opkomst, bloei en verval der garancine-fabrieken 1847-1875 131 Goes, 1852 In 1852 werden te Goes twee fabrieken opgericht. Charles Albert van Renterghem was stichter van één van deze fabrie ken (44). C. A. van Renterghem Co. te Goes kreeg in 1862 te Londen een eervolle ver melding voor meekrap, garancine, fleur de garancine, alizarine en colorine (45). Deze fabriek, die in 1863 door Fransen van de Putte en Comp. werd overgenomen (46), wordt nog in 1867 vermeld (47). Over de tweede in 1852 gestichte fabriek is het volgende bekend. O. Verhagen Phz. en Johannes Fransen van de Putte (1798- 1875) ontvingen in 1852 koninklijke goed keuring op de oprichting van de Maat schappij van verbeterde meekrapbereiding te Goes (48). In 1862 werd deze Maat schappij opgeheven en de fabriek door de firma Verhagen en Comp. overgeno men (49). Verhagen Co. werd in 1862 te Londen eervol vermeld voor meekrap en garancine-fabrikaten (50). Voor een af beelding van de fabriek raadplege men de Landbouwcourant van 1853. Naast de twee behandelde bestond te Goes nog een derde fabriek, die door Johannes A. A. Fransen van de Putte (1819-1889) omstreeks 1860 werd opge richt (51). Hij nam in 1863 de fabriek van Van Renterghem over. In 1868 werd deze onderneming omgezet in de N.V. de Goessche Garancine-fabriek (52). In 1870 bestonden slechts twee fabrieken te Goes. Tiel, 1852 De Tielsche Garancine en Meekrap Fa briek werd in december 1852 opge richt (53). Aan de onderneming werd in 1862 te Londen voor garancine, meekrap en daaruit bereide produkten een medaille verleend (54). Ondanks de Amerikaanse burgeroorlog werkte de fabriek in 1864 het gehele jaar met 34 werklieden. Aan lonen werd in 1864 f 14.000,— uitbetaald. De fabriek werkte ook het hele jaar 1865 (40 werknemers). In 1865 werd evenveel gefa briceerd als in 1864. In 1866 werkten 35 mensen in de fabriek (10 cent per uur). In dit jaar werd te Amsterdam een zilveren medaille behaald. In 1867 konden niet alle bestellingen uitgevoerd worden. Het aan tal werklieden bedroeg toen veertig. Te Parijs werd in 1867 een zilveren medaille toegekend. In 1868 werd aan lonen 7 21.703,46 betaald. In 1869 iets minder: f 20.285,70. In 1870 ruim f 18.000,-. In de jaren 1868 en 1869 werkte de fabriek steeds, in 1870 vrij geregeld. In 1869 is er sprake van belangrijke leveranties aan Noord-Amerika (55). In 1869 was Catharinus J. Hasselman (1818-1875) president-commissaris; A. E. F. J. de Burlett en Marie V. J. van Heusde (1829-1912) waren toen direkteuren (56). De onderneming werd in 1874 een N.V. met N. Verwey als direkteur (57). In 1878 exposeerde de N.V. nog garancine te Pa rijs (58). Oisterwijk, 1854 De gebroeders Arnold (1790-1864) en Wouter Holleman (1805-1886) richtten in 1854 te Oisterwijk een garancine-fabriek op. In 1866 werd in deze fabriek tevens alkohol vervaardigd (14 werknemers; f 4,20 per week). De onderneming wordt nog vermeld in 1870 (59). Frederik Arnold Holleman Azn. (1828- 1925) en Dr. Wouter Holleman Wzn. (1845-1872) waren eveneens garancine- fabrikanten te Oisterwijk. Arnold Frederik Holleman F.Azn. (1859-1953) was hoog leraar in de organische chemie te Gronin gen en Amsterdam. Steenbergen, 1854 T. Vermeulen en J. B. Boudier richtten in 1854 te Steenbergen een garancine-fa briek op. In 1860 werden Van Haaften, Voorbeytel en Comp. als eigenaars ver meld. In 1861 is er sprake van Voorbeytel en Comp. De onderneming lag in 1864 bijna steeds stil. Zij wordt in 1870 nog vermeld (60). In voce Sliedrecht blijkt dat Van Haaften naar Sliedrecht vertrok. Puttershoek, 1855 In 1855 en 1856 is er sprake van de garan cine-fabriek te Puttershoek van de te Rot terdam wonende heren Kerdijk en Pin- coffs (61). Zevenbergen, 1858 Klaas de Baan en Arie Heesterman(s), die reeds in 1847 eigenaars van een meestoof te Zevenbergen waren, richtten aldaar, vermoedelijk in 1858, een garancine fa briek op. In 1863 lag deze fabriek het gehele jaar stil (62). Zij wordt in 1870 niet meer vermeld. Capelle aan de IJssel, 1859 Maurits Salomonson Hzn., die van 1850 tot 1859 direkteur van de garancine-fa briek te Middelburg was, kocht op 13 april 1859 ruim acht bunder land te Capelle aan de IJssel. De garancine-produktie begon in 1859 in een op dit land staande loods. In 1862 werd een nieuwe fabriek gebouwd, die in 1869 gedeeltelijk verbrandde, maar werd herbouwd (63). Salomonson Et Co. werd eervol vermeld te Amsterdam (1866) en te Parijs (1867) (64). In 1870 had de grote garan cine-fabriek van de firma Salomonson Er Co. te Capelle aan de IJssel meer ar beiders in dienst, dan elk van de beide grote fabrieken te Rotterdam (65). De achteruitgang der garancine-fabrieken bracht met zich mee, dat Salomonson zich ging toeleggen op de vervaardiging van fosfaten (kunstmest). Vermoedelijk was dit reeds in 1876 het geval (66). De garancine-fabriek wordt het laatst in 1875 vermeld (67). Roosendaal Blijkens de inleiding bestond in 1864 te Roosendaal een garancine-fabriek. Sliedrecht, 1867 In 1867 en 1869 is er sprake van de garan cine-fabriek van J. van Haaften te Slie drecht (68). Tevoren was hij ongetwijfeld garancine-fabrikant te Steenbergen. Vlaardingen In 1870 bestond te Vlaardingen een garan cine-fabriek. Blijkens het voorafgaande werden in de periode 1847-1854 dertien garancine-fa brieken opgericht. 1847 Zierikzee Rotterdam 1850 Rotterdam Middelburg Schooten 1851 Dirksland Kattendijke Amsterdam 1852 Goes (twee) Tiel 1854 Oisterwijk Steenbergen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 19