de vesting tholen 159 linden bij de wal worden geplaatst. Later worden doornstruiken gepoot om het te gen de wallen oplopen van beesten tegen te gaan en worden onder de wallen essen- bomen geplant. In 1595 worden nog eens 325 essen, 88 wilgenpoten en 700 doorn struiken geplant. Ook na de aanleg van de nieuwe versterkingen worden bomen aan geplant. Door de inundatie van 1671 zijn alle bo men op de wallen en singels gestorven. Vijf jaar later worden opnieuw bomen aangeplant afkomstig van de hoeve van de heer van Namen in de nabijgelegen Puitpolder. Of de essen en iepen van de inundatie in 1682 hebben geleden is niet bekend. Wel stelt de stad een opperhout vester aan, terwijl de heer van Namen bomen mag blijven leveren tot de singels zijn beplant. De laatste maal dat er tengevolge van het zoute water bomen moesten worden aan geplant is na de inundatie van het eiland door de Duitsers in 1944. Een aantal bo men op hoog gelegen delen hebben het echter overleefd. Het eerste stadsplantsoen is aan het eind van de 18e eeuw aangelegde bosje met slingerpaadjes (het slingerbosje) aan de zuidzijde van de stad. De naam Bosstraat is hier van afkomstig. In 1835 wordt dit bosje opnieuw beplant naar een ontwerp van mr. A. Moens van Blois, griffier van de rechtbank in Zierikzee. Negen jaar later wordt naar de mode van die tijd een begin gemaakt met het afgraven van de wallen. Werkverschaffing tijdens de ernstige aardappelziekte, verfraaiing, meerdere houtopbrengst en minder onderhoud wa ren de argumenten om aan beide zijden van de Oudelandsepoort in 1844 de wal af te graven en te egaliseren. Naar een ont werp van P. Schippers is toen een begin gemaakt met een Zwitserse aanleg" van de wandeling met hakhout en bomen. In de volgende winter graaft men de wal verder af tot de zuidbeer. Hierna volgt het deel tussen de korenmolen en Platsluis (Molenvlietsedijk) en in 1850 wordt een stuk wal bij de Oud-Vossemeersepoort geslecht. Een groot deel van het kleine vestje tussen deze poort en de noordbeer wordt met de grond van de daar liggende wal gedempt in 1866 en in 1870 en 1888 worden de laatste delen van de wal aan de landzijde geslecht en de vest bij de Oud- Vossemeersepoort versmald. Hier legt boomkweker C. van der Putte uit Middel burg de wandeling aan. Inmiddels is in de zestiger jaren een begin gemaakt met de verkoop van grond uit de stadswandeling bij de Oudelandsepoort en Oud-Vossemeersepoort voor de bouw van hoofdzakelijk arbeiderswoningen. Men stopt hiermee in 1907 om de schoon heid van de wandeling niet verder aan te tasten. Zelfs villa's mogen hier niet meer gebouwd worden. In deze tijd zijn de Kruittorenstraat en de Bosstraat ontstaan en zijn de Oudelandsepoort en de Vosse- meersepoort bebouwd. Walmolens Na het omwaaien van de stadsmolen bij de Zuideindsepoort in 1575 bouwde men een nieuwe houten standerdmolen in de noordwestelijke hoek van de wal. Deze werd in verband met de nieuwe fortifi- catiewerken in 1604 in 1 V2 maand tijd ver plaatst naar de nabij gelegen nieuw opge worpen molenberg. De huidige stenen korenmolen ,,De Hoop", die als standerd- molen op dezelfde plaats staat, is in 1736 gebouwd. De stad verkocht deze molen evenals de getijde watermolen bij de ha ven in 1806. Dat de bomen in de wandeling goed zijn gegroeid, blijkt uit de klachten over de windvang van de molenaars van ,,De Hoop" en van de in 1848 aan de Vlasmarkt gebouwde korenmolen ,,De Verwach ting" in de tweede helft van de 19e eeuw. De fraaiheid en de geldelijke opbrengst houden de gemeente meestal tegen de bomen te kappen voordat deze de volle wasdom hebben bereikt. De molen ,,De Hoop" is toen 5,60 ver hoogd. Ook de stenen romp van de in de deriger jaren van kap en wieken ontdane molen ,,De Verwachting" staat er nog. Eertijds stond op de wal aan de noord oostzijde van de stad de gortmolen ,,De Windhond". Deze zeskante windmolen werd in 1738 gebouwd en in 1785 tot de grond toe afgebroken. Vermoedelijk stond hier reeds van 1700 af een pelmolen. Bronnen: Gemeentearchief Tholen, stadsrekeningen, resolu ties en overeenkomsten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 15