de loskade te middelburg
63
ding en zijn de omstandigheden er hier
thans nog niet naar, dat het bouwen
mogelijk is op duurderen grond. Eene ver
meerdering van bevolking is toch zeker
een grooter belang voor de ingezetenen,
dan eenig meer geld in de stads-kas kan
zijn".
Van Dunné komt nog eens op de zaak
terug en haalt als voorbeeld Breda aan,
waar men is begonnen met grond aan de
Stationsweg te verkopen voor de geringe
prijs van f 3 f 4 en waarvoor men later
f 12 tot f 15 heeft bedongen. Zonder
meer wordt het voorstel van burgemees
ter en wethouders aangenomen voor een
som van f 4,75 per centiare voor de
bouwgrond en f 1 per centiare voor grond
die buiten de woningen zal liggen.
Plantsoen
Op 17 september 1890 komt er nogmaals
een adres binnen van J. A. Frederiks, die
andermaal de vrijheid neemt de raad der
gemeente te verzoeken hem of aan door
hem aan burgemeester en wethouders
aan te wijzen personen of zedelijk lichaam
het nodige bouwterrein aan de Loskade te
verkopen voor het bouwen van drie wo
ningen. Het adres wordt aangehouden. In
ieder geval kan worden gesteld dat Frede
riks de toekomst van de Loskade met
optimisme tegemoet ziet. Intussen had
den de eigenaren van de in aanbouw
zijnde woningen te weten P. J. van der
Leijé, C. S. de Vulder van Noorden-
Waghto, W. H. Snouck Hurgronje, M.
Fokker en J. E. van Citters-Ermerins een
adres aan de raad gericht om voor de
woningen een trottoir ter breedte van 3
meter te krijgen en daarvoor tot even
voorbij de bomenrij in plaats van een be
strating enig laag plantsoen aan te leggen.
Als aanbeveling voor dit verzoek werd een
aanmerkelijke besparing van kosten voor
de gemeente aangevoerd. Hiertegen komt
de Kamer van Koophandel in het geweer,
die stelt dat wanneer het verzoek wordt
ingewilligd de rijweg niet zal komen langs
het trottoir maar zal lopen langs de water
kant. Opslag van goederen zou daar dan
niet onder alle omstandigheden kunnen
plaats hebben; zoover het plantsoen zich
uitstrekt zou niet van een Loskade maar
van een soort boulevard sprake kunnen
zijn".
Het gaat toch niet aan, vervolgt men de
brief, nu het zich laat aanzien dat binnen
zeer korte tijd het gedeelte tussen de
Stationsweg en het verlengde van de
Nieuwe poort geheel bebouwd zal zijn om
nagenoeg de helft van de Loskade, zij het
ook tijdelijk, aan haar bestemming te ont
trekken. De brief wordt besloten met de
opmerking dat het belang van scheep
vaart, handel en nijverheid vordert dat de
waterzijde geheel wordt gereserveerd
voor laden, lossen en opslag, ,,dat de
kade langs het kanaal inderdaad een los
kade zij".
De vijf adressanten, die graag het plant-
Overzicht van de huizenrij aan de Loskade vanaf de Hoge Brug over de spoorlijn.
Het huis van Fokker, hoek Nieuwepoortstraat-Loskade met jaartal 1879.