tafeltje, dans je? 123 deling zeer stellig geen gunstig effekt hebben ge sorteerd. In uwe gedachtensfeer dan zetelde de oorzaak van de verstopping. De verwachting van geen alvus te zullen hebben op een bepaalden tijd, de vrees, dat trage alvus verder ziek zou maken, was genoeg om stoornis in die functie te brengen en te onderhouden. Over het algemeen heeft de leek onjuiste begrippen omtrent digestie en ontlasting, waardoor voedsel aan die vrees gegeven wordt. Waar een gedachte ziek maakt, dus optreedt als een kracht, kan een tegenovergestelde gedachte gezond maken. In casu weten wij, dat er honderden z.g.n. huismiddelen zijn om constipatie op te heffen. Ze helpen zoolang men er vertrouwen in heeft. Van daar de grappige raad van een Fransch geneesheer, die het had over het nut van spécialités: ,,Servez vous du remède pendant qu'il guérit encore!" Naar mijne opvatting hebben de passes van uw magnetiseur ingewerkt op uw voorstellingsvermo gen en u 3 weken lang op tijd alvus bezorgd, en dat wel, niettegenstaande gij bewust niet in hem, noch in zijne kunst meendet te gelooven. Over wat in uwe sub-conscientie omgaat hebt u geen zeggen. U bent na drie weken met de kuur geëindigd, m.a.w. het succes bleek op het eind niet persistent, de twijfel kwam bij u op en strooide roet in het eten. En nu komt de proefneming. De z.g.n. mag netiseur is zeer waarschijnlijk voor zich zelf over tuigd van zijn kracht en verdedigt zijne overtuiging. U meent aan alle voorwaarden geëischt voor een ernstige proef te hebben voldaan. Op den buik liggen, de oogen gesloten! Goed zoo, maar de zintuigen van het gehoor, van het gevoel, van de reuk zijn niet uitgeschakeld. Er wordt gefluisterd, de tred van den proefpersoon, zijne ademhaling, zijn uitwaseming, de manier van passes doen, zijn evenveel aanduidingen voor u met uw scherp waarnemingsvermogen, dat op den uitkijk staat om georiënteerd te worden. Aldus merkt u op, wan neer de magnétiseur de passes verricht en wanneer uwe vrienden die taak waarnemen en dan voegt uwe imaginatie er de lichte trilling in de ruggestreng bij. want ook die sensatie is louter fantasie. Bij de vele duizenden personen, die ik z.g.n. gemagneti seerd heb, heeft ieder van hen op zijn of haar wijze met den gevoelszin gereageerd op mijne bewer king: koud, warm, zwaar, licht, jeuken, prikkelen, branden, trillen, etc. Ik hoop met dit weinige voldaan te hebben aan uw verlangen. Wilt mij gelooven met verschuldigde hoogach ting. Uw dw. dr. Dr. VAN RENTERGHEM. 1 H. P. Abrahams: De pers in Zeeland. Beschrij ving van in Zeeland uitgegeven dag- en week bladen en periodieke geschriften van 1758 tot ultimo december 1900. 's-Gravenhage, 1912, blz. 208 vlg. 2 F. van Eeden: Studies, vierde reeks. Amster dam 1904, blz. 5-28. 3 F. van Eeden: Langs den weg. Verspreide op stellen. Roermond 1925, blz. 58-61; Dr. A. W. van Renterghem. Juni 1845-1915. 4 C. Flammarion: La mort et son mystère. Paris, 3 dl., 1920-1922. 5 Th. Flournoy: Des Indes la planète Mars. Paris 1900. 6 idem: Esprits et Mediums. Genève 1911. 7 S. Freud: Inleiding tot de studie der psycho analyse (vertaald door dr. W. A. van Renter ghem). Amsterdam 1919. 8 G. Knuvelder: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde IV. 's-Hertogen- bosch 1953. Marcellus Emants, blz. 33-38. 9 A. W. van Renterghem: The rehabilitation of the Familyphysician, read before the Psycho- Medical Society. London 28 January 1910. 10 idem: Autobiografie van Albert Willem van Renterghem Chrs. Albts zoon. 2 delen. z.p. 1927. 11 idem: De vrije uitoefening van de geneeskunde (De Gids 1914, dl. 2, blz. 482 vlg. en dl. 3, blz. 74 vlg.) 12 S. F. W. Roorda van Eysinga: Multatuli en het spiritisme (Handschriften uitgegeven door S. F. W. Roorda van Eysinga, Emeritus-Predikant) in Publikaties over Multatuli in reprint, zp. zj. blz. 555 vlg. 13 W. H. C. Tenhaeff: Het spiritisme. 3e druk. 's-Gravenhage 1965. ï)e Bedrogen Bruidegom. Jonge luidjes hoort deez' klngt Hoe een schraalhans daaglijks zugt Om een vrouwlje met braaf geld, Want daar was hij opgesteld llij had al een vrouw versleten En was weeuw'naar moet gij weten En nu voor de tweede keer Wou hij trouwen na begeer. Hij bedacht een groote list, Want zijn geld had hij verkwist Hij vrijde met een meisje teer, Meer om het geld dan om haar eer, Het meisje dacht zij kreeg een goeijen Want hij pochte op zijn koeijen En zijn paarden en rijtuig, Hij wou haar ligten van den huig. 't Meisje was ook bij de hand» Kwam bij hare rijke galand Om zijn schatten eens te zien Die hij haar kwam aan te biên

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 11