de standenmaatschappij in de zierikzeesche nieuwsbode 1844-1846
82
artikelen, die het regeringsbeleid alles
behalve goedkeurden. De lage prijs en
de in pikante, vaak zelfs grove be
woordingen gestelde antiregeringsge-
zinde artikelen, maakten miniatuurcou
ranten tot door het mingegoede deel
der bevolking graag gelezen bladen,
De overheid zag haar fout snel in en
deed één januari 1846 een wet in
werking treden, die alle kranten, onge
acht het formaat, belastte. Dit beteken
de de doodslag voor elf van de veer
tien miniatuurcouranten. Alleen de
Zierikzeesche Nieuwsbode en nog twee
andere lilliputters waren in staat zich
te handhaven.
Negentien augustus 1844 verscheen
bij boekdrukker P. de Looze het eerste
nummer van de Zierikzeesche Nieuws
bode. Tot 1 846 had de krant een for
maat dat niet boven de twee palmen
uitkwam, en behoorde daardoor tot de
kleine pers. Het aantal abonnees steeg
in de loop van de eerste twee jaar
tot het voor die tijd zeer respectabele
aantal van vijftienhonderd. De voor
naamste rubrieken waren de buiten
landse, binnenlandse en gemengde
berichten, de ingezonden stukken en
het stadsnieuws. De anti-regerings
gezinde opinie van de redactieleden
kwam voornamelijk in de door hen zelf
geschreven artikelen en in de satirische
gemengde berichten naar voren. Indi
rect was dit natuurlijk ook het geval
in de uit de andere bladen overgeno
men artikelen en in de ingezonden stuk
ken, die alleen geplaatst werden, als de
redactie zich grotendeels met de in
houd ervan kon verenigen.
De motieven die tot de oprichting van
de Nieuwsbode leidden waren hoofd
zakelijk van commerciële aard. Ook de
oppositionele, liberaal getinte opvat
tingen die in het blad verkondigd wer
den, kwamen voornamelijk voort uit de
ondervinding dat het debiet bij „vinnig
en kras" geschreven stukken toenam.
Het lezerspubliek zag in dit winstoog
merk van de uitgever kennelijk geen
kwaad, want De Looze schroomde niet
om verschillende malen openlijk mede
te delen, dat hij geen zin had met de
uitgave van de krant te stoppen, omdat
hij de financiële voordelen niet wilde
missen. De redacteuren van het blad,
J. L. van der Vliet en P. H. van der
Weyde, waren evenmin uit principiële
overwegingen tot het schrijven voor de
Nieuwsbode overgegaan. Bij de laatst
genoemde bleek dit overduidelijk uit
het feit, dat hij, kort na zijn in dienst
treding bij De Looze, het redacteur
schap van de conservatieve Zierikzee
sche Courant aanvaardde.
In het jubileumnummer van achttien
augustus 1845 werd de geest van de
krant nader aangeduid: „Misbruiken te
beletten, dwaasheden te bestrijden,
knoeijerijen te doen straffen, ziedaar
het doel dat de Nieuwsbode zich voor
stelt en de middelen waardoor hij
dit doel bereikt? wie kent ze niet?
dat is eenvoudig alles wat zulks ver
dient, aan de algemene verachting of
bespotting prijs te geven,,. Al klonk
deze nadere definiëring op het eerste
gezicht neutraal, duidelijk was dat het
voornamelijk misbruiken en dwaas
heden van leden van de regering betrof.
Bovenlicht voordeur N. Boogerdstraat Zierikzee. (foto Berrevoets)