de bolwerken van goes 170 zou dateren. Dit blijkt niet juist te zijn. Volgens een notitie van de hand van No taris Pieter van Levendale was men in mei 1586 reeds begonnen met de aanleg van de beide bolwerken op het hoofd van de haven. Dit geheel volgens het plan van Van Rijswijck. Dit werk kwam niet gereed. Op 29 juni 1588 werd het werk opnieuw aanbesteed. Ook nu bleef het werk na een tijd liggen. Waarschijnlijk was het bolwerk op de westzijde van de havenmonding vrijwel klaar. Maar van het bolwerk op de andere zijde weten wij dat dit later grotendeels moest worden voltooid. Kort na de uitvaardiging van de ordon nantie door Prins Maurits werd het werk opnieuw aangevat. In deze ordonnantie werd door de prins een aanvulling van het plan Van Rijswijck voorgesteld. Hij was van mening dat de verdediging van de noord-westzijde van de stad niet sterk genoeg zou worden. Met name de 's-HeerHendrikskinderenpoort vroeg om een betere voorziening. Hij stelde dan ook voor om op deze plaats een bolwerk aan te leggen. Dit voorstel werd dan ook, zij het pas in 1594, ten uitvoer gebracht. De ten dele bewaard gebleven rekeningen van de fortificatiewerken geven ons een beeld van de voortgang van het geheel maar ook van de problemen waarmee men te kampen kreeg. Van alle kanten werden houten loopplan ken aangevoerd. Alleen al voor het grond- vervoer werden meer dan 400 kruiwagens aangeschaft. De eerste werkzaamheden namen in maart 1589 een aanvang. De courtine of loopschans aan de westzijde van de haven (het Sas) werd in 15 ver schillende delen per 8 maart aanbesteed. Van de 15 aannemers bleken bij de eerste rondgang op 1 april er 11 van het werk te zijn weggebleven. Bij een tweetal beste dingen was het grondwerk „geheel ten gronde gesoncken". Johan van Rijswijck kwam van Middelburg naar Goes om te overleggen hoe de zaak verder aan te pak ken. De opengevallen bestedingen wer den opnieuw bemand. Nu vaak met aan nemers die het werk uitsluitend wilden aannemen in een daggeldvergoeding. Dus zelf geen risico meer wilden lopen. De aanleg van de westelijke loopschans verloopt beter. Eind 1589 zijn de beide vestingwerken gereed. Begin 1590 en wel op 7 februari werden door Van Rijswijck en zijn helpers de bol werken rond de stad afgepaald. De aanleg hiervan kwam in de jaren hierna tot stand. In 1594 werd voor de 's-Heer Hendriks- kinderenpoort een groot bolwerk aange legd. De oude poort werd gesloopt en door een nieuwe vervangen. Deze kwam nu aan de westzijde van het bolwerk. In de jaren hierna zouden er steeds werkzaam heden aan de bolwerken worden verricht. Zo werden in 1597 en 1598 direct buiten de stad twee bolwerken ten oosten en westen van de ingang van wat nu de Aan loophaven heet aangelegd. Op last van de Prins werd in 1619 door de fortificatiemeester David van Orliens een rapport opgemaakt betreffende de staat van onderhoud en de eventuele wensen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 26