de stad sluis, één bolwerk
176
pagten het poortgeld ofte subsidiegeld
voor de zelve Diaconie. Dewelke alle Bor-
geren en Ingestenen alsmede Militairen
Inde stede op sondagen, dank- en Beede-
dagen hiernaar gespechieficeert Buyten
deze Stede gaande gehouwen sijn te be
talen."
Men moest om de stad uit te gaan betalen
een stuiver per persoon, kinderen tot vijf
tien jaar half geld. De laatste pacht ein
digde op 28 februari 1795 door de komst
van de Fransen. In 1792 werd de Zuid
poort verpacht voor 28,50 aan Matthijs
de Wijs.
We zetten onze tocht nu voort over de
zojuist prachtig gerestaureerde wallen die
met hulp van de provinciale overheid tot
stand kwamen. Het nu volgende bolwerk
draagt de naam Zeeland" en merkwaar
dig is dat nu tussen de stadsgracht en de
stadswal een kleinere voorwal is opge
worpen. Men kan zien dat door de ver
schillende legers en de gewijzigde opvat
ting omtrent verdedigingswerken, mede
veroorzaakt door de ontwikkeling en het
ontstaan van nieuwe wapens, de wallen
hierdoor enigszins van vorm veranderden.
Op deze wijze werd aan de wallen nog
gewerkt in 1746, 1794 en 1811, maar nooit
kwamen de wallen in hun totaliteit als één
uitgedacht systeem gereed.
De stadswallen werden bewaakt door de
burgerlijke wacht waarvoor men op ver
schillende plaatsen wachthuisjes had op
gesteld. De verdeling van de wachten
geschiedde naar kleur: ,,De Stadt is en
blijft verdeeld in drie Compagnies, te we
ten Orange, Blauwe en Witte Vaandels,
zijnde tot Stafs-Officieren, bij speciale Re
solutie, van deeze Magistraat (Burge
meester) de dato 13 January 1777, aange
steld een Luytenant-Colonel, benevens
een Capitein-Major, zijnde wijders bij
ijdere Compagnie, een Captein, een Luy-
tenant, een Vaandrich, drie Sergeanten
en zes Corporaals."
Het kwam er op neer dat men om de
negen dagen wacht moest lopen, in de
zomer vanaf 1 april tot 30 september des
avonds om tien uur en vanaf de 1e ok
tober tot 31 maart vanaf negen uur. leder
een werd gewaarschuwd in zijn wijk,
's middags om twaalf uur, met het slaan
van de trom.
De vesten dienden 's winters open gehou
den te worden.
,,Alle Borgers en Ingezetenen dienen na
voorgaande publicatie op het luyden van
de kleine Stadshuysklok, te verschijnen
voor het huis van hunne capitein, voorzien
van een goede bijl of haak, om het ijs open
te hakken in de Stads-Vesten tot dat het
ijzen volkomen verrigt is."
Maar we gaan verder en komen nu aan
het begin van het Geldeloze pad waar ook
weer een vluchtgang onder de wal zit, nu
weliswaar onzichtbaar; daarvoor ligt het
ravelijn Utrecht".
Gezicht op Sluis door Jan Peeters, 17e eeuw. Op de voorgrond de schilder zelf. (Staat/. Kunsts. Kassef).