25 jaar herverkaveling noodgebieden
204
Zo is het begonnen, met de huidige H.I.D.
van de Landinrichting in Zeeland, ir. Lau
rens Eelkema in die wagen. We laten de
heer Geluk verder aan het woord.
Varend nog door de polders werd eigenlijk
destijds besloten tot algehele herverkave
ling; varende met minister Mansholt en ir.
Herweyer, stelde de eerste rustig vast:
„Als jullie het willen dan kan het ge
beuren." Welnu, het is gebeurd. Bij het
nuttigen van de erwtensoep in het café op
het eilandje Ouwerkerk werden de cul
tuurmaatschappijen een rol toebedacht.
Zittend en hurkend ergens op een houten
vloer werden de eerste lijnen op de kaart
gezet als ideeën over het nieuwe wegen-
en waterlopenstramien.
„Is dit het laagste punt? Zet daar dan
maar eens een stip, dan kan daar het
nieuwe gemaal komen", zo zei ir. Van
Rossum.
De taak van de dijkgraaf, oud-lid van de
Herverkavelingscommissie Zeeland, was
verder te spreken over dammen, wegen,
bruggen, sloten en gemalen. Dat deed hij
in een kort overzichtelijk en volledig be
stek, doch wij laten hier deze techniek
voor wat zij is. Er blijven de nodige vragen
heden ten dage over. Moet men de re
creanten of de schapen aan de dijken
blokkeren? Hebben de fietspaden prioriteit
voor recreatie of voor de schooljeugd?
Wat en hoe met de vraag naar ruiter
paden? Eén anecdote nog slechts. Op zeer
veel wegen zijn dikke deklagen aange
bracht. Daardoor komen de wegen echter
hoger te liggen en ontstaan gevaarlijke
randen, die weer met grond moeten wor
den aangevuld. Het is moeilijk om vol
doende aanvullingsgrond te verkrijgen.
Soms wordt afvalgrond van aardappelsor-
teerbedrijven gebruikt. Dit leidt tot aard
appelopslag in de wegbermen. Men
spreekt dan van: „dit zijn de aardappels
van de polder".
De volledige tekst van het betoog van de heer
Geluk is inmiddels gepubliceerd in ,,Water-
schapsbelangen" van 5 oktober 1978.
Mr. Loof, notaris te Tholen, evalueerde
een zienswijze uit de hoek van het nota
riaat en somde in een geestig betoog ge
titeld „Kadaster en Notariaat" een aantal
veranderingen en verbeteringen in zijn
„sector" op, aangevangen met vooral
bij de kleine eigen boeren nogal wat
weerstand en wantrouwen tegenover de
herverkaveling en haar uitvoeringsorga
nen, en een grote angst voor het onbe
kende, voor wat de gevolgen daarvan
voor henzelf zouden zijn. Deze ontwikke
ling kon tijdens voorlichting en uitvoering
geheel ten goede omgebogen worden.
Verder bleek hem dat de gebondenheid
aan de familiegrond, dus de grond die van
geslacht op geslacht in de familie was ge
weest, minder groot was dan hij altijd
gedacht had. Veel meer speelde bij de
toedeling een rol de productiviteit, de
kwaliteiten de ligging ten opzichte van de
bedrijfsgebouwen. De agrarische wereld
ging en gaat steeds meer beseffen dat
goed ondernemerschap van het grootste
belang is, en daarvoor heeft men nodig de
goede materialen. Met goede materialen
look wat betreft de grond) is het voor de
goede agrariër, die ook een goede onder
nemer is, nog steeds mogelijk in de land
bouw (en dan in de ruimste zin) een be
hoorlijke boterham te verdienen. En aan
het verschaffen van de goede mogelijk
heden ten aanzien van de grond heeft de
herverkaveling haar steentje bijgedragen.
Het bewijs dat de herverkaveling goed
heeft gewerkt blijkt zijns inziens ook wel
uit het feit dat er minder wijzigingen in het
grondgebruik en in de eigendom van de
grond komen dan voorheen. Vanzelfspre
kend spelen prijs en andere economische
Ovezande (Zuid-Beveland), situatie 1959 en 1963.
Verkaveling en graslandbestand in Blazekoppolder.