het dialect als storend gegeven
38
ner voldoening of ter mededeling tegen
over anderen. Uitgesproken of neerge
schreven woorden hebben als zodanig
een inhoud en een vorm. Taal is het begrip
dat zowel de inhoud (de betekenis) als de
vorm (de klanken en de lettertekens) om
vat. Men spreekt zowel van taal in het al
gemeen als van spreektaal en van schrijf
taal. Ook van gebarentaal, maar die blijft
hier buiten beschouwing. Het is zaak om
het spreken (de spraak) en de taal (als om
vattend geheel) te onderscheiden en in
het oog te houden. In de zin: Een spraak
kunst (grammatica) is het geheel van in
methodische volgorde aangegeven regels
volgens welke de taal geschreven en ge
sproken wordt, vindt men de beide woor
den spraak en taal terug.
In de opmerking: hij is een goed spreker,
kan men zowel bedoelen dat hij zijn woor
den goed kiest, die in welgevormde zin
nen gebruikt en in zin na zin zijn bedoe
lingen helder weergeeft, öf dat hij door
een duidelijke en zorgvuldige vorming der
klanken zijn mening goed overbrengt.
In de hier volgende beschouwing gaat het
enkel over de betekenis en de vorm van
het gesproken woord en over het woord
en de uitdrukkingen die in een deel van
het land, hetzij streek of stad, gesproken
worden en afwijken van wat men als de
gangbare beschaafde taal pleegt aan te
duiden en dialect wordt genoemd. Men
spreekt van het Walcherse dialect, maar
daarbij ook van het Middelburgse, het
Westkappelse en het Arnemuidse dialect,
waaruit blijkt dat de begrenzing van streek
of stad niet in deze zin nauwkeurig afge
bakend is. Buiten beschouwing blijft dus
de vraag of uit de grondtaal het Vulgair
Latijn de twee talen Frans en Spaans als
dialecten voortgekomen zijn. En evenmin
spreek ik over wat ik slordigheden zou
willen noemen en die voorkomen in het
hele land bijvoorbeeld: kan je morgen?,
we wouwen da zo zegge, derlui huis, en
zo meer. Ze komen overal voor en ook
daar waar men beschaafd meent te spre
ken bijvoorbeeld onder academische do
centen. Ze lijken op dialect. Of ze ertoe
gerekend worden weet ik niet.
Ook het omgekeerde hiervan komt voor.
Lange tijd heb ik gedacht dat beloken
Pasen" en een onderkomen huis" uit
drukkingen die men in Brabant veelvuldig
hoort dialectische taalelementen bevat
ten. Beloken Pasen is de eerste zondag na
Pasen. Loken is het verleden deelwoord
van luiken, dat is sluiten. Door de bedoel
de zondag wordt Pasen afgesloten. Een
onderkomen huis is een door verwaarlo
zing bouwvallig geworden huis. In het
woordenboek worden ze niet als dialect
vermeld.
Het hinderlijke dialect
Toen ik enige jaren geleden een behande
ling ondergaan moest van een medisch
specialiste en bij de begroeting hoorde dat
zij net als ik in het Zeeuws-Vlaamse land
was opgegroeid, waagde ik daarover een
vriendelijke opmerking. ,,Wist u dat of
hoorde u dat?" was onmiddellijk de vraag.
Ik moest haar teleurstellen door te ant
woorden: ,,ik hoorde het." Het was een
teleurstelling, want toen kreeg ik te horen
en het was niet zonder spijt in haar stem:
,,Nu dacht ik, dat ik het helemaal kwijt
was en nu moet ik horen, dat ondanks al
mijn inspanning dit toch niet zo is." Ik
moest inwendig lachen om deze verzuch
ting en merkte nog op: ,,Denk maar aan
Vondel's bekende regels: En wat op 's
herten grond leit, dat welt me na de keel.
langesiraai met Si ^nlonjussesiichi, Össiburg
Ontvang mijne groete uit Ijzendijke
Beursstraat