het dialect als storend gegeven
44
nemen. En Bram mag niet meer uitge
lachen worden.
Aldus geschiedde.
Conclusies
Het was niet dan met grote aarzeling dat
ik het bovenstaande neergeschreven heb.
Het zijn merendeels persoonlijke ervarin
gen, waarin ik de hoofdrolvertolker was.
En dat lijkt tenslotte op een te sterke
presentatie van mijzelf. Wel staat daar
tegenover, dat een zó subtiele aange
legenheid als het niet-begrijpen en het
misverstand door het verschil in taal- en
woordgebruik bezwaarlijk anders dan
door een persoonlijke belevenis en daarin
een persoonlijk optreden kunnen worden
weergegeven.
Men stuit hierbij op het verschil tussen
datgene wat overdraagbaar is en dat wat
slechts" aanvoelbaar is. Een technische
handeling is leerbaar door na te volgen
wat wordt voorgedaan. Afkijken heet dat
in de volksmond.
In het gesprek met Brampje en in bijna al
die andere mededelingen over persoon
lijke contacten waarin het aankwam op
het gebruik of verstaan van het juiste
woord en met nadruk op de bedoeling
die er achter stak was en kon geen
sprake zijn van een poging tot het streven
naar een nadoen, maar een overdracht.
Het Rijk van het Tussen is niet vatbaar
voor overdracht. Daar is slechts sprake
van het verkrijgen van inzicht in het be
staan van dat Tussen, dat echter ook nog
van persoon tot persoon verschillend is.
Bij mijn jarenlange arbeid heb ik bij het on
derzoek van kinderen en bij de daaropvol
gende pogingen hen te helpen, te kampen
gehad met onderscheiden moeilijkheden.
Ze hadden betrekking op de beoordeling
en ze waren van onderwijskundige en op
voedkundige aard. Daarbij heb ik onder
vonden hoe groot de betekenis was van
het woord, zowel dat van hen als dat van
mij. Dat was eveneens het geval in ge
sprekken met hun ouders, in veel gevallen
met hun moeders, levend onder de soms
heel zware last van hun bezit. Als het mo
gelijk was om door middel van het juiste
woord hen over de eerste drempel heen te
krijgen, was reeds heel veel gewonnen.
Dan was de grote kloof die ons van elkan
der scheidde vernauwd en kon met een
meer zakelijk gesprek worden vervolgd.
Ook dan echter kwam het aan op het ge
bruik en het verstaan van het woord. Veel
heb ik met dat woord bereikt, veel meer is
er niets of te weinig mee bereikt. En dat
laatste lag dan, zoals ik vaak gevoelde,
aan mijn niet-begrijpen van die velen en
aan hun onvermogen mij te verstaan. Los
van mijn beperkt vermogen om te helpen
ook daar waar de moeilijkheden duidelijk
waren. Zo erken ik openhartig, zij het tot
mijn leedwezen, dat het mij bij herhaling
niet mogelijk bleek met doofstommen
of liever doven, want de doofstomme leert
spreken in contact te treden. En toch
was ik jarenlang voorzitter van het bestuur
van de dovenschool in Amsterdam! Hun
gebrekkige taal en verwrongen spraak
vonden een onvoldoende entree tot mij,
terwijl mij de aanzet ontbrak door middel
van het woord een bevredigend gesprek
te doen ontstaan. Ook met de slecht
horenden met hun gebroken taal en mis
vormde spraak van zeer uiteenlopende
L'itgavo van A. van Overlieeke, Terneuzen