een kijkje in zuid-beveland tweede helft 19e eeuw 124 met de meekrap inderdaad gebeurd was. Nu waren voor Zuid-Beveland de gevol gen wat minder ernstig dan voor het on betwiste centrum van deze cultuur, Schouwen-Duiveland 12), maar niette min kwam ook hier de klap hard aan. De meekrap was toch, samen met de tarwe, sinds mensenheugenis het belangrijkste landbouwgewas geweest. In de Wil- helminapolder bijvoorbeeld was jaarlijks 125 hectare met meekrap beplant ge weest. Het kostte veel moeite hiervoor in het kader van de noodzakelijke vrucht wisseling de juiste bestemming te vin den. Een tiental jaren eerder had men immers ook reeds voor een groot ge deelte de teelt van koolzaad, eveneens een belangrijk gewas, moeten opgeven. Petroleum en gas hadden de olie, die uit koolzaad geperst werd, zozeer als ver lichtingsbron verdrongen, dat de kool- zaadteeld nauwelijks meer rendeerde. 13) Als vervangend gewas zou naderhand vooral de suikerbiet de plaats van de meekrap gaan innemen. De zaak werd echt gecompliceerd toen tegen het einde van de jaren zeventig de algemene landbouwcrisis zich daadwer kelijk aankondigde. Deze crisis ontstond door de invoer van ongelimiteerde hoeveelheden graan, vooral tarwe, uit Noord-Amerika. De uitgestrekte humus- rijke prairies werden in de loop van de negentiende eeuw ontgonnen door emi granten uit Europa, die op zeer gemak kelijke voorwaarden grond konden ko pen. Waren deze prairies bij gebrek aan afzetgebied voor landbouwproducten practisch waardeloos geweest, door de toepassing van de stoomkracht bij het transportwezen konden ze nu herschapen worden in bouwland, waarvan de op brengst snel en goedkoop per trein en per stoomboot over grote afstanden kon worden vervoerd. Omstreeks 1878 was deze ontwikkeling zover voortgeschreden dat Europa overvoerd werd met granen uit de nieuwe wereld, die mede dankzij de op de maagdelijke prairiegrond gepleeg de roofbouw, ver beneden de Europese marktprijzen konden worden aangebo den. De graanprijzen zouden hierdoor gaan dalen tot minder dan de helft van wat als normaal gold. Aanvankelijk hadden de veehouders voordeel van de lage graanprijzen, omdat hun voederkosten daardoor daalden; spoedig gingen echter vele landbouwers over tot het houden van meer vee en zo doende daalden ook de prijzen van vlees en zuivelproducten. Niet alleen de boeren werden door de crisis getroffen, maar ook de plattelandsambachtslieden, terwijl in een later stadium fabrikanten, hypo theeknemers en grondeigenaren de ge volgen van de crisis ondervonden. 14) 3. Markt en het stadhuis te Goes kort voor 1900 De inwoners lopen uit om zich te laten fotograferen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 20