over het ontstaan van het oost zeeuws-vlaamse polderland nu dit Hollandveen en de daarin ontstane kreken. De totale dikte van deze afzet tingen is nogal uiteenlopend. Waar we met vlakke overstromingen te doen heb ben, varieert de dikte van 0-5 m, in de kreken daarentegen vinden we soms af zettingen van meer dan 30 m dikte. Van de Duinkerke 0- en l-afzettingen (respectievelijk 1600-1100 vóór Chr. en 500 vóór tot 200 na Chr.), zijn in Zeeuws- Vlaanderen geen afzettingen aangetrof fen. Wel echter van de Duinkerke II (300 700 na Chr.), die in de bodemkunde Oud- land genoemd worden en welke in het noordelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen voorkomen (afb.6). In deze periode werd o.a. het Zwin (Sincfal) in West Zeeuws- Vlaanderen gevormd of vergroot en ont stond, mogelijk als een brede, ondiepe kreek, de Honte met een oostelijke uit monding in de Schelde (Hontemude). Nieuwe inbraken in de kustwal en de kust vlakte deden zich voor tussen circa 900 en 100 na Chr. Afzettingen uit deze periode, Duinkerke lila, worden in de bodemkunde Middelland genoemd (af. 7). In Oost Zeeuws-Vlaanderen bestaan deze afzet tingen uit krekenstelsels met daarbij be horende kombergingsafzettingen (poel- gronden). Tijdens deze periode ontston den of verbreedden zich de Hulsterse Ha ven of Saxhaven; de Blide (verbinding van Axel met de Honte) met een aansluiting aan de Saxhaven; een brede kreek, die zich vanaf Perkpolder vernauwend voort zette tot Ter Hole, met aan de westelijke zijde de Vogelkreek en aan de oostelijke zijde de Ingewordinghe. Dit is de grondslag waarop na circa 1000 jaar na Chr., onze eerste dijken opgewor pen werden. Afzettingen die zich hierna, tengevolge van dijkdoorbraken, hebben voorgedaan worden in de bodemkunde Nieuwland genoemd, (volgens de geolo gische kaart D lllb.) 3. Mogelijke menselijke invloeden vóór de bedijkingen Hiervoren hebben we de geologische ont wikkeling van de streek geschetst tot op de huidige grondslag. We zouden nu in weze door kunnen gaan naar de ontwik- GETIJ BEWEGING BIJ BEGIN DER JAARTELLING I KROMME RELATIEVE ZEESPIEGEL-] GET IJ BEWEGING 1977 J. NA CHR (gebaseerd op getijkromme Vlissingen) STIJGING. v.ehr. v.chr. chr n.chr n.chr Afb. 8. Vergelijking hoogteligging voormalig veendek met huidig schorgebied.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 10