een verwrongen heup in een buitenmodelse toga 27 Hij achtte het een staaltje van zijn herder lijke plicht om de geteisterden bij te staan, wanneer de helse trawanten het op de heupen kregen. Zodoende maakte hij voor het eerst een spiritistische séance mee. Onder de vrome dekmantel van geestelijke bijstand nestelde zich de hovaardij, uitver koren te zijn tot vertaler van boodschap pen d'outre tombe. Hij ontving evenveel brieven van adhesie als van afkeuring. Met geld en op advies van een „christe lijke vriendin" trok hij naar Stuttgart, waar Christoph Blumhardt (1842-1919) een ge meente leidde, door socialisme, piëtisme en gebedsgenezing geschraagd. Huet werd in gesprekken met Blumhardt door de geestelijke wringer gehaald en vertrok onbekeerd, hoewel de woorden „Sie werden enttauscht werden" in zijn oren bleven hangen. Tijdens zijn verblijf in het buitenland ont ketenden de christelijk gereformeerden en „rechtsen" binnen de volkskerk een hetze tegen hem en zijn medium, wier huis meermalen belegerd werd. Dertig stem gerechtigde kerkeleden dienden een klacht tegen Huet in bij de kerkeraad. Deze vroeg de classis om advies, maar weigerde ook na herhaald verzoek ajgen „consideratiën" te geven, zodat de classis niet verder kon gaan dan het uitspreken van een monitum. Omdat Piccardt en Laan hem niet afvielen en hij tijdens de kerkdiensten over zijn spiritistische erva ringen het zwijgen deed, kon hij onge stoord verder gaan met zijn séances. Het gezaghebbende blad „De Heraut" sloeg alarm, maar Huet antwoordde slagvaar dig, dat zijn theosofie tot doel had, om door God en niet door de mensen onder wezen te worden, zijn quiëtisme om de Heer in de stilte des gemoeds te vinden en zijn perfectionisme om een heilig leven te kunnen leiden. Hij wekte deernis met zijn geweeklaag, dat veel ongelukkige afgestorvenen hem treiterden, afpersten en bedrogen, maar binnen de kring van ingewijden rezen klachten over de indiscretie, waarmee hij intieme boodschappen van geesten voor Jan Publiek te grabbel gooide. Het Shakespeariaanse „Silence is my tea cher" was hem onbekend; hij was buiten zijn depressies een wandelende spraak waterval. Op reis naar een spiritistisch congres te Amsterdam in april 1890 praat te hij volgens eigen schrijven in de trein zonder ophouden over zijn spiritistische ervaringen en tijdens een reisonderbreking te Rotterdam zette hij bij vrienden zijn monoloog voort. Voor de zoveelste maal in zijn leven on derging hij een Damascuseffect, ditmaal ten huize van J. G. Smitt, „zich noemen de" predikant bij de Evangelische Ge meente in de Weteringkerk te Amster dam, die hij kende uit de tijden van de Evangelische Alliantie. Als een alter ego keerde hij terug in Goes, waar hij zijn be- keringspreek voor een bomvolle kerk hield op het thema: „De Heer is waarlijk opge staan en is van Simon gezien". De mare van zijn Saulus-Paulusperformance ver breidde zich door reformatorisch Neder land. Sceptici reciteerden: ,,Erst war der Mann ein Calvinist Danach wird er Perfectionist Jetzt ist er wieder Spiritist Wird einmal noch ein Nihilist. Tegenover de gereformeerden behield hij een hart van prikkeldraad. Hun Goese herder, ds. De Pree, die een brochure ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 27