een kijkje in zuid-beveland tweede helft 19e eeuw 128 werkten op het land, God dankende voor den heerlijken Zondag dien zij door brachten. Vóórdat de dienst begon stond Budding gewoonlijk aan den ingang zijner kerk deur, en hield dan alle mannen tegen, totdat de vrouwen goed gezeten waren; dat waren "de zwakkere vaten die men eeren moest." Zelf schoof hij de lieden wat dichter bij elkaar of bracht nog een verborgen zitplaats aan het licht, maar met dat al was hettoch iedere reizezóótot stikkens toe vol, dat Budding in elke ver gadering bad: "Heere geeft ons minder volk of grooter plaats!" 21) Omstreeks 1860 was de beweging van de Afscheiding geleidelijk aan in rustiger vaarwater gekomen, waarvan de synode van 1869 te Middelburg een belangrijk voorlopig sluitstuk vormde. De Zuid-Be- velandse dorpen, waar de Afscheiding vaste voet kreeg, hadden alle de domine rende invloed van de markante figuur Budding in de loop der jaren ondervon den en zich hiernaar gericht. Toen dan ook het bericht de ronde deed dat Bud ding op 10 november 1870, hoewel al ge ruime tijd ziekelijk zijnde, toch nog tame lijk plotseling overleden was, ging dit als een schok door heel Zuid-Beveland. De begrafenis op 16 november in Goes was door Budding zelf tot in de details gere geld. Het was een indrukwekkende ge beurtenis die door zeer velen, die van heinde en verre waren gekomen, werd bijgewoond en waarvan het "plechtig rouwgebom der groote torenklok" eerst na vele jaren was verklonken. We besluiten ons "kijkje in Zuid-Beve land" met een citaat, wat de autochtone Zuid-Bevelander duidelijk beter in de oren zal klinken dan dat van Nagtglas, waarmee we begonnen: "Door omvang doch meer nog door vruchtbaarheid, steekt Zuid-Beveland boven de eilanden uit, waardoor de pro vincie Zeeland gevormd wordt. Zijne bouwgronden zijn om de zware graan- en tarwegewassen bekend en gewaardeerd, zoo in het binnen- als in het buitenland. En indien Zuid-Beveland geprezen wordt 7. De meestoot van Kapelle (1871) aan de Postweg. Foto J. Bitter, c. 1965.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 24