de standenmaatschappij in de zierikzeesche nieuwsbode 1844-1846 92 mogelijkheid tot verbetering van de situatie door eigen inspanning zou be tekenen. De ondanks de scherpe kritiek op de hogere stand toch maatschappijbeves- tigende houding bleek overduidelijk uit de gepubliceerde toespraak van W. H. Suringar: Er moet verschil in rang en stand bestaan, anders kan de maat schappij niet naar behooren in stand blijven". Er kan dus van een legale kritiek ge sproken worden, die niet tegen de grondvesten van de maatschappelijke orde gericht was. oppositionele krant gezegd te worden, dat de oppositie een conservatief karakter droeg. Doel was immers het behoud van de standen en daarmee de standenmaatschappij. Ook het ijveren voor het voorstel van Thorbecke c.s. behoort in dat licht bezien te wor den: een grondwetswijziging werd als de enige mogelijkheid voorgesteld om het zich snel verbreidende standsverval tegen te gaan. De aandacht die in het blad aan de werkende klasse besteed werd, maakt wel dat de Zierikzeesche Nieuwsbode met recht als een volks blad bestempeld werd. Besluit De gevolgtrekkingen die uit de opmer kingen over de standen tegen het eind van de eerste helft van de negentiende eeuw gemaakt kunnen worden, dienen uiteraard met veel voorzichtigheid be naderd te worden, omdat hiervoor slechts twee jaargangen doorgenomen zijn. Het sterk overheersen van de klachten over het standsverval recht vaardigt desalniettemin de conclusie dat de standenmaatschappij in de jaren 1844-1846 verre van optimaal func tioneerde. De kritiek op de hogere stand, die ervan verdacht werd het standsverval zo niet te veroorzaken, dan toch zeker met genoegen te stimu leren, duidt op een kloof tussen de toplaag en de andere lagen van de stan denstructuur. Deze indruk wordt nog versterkt door de aparte positie van de lagere ambtenaren, die door de leden van de middenstand als een buffer tegen sociale stijgingen ervaren werd. De malaise in de handel en industrie sloot bijna alle andere mogelijkheden van opklimming op de sociale ladder uit. Er was sprake van een afsluiting van de hogere stand zonder dat daar afdoende reden voor was; dat wil zeggen het aantal sociaal gestegenen was niet zo groot, dat er voor een overbevolking van de fatsoenlijke stand gevreesd moest worden. De dreiging van standsverval bracht een samen smelting van de belangen van de mid denstand en de werkende klasse te weeg. Beide groepen moesten alle zei len bijzetten om zich te kunnen hand haven. Tot slot dient van de Nieuwsbode als Literatuur Informatie over de negentiende-eeuwse pers is te vinden in: - Abrahams, H. P.: De pers in Zeeland 1 758-1 900, Den Haag 1912. - Giele, J. J.: De pen in aanslag, revolutionairen rond 1848, Bussum 1975. - Hemels, J. M. H. J.: Het dagbladzegel in de rariteitenkamer, Rotterdam/Den Haag 1969. - Idem: Op de bres voor de pers, de strijd voor de klassieke persvrijheid, Assen 1 969. - Robijns, M. J. F.: Radicalen in Nederland 1840-1851, Leiden 1 967. - Schneider, M.: De Nederlandsche krant, van „Nieuwstijdinghe" tot dagblad, Amsterdam 1943. - Vaate, M. J. Bij de: In 1844 ging krant van start, in: Jubileumnummer Zierikzeesche Nieuwsbode, november 1969. Informatie over de standenstructuur is te vinden in: - Brugmans, I. J.: Standen en klassen in Neder land gedurende de negentiende eeuw in: Verslag, BMHG deel 74, Groningen 1960. - Dijk, H. van: Rotterdam 1810-1880, aspecten van een stedelijke samenleving, Schiedam 1976. - Giele, J. J. en G. J. van Oenen: Theorie en praktijk van het onderzoek naar de sociale structuur, in: TvSG 5 (1 976). - Heek, F. van: Klassen- en standenstructuur als sociologische begrippen, Leiden 1 948. - idem: Sociale gelaagdheid: Begripskader en historische verschijningsvorm, in: TvG 84 (1971). - Lucassen, J. en G. Trienekens: Om de plaats in de kerk, een onderzoek naar maatschappe lijke ongelijkheid, voornamelijk in de negen tiende eeuw, in: TvSG 12(1 978). - Lucassen, J. en Th. van Tijn: Nogmaals: Sociale stratificatie, in: TvSG 4 (1 976). - Robijns, M. J. F.: Radicalen in Nederland 1840-1851, Leiden 1967. - Slicher van Bath, B. H.: Methodiek en techniek van het onderzoek naar de sociale stratificatie in het verleden, in: TvG 84 (1971). - Stokvis, P. R. D.: Nederlandse sociale verhou dingen tegen 1850, in: TvSG. 10 (1978). - Tijn, Th. van: Voorlopige notities over het ontstaan van het moderne klassebewustzijn, in: Economische ontwikkeling en sociale eman cipatie II, door P. A. M. Geurts en F. A. M. Messing (Red.), Den Haag 1977. - idem: Het sociale leven in Nederland, in: AGN 1 2, Bussum 1 977.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 20