de loskade te middelburg
65
en W. in de persoon van de aanvrager
genoeg grond om te verwachten, dat de
te bouwen woningen tot sieraad van de
gemeente zullen strekken. Met andere
woorden men stelt vertrouwen in Frede-
riks als architect. Wanneer Van Dunné
dan weer begint, maakt hij het te bont. Er
ontstaat gedruis, men vindt hem verve
lend gaan worden. Van Dunné: ,,Wil men
mij overstemmen, dan staat dat vrij. Maar
zoolang ik hier zit, zal ik steeds opkomen
tegen eene daad van willekeur, en als ik
dit doe, verlang ik stilte en niet te worden
gestoord. Misschien maak ik naar den zin
der vergadering te veel werk van mijne be
trekking als raadslid. En het is waar, dat ik
veel werk in de droeve omstandigheden,
waarin ik verkeer. Wil men jegens mij
onbeschoft zijn, mij beleedigen, men doe
zulks niet hier, maar buiten deze verga
dering en ik zal mijn man staan". Later
zegt Van Dunné dan nog: „We zitten hier
toch niet om eenvoudig toe te staan het
geen Frederiks vraagt? Neen we zijn hier
als 't ware aan 't onderhandelen met hem
en ik herhaal, dat het wel zoo verstandig
zijn zou om het bouwterrein bij de Los
kade te verkavelen en te trachten op de
door mij aangegeven wijze te verkoopen
't Is of men met blindheid is geslagen".
Kort en goed: zijn voorstel en amende
ment worden verworpen.
Op het besluit de grond aan Frederiks te
verkopen rustte niet direct zegen, want in
de vergadering van de gemeenteraad van
26 november 1890 wordt het een nieuw
voorstel gedaan omdat Gedeputeerde
Staten te kennen hebben gegeven op
zichzelf geen bezwaar te hebben de grond
aan Frederiks te verkopen, ,,doch dat zij
aan het dienaangaande genomen raads
besluit wegens de vorm hunne goedkeu
ring niet kunnen verleenen". B. en W.
met een ingewikkeld nieuw besluit, dat in
wezen niet van het vorige verschilt. Van
Dunné kan blijkbaar de vergadering niet
bijwonen maar hij heeft een brief geschre
ven onder het volgende hoogdravende
motto: ,,Wir ergreifen keine Idee, sondern
die Idee ergreift uns, und knechtet uns,
uns peitscht uns in die Arena hinein, dasz
wir wie zerzwungene Gladiatoren für sie
kampfen; so ist es mit jedem echten
Apostolat". Het voorstel van B. en W.
wordt aangenomen. In de vergadering
van 25 februari 1891 wordt medegedeeld
,,dat J. A. Frederiks zich voor 1 Februari
iU. '^oorwfu
De situatie van Loskade en omgeving 1890-1 900.