DE VESTING THOLEN J. P. B. Zuurdeeg
De bedijking van de polder waarop Tholen
is ontstaan heeft vóór 1220 plaats gevon
den. Aan de noordkant van de Vijftien-
honderdgemetenpolder werd in 1364 de
Dalempolder bedijkt, waarin de stad na
dien is uitgebouwd. Ten oosten van de
zeedijk ontstond buitendijks de zoge
naamde buitenstad. Misschien in 1252,
met zekerheid komt de naam van de
plaats voor in 1290.
De bronnen over de fortificatie zijn de
eerste eeuwen uiterst schaars. Er is niet
veel meer bekend dan dat Jan van Blois
als heer van Tholen in 1365, tijdens een
conflict met de heer van Bergen op Zoom
het graven van de vesten deed bespoe
digen. Het volgende jaar verleende hij
Tholen een keur dat als stadsrechtprivi
lege mag worden aangemerkt.
De eerste afbeelding van de indrukwek
kend van muren en poorten voorziene
stad bevindt zich op de Scheldekaart van
1468. Deze afbeelding is vermoedelijk
echter alleen symbolisch bedoeld. Na de
grote stadsbrand van 16 mei 1452, waarbij
5/6 deel van de stad alsook de stadspoor
ten en het stadhuis verbrandden, werden
in 1460 twee stadspoorten hersteld. Onder
meer in 1476 en 1565 mag de stad tijdelijk
belasting heffen om de vervallen muren,
poorten en andere stadswerken te her
stellen. Ook de vele stormvloeden in de
16e eeuw zullen de nodige schade hebben
toegebracht.
In de tweede helft van die eeuw kwamen
er steeds meer bezwaren tegen Philips II.
De hertog van Alva verscheen in de zomer
van 1567 met 10.000 man Spaanse troe
pen in de Nederlanden om de beelden
storm te wreken. Getuige ook de militaire
plattegrond van Jacob van Deventer ge
noot Tholen als poort van Zeeland toen
Spaanse-belangstelling. De stad was de
enige passage, zowel naar Zierikzee als
Zuid-Beveland en Walcheren, om de re
bellen te bestrijden. Mondragon trok via
de stad en St.-Annaland naar St.-Philips-
De stad Tholen in 1595 naar een tekening van Guillaume Danckerts.