur van het Samen
werkingsproject gekozen.
Samenwerking op provinciaal niveau
Sedert 1970 fungeert in Zeeland de door
het provinciaal bestuur ingestelde Pro
vinciale Onderwijscommissie.
Eén van de werkgroepen uit deze com
missie is de werkgroep Vervolgonderwijs
Werkende Jongeren.
Tot de leden behoren vertegenwoordi
gers van o.m. het vormingswerk voor
jeugdigen, het lager beroepsonderwijs,
de werknemers- en werkgeversorganisa
ties, het beroepsbegeleidend onderwijs.
Er zijn 2 subwerkgroepen 'partiële
leerplicht'. Eén voor Zeeuwsch-Vlaande-
ren en één voor Noord- en Midden-Zee
land. De werkgroepen zijn samengesteld
uit mensen op 'werkniveau'.
Deze werkgroep heeft een gefaseerd plan
opgesteld m.b.t. samenwerking op het
niveau van:
- voorlichting aan potentiële leerlingen;
- voorregistratie;
- registratie;
- gezamenlijk programma-aanbod;
- overleg over een spreidingsplan, als
bedoeld in de beleidsnota 'Naar het
Participatieonderwijs'.
Betrokkenen hierin zijn:
- Streekschool "Zeeland'te Middelburg;
- Samenwerkingsproject te Middelburg;
- Interlevensbeschouwelijk Vormingsin
stituut;
- Reformatorisch Vormingsinstituut;
- Zeeuwse Avondscholengemeen
schap;
- Ambachtsschool te Goes;
- De Vakschool te Goes;
- Regionaal Orgaan voor het Leerling
wezen in Zeeland;
- Levensschool/Vormingsinstituut in
Zeeuwsch-Vlaanderen;
- L.T.S. te Terneuzen;
- Chr. Technische School te Axel;
- R-K Technische School te Hulst;
- Huishoudschool 'Het Molenkwartier' te
Axel;
- Avondscholengemeenschap te Ter-
neuzen.
Nieuwe ontwikkelingen
Op dit moment zijn een groot aantal ont
wikkelingen gaande, die alle betrekking
hebben op de leeftijdscategorie van 16-
18-jarigen, waarop de in dit artikel ge
noemde instituten zich uitsluitend often
dele op richten.
Wellicht is het goed aan te geven, dat de
vormingsinstituten en levensscholen zich
vanuit de op hun van toepassing zijnde
wettelijke regels zich uitsluitend richten
op de categorie 16-18-jarigen en in de
praktijk op de 16-jarige partieel leerplich
tigen, alsmede op bijzondere groepen,
zoals deelnemers uit de sociale werk
plaatsen.
Het b.b.o./leerlingwezen richt zich op zo
wel leerplichtigen, niet meer leerplich
tigen en anderen. Plm. 14% van het leer
lingenbestand van de streekschool is
partieel leerplichtig.
Naast cursussen in het kader van de wet
op het leerlingwezen, verzorgt zij z.g.
schakelcursussen voor werklozen en cur
sussen bijzondere doeleinden. Ontwikke
lingen die meespelen m.b.t. de groepe
ring van de 16-18-jarigen zijn:
de discussie over het voortgezet tech
nisch onderwijs en de locatie daarvan;
de verbreding van het m.b.o.;
de herstructurering m.h.no./m.s.p.o.;
de vakscholen (IJmond, Hengelo);