DE STANDENMAATSCHAPPIJ IN DE ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE 1844-1846 J. J. M. van Damme
werd als tegen de aard van de standen
maatschappij beschouwd, omdat God
de standenindeling zo gemaakt had.
Alle betrokken groeperingen aanvaard
den de algemene beginselen van de
standenstructuur. Daarmee was strijd
tussen de sociale lagen niet bij voor
baat uitgesloten, ledereen had rechtop
een „standesgemasz" leven, en wan
neer dat bedreigd werd, was verzet
gerechtvaardigd. Het verzet was dus
niet tegen de grondslagen van de be
staande orde gericht. Ervan uitgaande
dat de levensstijl het belangrijkste
standenbepalende kenmerk was, kan
gesteld worden dat deze standsverde
diging in feite terug te voeren is tot
het beschermen van het individuele of
collectieve consumptieniveau.
De Zierikzeesche Nieuwsbode als
lid van de oppositionele pers.
In Nederland was in de patriottentijd
voor het eerst sprake van een opini
ërende pers. Na de nederlaag van de
patriotten verdween de politieke pers,
om pas rond 1 830 weer op te duiken.
Met de Belgische kwestie, die een nieu
we periode van politieke hoogspanning
inluidde, verdeelde de journalistiek zich
in twee stromingen: een door de over
heid gecontroleerde en een onafhanke
lijke, meestal anti-regeringsgezinde
pers. Tot 1 840 kwamen de tegen de re-
geringspolitiek gerichte geluiden voor
namelijk uit de kringen van de wel
gestelde, ontwikkelde burgerij, die er
over het algemeen liberale opvattingen
op na hield. Vanaf 1 840 verschenen er
ook bladen waarin radicale opvattingen
verkondigd werden. De voorman van de
radicale publicisten was Eilert Meeter,
die als eerste dagbladschrijver demo
cratische denkbeelden propageerde.
In 1843 en 1844 werd de oppositie
pers nog eens uitgebreid met een groot
aantal kleine bladen, die hun bestaan
dankten aan het feit dat zij, door hun
minuscule formaat, vrijgesteld waren
van belasting. De regering liet deze
blaadjes onbelast, omdat ze verwachtte
toch de nodige gelden te kunnen innen
door de wel belaste advertenties die
veelal in dergelijke krantjes versche
nen. Deze verwachting werd echter
niet bewaarheid: het merendeel van de
in deze jaren opgerichte lilliputters be
vatte in plaats van advertenties meestal
Inleiding
Nederland vertoonde in de eerste helft
van de negentiende eeuw door de star
re maatschappijke verhoudingen nog
het beeld van een standenmaatschap
pij. Om na te gaan hoe de maatschap
pijstructuur in de geest van de tijd
genoten leefde, zijn kranten en literaire
werken de voornaamste van de verder
vrij schaarse bronnen, die in directe
vorm een redelijke hoeveelheid infor
matie geven. Dit is de hoofdreden dat
voor het onderzoek naar de visie van de
tijdgenoten op de maatschappelijke
structuur tegen het eind van de eerste
helft van de negentiende eeuw de
Zierikzeesche Nieuwsbode als bron ge
nomen is. Een verdere overweging was
dat de standen regionaal sterk in aantal
en van karakter verschilden. Met de
Nieuwsbode als bron werd het mogelijk
aan het onderzoek meer dan een enkel
lokaal karakter toe te kennen, omdat
in de krant naast plaatselijke ook veel
landelijke aangelegenheden naar voren
kwamen. Voor het onderzoek zijn de
eerste twee jaargangen doorgenomen.
De in de jaren 1844-1846 spelende
kwesties als het negenmannenvoorstel
en de aardappelziekte zorgden voor
duidelijke uitspraken over de verschil
lende sociale groeperingen. Het feit,
dat de Zierikzeesche Nieuwsbode tot
1 846 als lilliputter of miniatuurcourant
verscheen, speelde bij de keuze voor de
eerste jaargangen ook een rol, omdat
zo de mogelijkheid verkregen werd om
dit opmerkelijke fenomeen van de
negentiende-eeuwse pers nader te be
kijken.
Enige algemene kenmerken van de
standenmaatschappij.
Een standenmaatschappij werd geken
merkt door een sociale structuur, die
bestond uit een verticale opeenstape
ling van ongelijkwaardige groe
peringen. Deze groeperingen onder
scheidden zich voornamelijk van elkaar
door een verschillende levensstijl. Elke
stand had een min of meer gesloten
karakter, zodat er slechts van een ge
ringe sociale mobiliteit sprake was.
Grote sprongen op de maatschappe
lijke ladder kwamen dan ook zelden
voor. De tijdgenoten ervoeren de ge
ringe sociale mobiliteit niet als een
beperking, doch eerder als een wezens
kenmerkvan de maatschappelijke orde.
Het bewust streven naar sociale stijging
Zierikzee, een halve eeuw geleden. Afgezien van de fietsen zou dit ook anno 1 850 kunnen zijn.
(archief de Spaarnestad)