KAPELLE EN BIEZELINGE: ÉÉN GEMEENTE, EENS TWEE WERELDEN Dekker heeft ons onlangs met zijn mees terlijke werk over het Kapittel van Kapelle en de stichting van de parochie Biezelinge 1de zekerheid verschaft dat het vermoe den van Bijlo, dat de langdurige twee- drachttussen de beide dorpen gebaseerd was op de kerkelijke strijd in de beginja ren van de 16de eeuw, juist is. Bijlo schrijft hierover: "Het is vermoedelijk uit dien tijd, dien kerkelijken strijd, dat de verhouding tus- schen de bewoners der zustergemeenten niet erg intiem was, ja zelfs soms een vijandig karakter droeg, waarbij het zelfs tot vechtpartijen kwam tusschen de jon gelingschap. Twee rijen witte steenen bij den molen tusschen de overigens blauwe keien, gaf de grens aan tot welke men naderen - doch niet overschrijden mocht." 2) Het is dan ook een vreemde, in feite zelfs unieke situatie geweest: twee, gedurende enkele eeuwen binnen één am bachtsheerlijkheid zich ontwikkelende dorpen. Kapelle, vanouds de vestigings plaats van de ambachtsheren, had zijn kastelen en zijn kerk, ontstaan uit de kapel op Maalstede. De oudste naam waaron der Kapelle genoemd wordt, Capelle ter Maelsteden 3), wijst hier ook duidelijk op. En als we zelfs vandaag de dag de mach tige Kapelse toren van verre uit het Zuid- Bevelandse landschap zien oprijzen, vin den we het dan een wonder, dat ook de opvolgers van de ambachtsheren die zo veel moeite hadden gedaan om hierin aan te tonen hoe belangrijk ze wel waren, de voorkeur gaven aan hun eigen dorp Kapelle? De ambachtsheren in de 15de en het begin van de 16de eeuw hadden er geen belang bij Biezelinge als afzonderlijk rechtsgebied en dus ook als parochie af te scheiden. Maar de Biezelingenaren voelden zich zwaar tekort gedaan; waarschijnlijk wer den omstreeks 1450 reeds pogingen ge daan om voor Biezelinge parochiale rechten te verkrijgen. Het was dan ook een pijnlijke situatie: kleine dorpjes in de omgeving als Eversdijk, Oostende, Vlake, Schore, Kattendijke, 's Heer Hendriks kinderen, 's Heer Abtskerke, Sinoutskerke 1. Biezelinge mocht dan haar haven en haar verdiensten hebben, haar handel en nijverheid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 28