Hnbefannte 9ZafurMffe tafeltje, dans je? 122 voor de psycho-analyse in ons land. Toen Albert Willem's artikelen in de zomer van 1914 in ,,De Gids" verschenen, was hij met zijn Heleentje in de stad van ,,Wein, Weib und Gesang", waar hun zoon Albert woonde. In de broeilucht van een gewapend conflict, dat tot een we reldoorlog zou uitdijen, bezocht hij Sig- mund Freud, wiens ,,Einführung in die Psychoanalyse" hij in het Nederlands wilde vertalen. Hij ontving in Wenen een stapel fanmail naar aanleiding van zijn artikelen. De merkwaardigste brief, die hij heeft vermeld, kwam van Marcellus Emants, aristocratisch individualist, en psychologisch, maar pessimistisch realist, die voor zijn eigen tombe het grafschrift componeerde:Beklaag nooit de verloste uit de krankzinnigheid die leven heet". Kennelijk was zijn brief minder bedoeld om Van Renterghem te complimenteren met zijn verhandeling over de onofficiële geneeskunde, dan om hem bijzonderhe den omtrent eigen ziel en lichaam toe te vertrouwen. De geïnteresseerde lezer, die het spiritis me verder wil bestuderen en never say never ooit zou willen uitproberen, Deu- teronomium ten spijt, moge zich, wanneer een geest bij ondervraging ten antwoord grimmelt en grauwt, troosten met de woorden van Oscar Wilde: Madam, questions are never indiscrete, answers sometimes are". Pollftanbigee ^ufhcbcn cine? Siidie?. ïïod* riiirs lllputriitpf'ciparnphir. Den Haag, 8 Juli 1914, Parkstraat 38. Den Heer Dr. A. W. van Renterghem te Amster dam, Geachte Heer, Met groote belangstelling heb ik in ,,De Gids" uw opstellen gelezen over de vrije uitoefening der geneeskunde. Aangenaam vooral was 't mij ein delijk in ons land eens een geneesheer van naam te vinden, die niet botweg alle spiritistische verschijn selen als bedrog op zij zette. Zelf ben ik van de geestenhypothese allesbehalve overtuigd, al moet ik bekennen, dat ik voor menig verschijnsel geen andere verklaring kan vinden. Met telepatie kan veel worden verklaard (al is telepatie dan ook zelf nog onverklaard), maar de telepatie zoo ver uit te strekken, dat ze alle verschijnselen beheersen kan is m.i. op zich zelf al een stap doen tot de gees- tenhypotese, daar we dan te doen krijgen met me dedelingen telepaties van geesten verkregen. Welk laatste feit blijkt uit de omstandigheid, dat levenden niet op de hoogte waren en dus de mededelingen onmogelijk konden doen. Daar staat echter tegen over, dat geesten indien ze bestaan zeer moeilik hun identiteit zullen kunnen bewijzen zo lang wij alle verschijnselen, waardoor zij zich mani festeren als telepatie op de rekening stellen van levenden. Niet daarover echter wilde ik in hoofd zaak u schrijven. Ik wilde u een vraag doen. Mijn overleden vrouw is een jaar lang behandeld door »on (£amille ^ïammarion ^ireftor ber Gfernttarfe ju Suoifp^ariê 9?ctt ad)fje(;n 9lbbilbungett im ttitb jc^n ^afeln Gtuttgarf 03crlag bott 3uliu£ Hoffmann een magnetiseur. Veel vertrouwen had ik in dat magnetiseren niet en haar wegkwijnen, waartegen het magnetiseren machteloos bleek, heeft mij ook geen vertrouwen kunnen geven. Maar ik liet ook mij zelf behandelen. Sedert jaren heb ik geen ont lasting dan door een of ander middel. Doorgaans neem ik vaseline. Gedurende de drie weken, dat ik gemagnetiseerd werd nam ik niets en had toch geregeld ontlasting. Misschien zegt u: suggestie en misschien heeft u gelijk, ofschoon ik in dit geval niet in den magnetiseur en zijn kunst geloofde, Maar ik nam ook de volgende proef. Ik ging met gesloten ogen en bovendien geblinddoekt op mijn buik op een sofa liggen. Achter me stonden de magnetiseur en twee van mijn vrienden. Ik verzocht hen alle drie om de beurt, maar telkens de volgorde wijzigend, de handen over mijn rug heen te be wegen, zonder mij aan te raken en ondertussen door geen enkel teken te verraden wie de bewer king verrichtte Toch heb ik zonder één vergissing telkens gezegd: nu is 't de magnetiseur of nu voel ik niets. Onder de handen van den magnetiseur voel de ik duidelik een lichte trilling mijn ruggestreng doorlopen. Hoe verklaart u dit? Gaarne had ik hierop uw antwoord, waarvoor ik u bij voorbaat dankzeg. U begrijpt, hoop ik, dat ik deze vraag uitsluitend stel om bekeerd te worden en geenszins met het doel u op de een of andere wijze onaan genaam te zijn. Hoogachtend teken ik intussen: MARC. EMANTS. 14 Juli 1914, Weenen, 11 Sieveringerstrasse. Geachte heer Emants, Daar ik mijne vacantie hier doorbreng bij mijne kinderen, was mijn partner dokter van der Chijs, zoo vriendelijk mij uw brief door te zenden. Het is steeds aangenaam van een ontwikkeld man een waardeerend woord te vernemen, als men zich de moeite heeft gegeven een onderwerp te bespreken, dat door zoo weinigen begrepen wordt. Gaarne wil ik dan ook gevolg geven aan uw ver zoek, mijn opinie te zeggen over de proefneming door u verricht met het doel voor u zelf uit te maken of een zekere kracht uitging van den z.g.n, mag netiseur. Uit hetgeen u ervaren en gelezen hebt van spiri tistische en telepatische verschijnselen en feiten weet u hoe moeilijk het is bij de verklaring van laatstgenoemde telepathie hoe raadselachtig en verwonderlijk dat phenomeen op zich zelf ook is uit te sluiten. Welnu, nog moeilijker is het om bij proeven be treffende z.g.n. dierlijk magnetische verschijnse len, de factor suggestie te elimineeren. Toen in de 80er jaren van de vorige eeuw Char cot de hypnose en de suggestie in de wetenschap invoerde, heeft deze hoogstaande geniale onder zoeker zich laten beetnemen door onbewuste sug- geestie. En dit gaf toen aanleiding tot dissidentie tusschen de geleerden, die zich beijverden deze nieuwe wetenschap tot verdere evolutie te brengen en had het ontstaan ten gevolge van twee scholen: die van Parijs (Ie grand hypnotisme et ses fameux trois états) en die van Nancy. De laatste, die de suggestie beter begreep, heeft de inaniteit van het z.g n. grand-hypnotisme bewezen en de eerste geheel en al verdrongen. Mocht u er belang in stellen hieromtrent iets naders te lezen, dan wil ik u gaarne bronnen noemen. Laat ik terugkomen op uwe proefneming. Vooraf een woord over de aanvankelijke genezing van de constipatie. Het succes bewijst reeds dadelijk, dat deze ziekte-toestand niet het gevolg was van or ganisch letsel, maar een psygogène oorsprong had, anders zou de z.g.n. magnetische behan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 10