opkomst, bloei en verval der garancine-fabrieken 1847-1875
129
sen (10). De eigenaar van de fabriek J. A.
Verplancke, die zich omstreeks 1818 van
uit Zierikzee te Gent gevestigd had, gaf er
later echter de voorkeur aan de machines
enz. aan vermelde Maatschappij te ver
kopen. Omdat Verplancke van zijn machi
nes en voor het afstaan van de medede
ling van zijn werkwijze 7 50.000,— eiste,
zag men ervan af (11).
Zierikzee, 1847
Hendrik Ochtman Johsz., apotheker en
chemist te Zierikzee, verzocht (5 novem
ber 1846) de gouverneur van Zeeland een
fabriek tot „bereiding eener verfstof uit de
Zeeuwsche meekrappen door middel van
stoom onder de naam van garancine" te
mogen oprichten. Op 11 december 1846
gaven Gedeputeerde Staten hiervoor toe
stemming. Uit een brief van Ochtman
(Zierikzee, 11 september 1847) aan de mi
nister van Binnenlandse Zaken blijkt, dat
Ochtman reeds gunstige proeven gedaan
had, vele bestellingen had en dat de fa
briek op het punt stond te beginnen. De in
de Nieuwe Bogerdstraat te Zierikzee ge
vestigde fabriek begon in 1847 (12).
In 1849 is er sprake van de firma Ochtman,
Van der Vliet en Comp., garancine-fabri-
kanten te Zierikzee. In 1850 wordt vermeld
dat de gebruikte stoommachine twee paar
molenstenen, vier stampers, een water
pomp en een „buil" aandreef (13).
Tijdens de in 1862 te Londen gehouden
internationale tentoonstelling werd aan
Ochtman, Van der Vliet en Co. te Zierik
zee voor monsters van meekrappen en de
bereidingen daarvan een zilveren medaille
verleend. In verband met de Amerikaanse
burgeroorlog lag deze garancine-fabriek in
1863 en 1864 geheel stil (14). Sedert april
1867 werd de fabriek gedreven door de
N.V. de Zierikzeesche garancine-fabriek
(30 werknemers), waarvan de statuten in
1867 op verzoek van W. A. Ochtman en
W. C. de Krane koninklijk goedgekeurd
werden (15).
Door de Frans-Duitse oorlog en in ver
band met reparaties lag de fabriek in 1870
drie maanden stil. Toch bloeide de fabriek
in dat jaar (36 werknemers) (16). In 1870
wordt de onderneming nog vermeld. Om
streeks 1875 zal de produktie opgehouden
zijn. Uit het feit dat in 1878 de N.V. de
Zierikzeesche Garancinefabriek weer werd
opgericht (17) volgt, dat er toch nog be
langstelling voor garancine geweest moet
zijn, ondanks de alizarine-kleurstoffen.
Rotterdam, 1847
De firma Pieter Ouwerkerk en Comp. be
gon in 1847 te Rotterdam een garancine-
fabriek (18). Na één jaar te hebben stil
gelegen werd de produktie in het begin
van 1850 hervat, de fabriek bestond nog in
1852 (19).
Sedert 1860 bezat de firma Robert Twiss
en Zonen, te Rotterdam een garancine-
fabriek (20); in 1873 bestond deze fabriek
nog (21).
Sedert 1850 bestond te Rotterdam nog
een tweede onderneming. Samuel Dunlop
(1808-1869) richtte in 1850 te Rotterdam
een meekrap- en garancine-fabriek
op (22), welke onderneming in 1854 in de
N.V. Rotterdamsche Garancine Fabrijk
werd omgezet (23). De garancine-fabriek
van Dunlop te Rotterdam was in 1856 één
van de grootste in haar soort in ons land.
De technische leiding berustte bij ir. A.
Trefson. Jaarlijks kon 300.000 kg vervaar
digd worden. De 25 arbeiders verdienden
7 6,— per week. De garancine werd voor
namelijk naar Duitsland, Engeland en Rus
land verkocht en vrijwel niet aan het bin
nenland (24). De fabriek, die in Kralingen
stond (25), wordt nog in 1875 vermeld.
Van 1862 tot 1873 was B. Mendel direk-
teur (26). Zie voor de naam Mendel onder
Amsterdam.
Middelburg, 1850
De kooplieden Gerard Jacob Sprenger en
Maurits Salomonson Hzn., richtten in
1850 de N.V. Middelburgsche Garancine
Fabriek op (27). De produktie begon in
een voormalige stoom-graan-, schors- en
pelmolen (28). Salomonson vertrok in
1859 naar Capelle aan de IJssel. In 1860
worden Sprenger en J. Luteyn als eige
naars vermeld (29-
De fabriek lag in 1863 geheel stil. In 1864
was zij bijna het hele jaar buiten werking.
De fabriek werd in 1865 belangrijk uitge
breid in verband met wijzigingen in de
produktie. Het aantal werknemers was 30
in 1866 (7 6,— a 7 7,— per week). De
fabriek werd in 1867 stilgelegd en in 1868
verkocht (30). Zij bestond nog in 1870.
Haarlem (Schooten), 1850
De firma Koopmans, Zocher en Comp. te
Schooten richtte in 1850 aan het Spaarn-
dammer Jaagpad een meekrapfabriek
op (31); in 1856 werkten hier tien arbei
ders (32). In 1860 werd de N.V. Noord-
hollandsche Maatschappij tot cultuur en
bereiding van meekrap te Schooten cum
annexis gesticht; J. C. de Leeuw te Zijpe
en L. C. Zocher waren in 1860 en 1869