de hogeschool zeeland
25
KOSTENOVERZICHT STUDERENDEN IN HBO EN WO
Studiesoort Categorie Totaalaantal Kosten per stu-
HBOofWO studerenden derende per jaar
HTS
HBO
21.960
8.530,-
Hotelvakschool
HBO
500
10.325-
Kunstonderwijs
HBO
6.625
14.740-
Kleuterleidsteropl.
MBO/HBO
14.195
4.180,-
Pedag. Academie
HBO
37.610
7.430,-
MO-opleiding
HBO
19.630
1.850,-
(part-time)
Nieuwe lerarenopl.
HBO
15.870
11.290,-
Godgeleerdheid
WO
2.075
17.700,-
Rechten
WO
15.383
8.600,-
Medicijnen
WO
13.322
59.200,-
Tandheelkunde
WO
2.650
43.100-
Letteren
WO
20.472
11.600-
Ekonomie
WO
10.340
10.400,-
Sociale Wetenschap.
WO
24.912
11.800,-
Elektrotechniek
WO
3.073
35.600,-
Scheik. Technologie
WO
1.025
91.900,-
Bouwkunde
WO
3.137
22.100,-
Geodesie
WO
97
95.200,-
Lucht- en ruimtetechn.
WO
440
49.900,-
Metaalkunde
WO
123
156.900,-
derne talen, geografie, geschiedenis en
enkele niet-technische natuurweten
schappelijke vakken die buiten de speci
fieke lerarenopleidingen niet of nauwe
lijks worden onderwezen.
Mede op grond van de voorgaande ar
gumenten is de regering via de HOT-nota
met voorstellen gekomen die destructuur
van het Hoger Onderwijs in de toekomst
fundamenteel zullen wijzigen. Men ba
seert zich daarbij op de volgende globale
uitgangspunten.
Het toekomstig 'Hoger Onderwijs'
nieuwe stijl dient een zeer gedifferen
tieerd en flexibel aanbod van onderwijs
programma's zowel op 'wetenschappe
lijk' als 'hoger' niveau aan te bieden.
Daartoe dient vooral de opleidingscapa
citeit in het huidige HBO te worden uitge
breid zodat aan al diegenen die wèl een
hogere doch geen wetenschappelijke
opleiding willen volgen een aantrekkelijk
alternatief voor het huidige WO wordt
geboden.
Vooruitlopend op deze langetermijn-
ontwikkeling en tevens als eerste aanzet
daartoe beoogt men in het huidige Hoger
Beroeps Onderwijs al tot een zekere
schaalvergroting te komen om hiermee
het organisatorisch en onderwijskundig
fundament te leggen voor het later op te
richten Hoger Onderwijs bouwwerk. Deze
schaalvergroting, inmiddels onder de
naam 'Clustering' al min of meer bekend
geworden, houdt in een samenwerking
tussen de nu bestaande HBO-instituten
op die punten die voor een later her
structurering van belang zijn.
Hoewel deze uitgangspunten en initiatie
ven voor sommigen aantrekkelijk per
spectieven bieden, zijn anderen minder
gelukkig met deze departementale be
leidsvoornemens. Met name in een be
langrijk ministerieel orgaan als de HBO-
raad bestaat nogal wat reserve tegenover
de geschetste plannen.
Ook vanuit het bijzonder onderwijs be
kijkt men deze ideeën met enige achter
docht, bevreesd als men is voor het mid
dels de genoemde 'clustering' in gedrang
komen van de eigen identiteit en auto
nomie.
Tenslotte zijn er onder de critici ook des
kundigen die suggesties doen om via een
andersoortige herstructurering 5) tot een
in hun ogen betere oplossing van de ook
door hen erkende problemen in het
huidige Hoger Onderwijs te komen.
Tot welk uiteindelijk resultaat deze ont
wikkelingen zullen leiden, valt nu nog niet
in details te voorspellen. Eén ontwikke
ling lijkt echter niet meer omkeerbaar,
namelijk die van de schaalvergroting in
het HBO als eerste stap naar een beter
gestructureerd en optimaler aangepast
Hoger Onderwijssysteem.
Analyse van de Zeeuwse situatie
Op dit moment zijn er in Zeeland een
zestal dagopleidingsinstituten voor Ho
ger Beroeps Onderwijs. Uit onderstaand
overzicht blijkt dat zij te zamen voor ruim
2000 studerenden onderwijs verzorgen.
Daarnaast bestaan ook nog part-time le
rarenopleidingen op HBO-niveau zowel
in Middelburg (Zeeuwse Leergangen) als
in Goes (opleidingen van het Nederlands
zgenootschap ter bevordering van het Be
roepsonderwijs), doch deze opleidingen
zullen gezien hun specifieke plaats in het
HBO, enerzijds als part-time opleiding
anderzijds als opleidingen voor onder
wijsgevenden, hier buiten beschouwing
worden gelaten.
Nader onderzoek van dit overzicht laat
onmiddellijk zien dat een aantal op
leidingsmogelijkheden op HBO-niveau in
Zeeland nog niet vertegenwoordigd is
zoals: ekonomisch-administratieve op
leidingen, full-time lerarendagopleidin-
gen en diverse opleidingen in de sociaal-
agogische sektor en in die van het kunst
onderwijs en de gezondheidszorg.
De redenen dat dit opleidingenpakket in
z'n diversiteit nog zo beperkt is zijn veler
lei, doch de voornaamste is ongetwijfeld
dat de provincie Zeeland en zeker ook de
afzonderlijke regio's daarbinnen qua in
woneraantallen sterk achterblijven bij wat
in 'Haagse kringen' wordt gezien als een
minimaal numeriek 'achterland' voor een
opleiding.
Het gevolg hiervan is o.a. dat verwacht
moet worden dat van de ca. 2500 stude
renden die rond 1980 in Zeeland een pas
sende HBO-opleiding willen volgen 35%
of ca. 700 jongelui deze opleiding in Zee
land niet kunnen vinden 6) en dus buiten
deze provincie de HBO-opleiding van hun
keuze zullen moeten zoeken.
En juist hier ligt nu een grote uitdaging
voor allen die zich hier met het Hoger
Beroeps Onderwijs bezighouden name
lijk het voeren van een zodanig beleid dat
binnen de provincie Zeeland een com
pleet spectrum van opleidingen kan wor
den gerealiseerd zodat toekomstige
HAVO-abituriënten ook hier de landelijk
gezien meest gangbare HBO-opleidingen
kunnen volgen. Het spreekt voor zich dat
dit uitsluitend bedoeld is en valt te be
grijpen als een lange-termijnperspectief
en ook geen haalbare zaak zou zijn op
korte termijn. Wie ook maar enigszins op
de hoogte is van de moeite en tijdsinves
teringen die nodig zijn om het bestaande
opleidingenpakket met nog maar één