ZUID BEVELAND: NU
Een subjectief beschreven momentopname
drs H. Eversdijk
Schrijven over Zuid-Beveland in de tegenwoordige tijd kan niet anders dan daarbij zo
nu en dan terugkijken naar'vroeger'. Juist voor een gebied dat zo sterk is getekend door
het - voornamelijk agrarisch - verleden, is een terugblik vaak nodig om de huidige
structuren enigszins te verklaren. Dat dit 'verklaren' door een geboren en getogen
Zuid-Bevelander, die bovendien verknocht is aan het gebied, een nog al subjectieve
bezigheid is, behoeft geen betoog.
De landbouwcrisis van 1880: agrarisch
Zuid-Beveland verandert
Toen Daniël Johannes van der Have in
1879 zijn bedrijf begon te Kapelle, bevond
Zuid-Beveland zich reeds in de greep van
de officieel in 1880 beginnende land
bouwcrisis. Deze 'grote' crisis in enkele
andere artikelen van dit nummer uitvoe
riger beschreven - kwam in het overwe
gend agrarisch Zuid-Beveland hard aan.
Niet alleen omdat de landbouw - en dan
vooral ook de tarweteelt op Zuid-Beve
land het voornaamste bestaansmiddel
was, maar toch ook omdat men in dit ge
bied de slag van het verloren gaan van de
meekrapteelt nog niet te boven was. Ook
al was Zuid-Beveland niet de bakermat
van deze teelt, de nu nog op verschillende
plaatsen (waaronder Kapelle) te vinden
'meestoven', zijn stille getuigen van het
belang van deze teelt 1Pas de suikerbiet
zou een waardige en blijvende vervanger
voor deze diepwortelende en arbeids
intensieve teelt blijken te zijn. De echte
opkomst van de 'sukerpee' zette echter
nog niet direkt na de crisis overal door.
Veel Zuidbevelandse boeren waren daar
in 1880 nog niet aan toe, terwijl er ten
aanzien van de verwerking veel proble
men waren. Toch had op een goed geleid,
groot en modern bedrijf als 'De Wilhelmi-
napolder' de suikerbiet al vanaf 1870 zijn
intrede gedaan. Dat wil zeggen dat vanaf
die tijd de suikerbiet een vaste plaats had
gekregen in het bouwplan van de Wil
helm inapolder 2).
Nu moet natuurlijk wel worden vast
gesteld dat de Wilhelminapolder lange
tijd toch een 'Fremdkörper' was in het
Zuidbevelandse gebied en dat is tot op de
huidige dag steeds een beetje zo geble
ven. De Wilhelminapolder was en is vaak
'voorloper', maar mede daardoor van
belang voor de ontwikkeling van de
Zeeuwse landbouw.
Daniël Johannes van der Have wist overi
gens ook de 'geest van de tijd' goed te
verstaan om zijn waren aan te prijzen. In
1899 gaf hij een prijscourant uit, met het
volgende voorwoord:
KAPELLE bij GOES.
M.
De landbouw kwijnt. De prijzen van
de voornaamste landbouwproducten zijn
laag. Stijging dier prijzen zou een uit
komst, een zegen voorden laodbouwzijn.
Een stijging van beteekenis is naar men-
schelijke berekening echter niet spoedig
te verwachten.
Wil de landbouwer het hoofd boven
water houden, dan moet hij steeds meer
en beter producten van den bodem
trachten te ontwoekeren. En dit is moge
lijk:
1. door oordeelkundige bemesting
2. door uitstekende grondbewer
king, en niet het minst
3. door het gebruik van goed zaai
zaad en zaad van veredelde gewassen,
die een groote opbrengst van goede kwa
liteit leveren.
Met het oog op het laatste is deze
prijscourant meer dan een dorre opsom
ming van de bij mij verkrijgbaar zijnde
zaden. Daarom geef ik eenige wenken
van, naar ik geloof, practische waarde,
wat naar ik vertrouw, tengevolge zal heb
ben, dat dit boekje meer aandacht waar
dig gekeurd zal worden, dan dikwijls met
gewone prijscouranten, waarmede de
concurrentie U overstroomt, het geval is.
Aanbevelend,
UEd. dw. dienaar,
D.J. VAN DER HAVE.
Hoewel Staring in zijn: 'Huisboek voor
den Landman in Nederland' al in 1862
schreef: 3)
'Slechte oogsten zijn maar al te dikwijls
het gevolg van slecht zaaizaadHet
voorkomen van eenen slechten oogst die
slecht zaaizaad tot oorzaak heeft, ligt ge
heel in den magt van den landbouwer',
heeft het lange tijd geduurd eer in Zee
land, en dus ook op Zuid-Beveland,
goedgekeurd zaaizaad gemeengoed was.
Dat het Van der Have bedrijf te Kapelle
een belangrijke bijdrage heeft geleverd
aan het gebruik van goed zaaizaad, met
name in het eigen gebied, staat als een
paal boven water.
De landbouwcrisis van 1880 luidde ook
voor Zuid-Beveland een tijdperk in van
grote veranderingen op agrarisch gebied.
Niet alleen werd van lieverlede beter zaai
zaad gebruikt, maar ook het bouwplan, de
teeltechniek, de cultuurtechnische situa
tie, de arbeidssituatie, eigenlijk het ge
hele boerenbedrijf veranderde!
De Zuidbevelandse landbouw: Nu
Al in het verslag van de direktie van de
landbouw over het tijdvak 1813-1913
wordt ondermeer gesteld: 4)
'De suikerbietenteelt is op de zeeklei in
Zeeland c.a. de kurk genoemd waarop de
landbouw tijdens en in minder gunstige
jaren direct na de crisis is drijvende ge
bleven en zij is ook heden aldaar van on
noemelijk belang en wordt dat ook in toe
nemende mate elders op die grondsoort.'
De suikerbiet is nu niet meer weg te den
ken uit de landbouw. Veel grotere bedrij
ven in dit gebied hebben dan ook een
bouwplan waarin in ieder geval suiker
bieten, aardappelen en granen voorko
men. Daarnaast worden er op veel bedrij
ven nog andere gewassen verbouwd als
graszaden en diverse handelsgewassen.
Wel is ook op Zuid-Beveland de suiker
bietenteelt sterk gemoderniseerd door
z'n bewerkingsmethoden en vooral ook
door de algemene toepassing van gene
tisch éénkiemig suikerbietenzaad.
Door dit laatste behoort het 'op de kniet
jes over de arde kluten de peetjes verdin-
nen', dat tot ver na de tweede wereld
oorlog noodzakelijk was, tot het verleden.
De ontwikkeling van de suikerbietenteelt
is kenmerkend voor de agrarische ont
wikkeling van Zuid-Beveland, andere ge
wassen doorliepen soortgelijke ontwik
kelingen. Talrijke cultuurtechnische
maatregelen zorgden er mede voor dat de
landbouw in dit gebied weer 'mee' kon.
Hierbij denken wij dan bijvoorbeeld aan
de drainagewerken. Hoewel in de Wil
helminapolder al in 1852 de eerste
'drains' werden gelegd 5), kwam toch pas
in de 20e eeuw op Zuid-Beveland een min
of meer totale drainage tot stand. De her
en ruilverkaveling gaven daartoe uiter
aard een belangrijke impuls. De herver
kaveling is op Zuid-Beveland bijna geheel
voltooid. Een moeilijk gebied als het ge-