25 jaar herverkaveling noodgebieden
206
factoren een rol, doch hij meent dat de
vrees dat de herverkaveling na 25 jaar
teniet zou zijn gedaan omdat dan de men
sen door verkoop en door verdeling weer
een grote versnippering zouden hebben
tot stand gebracht, niet bewaarheid is ge
worden.
Uiteraard was ook het praatje van notaris
Loof niet alleen beschouwend hij
maakte daarbij waardevolle opmerkingen
voor opvolgend verkavelingswerk doch
ook verrijkt met technische details.
Zij, die op dit terrein enigszins thuis zijn,
noemen wij slechts het grote voordeel dat
uit de kadastrale boekhouding de bis-
nummers verdwenen zijn, die betrekking
hadden op zijkantwegen en sloten. Deze
zijkantwegen en sloten zijn vrijwel alle
eigendom geworden van provincie, water
schap of gemeente, zodat de oppervlakte
die men tegenwoordig ten name heeft bij
het kadaster vrijwel overeenkomt met de
werkelijk te gebruiken oppervlakte.
Verslaggever dezes diende de ontwik
kelingen in de gebieden na de herverkave
ling te scnetsen, wat globaal genomen
resulteerde in alinea's over schaalver
groting, opheffing van bedrijven, teeltver
schuivingen (graszaad, bloembollen, snij-
maïs, twee gewassen in één jaar), land
schap, recreatiedruk, sanering van gebou
wen (opschuivingsgevallen), prijsverho
ging landbouwgronden, omzoomd door
breekpunten als de invoering van de koel
tank in de melkveehouderij of het recente
begin van de teelt van vroege aardappelen
onder plastic (omgeving St.-Annaland).
Traditioneel landbouw bedrijven bleek niet
langer mogelijk, het uitgangspunt van het
ondernemerschap werd dominant. Het
oude adagium: beslist geen, althans nooit
onnodig schulden maken, in de praktijk
slechts ten dele toepasbaar, werd over
boord gezet. Een sterke verschuiving van
het hoofdje familieschuld naar bankschuld
heeft zich voorgedaan. De arbeidsbezet-
ting daalde opzienbarend, terwijl omge
keerd de arbeidsproductiviteit bleef stij
gen. Het vertrek uit de landbouw werd
vergroot door de zuigkracht van wel
vaartsgroei in de rest van het bedrijfs
leven. De sociale voorzieningen in loon
dienst waren beter dan die voor kleine
zelfstandigen. Thans, nu de groei uit onze
economie is staat het vertrek uit de land
bouw op een laag pitje en lijkt de belang
stelling voor groene" scholing opge
leefd.
Eigenlijk is ook de omschakeling van gras
land naar bouwland in Zeeland sterk land-
schapsbepalend geweest. In 1952 lag in
Zeeland 30.460 ha grasland, in 1964 (on
geveer einde herverkaveling) nog 22.577
ha, in 1977 slechts 16.663 ha meer. Daar
entegen daalde het aantal melkkoeien niet
meer dan 18% van 22.023 in 1952 over
19.798 in 1964 tot 18.014 nu, wat wel de
stijging van de graslandproductiviteit
mede weergeeft. In Schouwen-Duiveland
halveerde het grasland, in Tholen resteer
de 60%.
In de fruitteelt die de invloed van de con
currentie uit de EEG tegen kreeg, werd
veel gerooid. Het landschap werd meer
open. Daartegenover stond de winst aan
erf-, weg- en dijkbeplanting naar meer
der mening soms wat eenvormig wanneer
teveel populier overheerste en kwetsbaar,
waar schimmels deze boomsoort en iepen
aantastten, waar meidoorns „perevuur"
meebrachten. Goede landschapsbijdragen
zijn geleverd via de afdammingen van
Dijkwater en Pluimpot, thans deels agra
rische grond, deels natuurterreinen. Een
sta-in-dé-weg als het RTM-tracé op
Schouwen-Duiveland kon geëlimineerd
worden. De bevolkingsdruk (een stadje als
Tholen 50% in die 25 jaar) en de re
creatiedruk (tweede woningen o.a.) met
weekend- en vacantieconcentraties
(Aquadelta bij Bruinisse bijvoorbeeld) zijn
Canisvliet (oost Zeeuwsch-Vlaanderen), situatie 1963 en 1969.
Verharde weg langs de Oude Polderse dijk (scheiding tussen klei- en zandgebied).