r r* nieuwe inrichtingsschets voor het grevelingenmeer, een papieren tijger 187 Duiveland van de provincieZeeland bood en biedt ook na de herziening van 1977 ruimte voor een aantal recreatieprojecten van grote omvang, zoals in de gemeenten Bruinisse, Brouwershaven en Midden- schouwen. Van deze mogelijkheden is voor het grootste deel gebruik gemaakt. Mede in verband met de omvang van de projecten schakelden de gemeenten steeds een projectontwikkelaar in. Tegen de in het streekplan aanwezige ruimte voor recreatieve ontwikkelingen die boven de in de NIS genoemde aan tallen uitgingen maakte de particuliere natuur- en milieubeschermingsorgani saties bezwaar. Men vroeg om de NIS als richtlijn te han teren. Weliswaar droeg de NIS, zoals eer der gezegd, niet de onverdeelde goedkeuring van deze organisaties weg, maar het was en is de beste voor handen zijnde studie, die voor het geheel van de Grevelingen een visie bevat. Het streekplan overziet slechts het Zeeuwse deel van het gebied. Provinciale staten van Zeeland verwier pen de bezwaren en hielden vast aan de eerder vastgelegde recreatieve mogelijk heden. Zoals bekend kent een streekplan geen beroepsprocedure en is het in de huidige vorm ook in andere opzichten een vrij ge brekkig instrument op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het bindt de bur gers niet, het geeft slechts gedeputeerde staten de mogelijkheid gemeenten aan wijzingen te geven over de inhoud van bestemmingsplannen. Noodgedwongen moest dus worden afgezien van verdere actie op dit niveau. Een andere en betere mogelijkheid deed zich voor in het kader van de bestem mingsplanprocedure, waarbij voor be langhebbenden de mogelijkheid bestaat de opvattingen over de plannen in kwes tie kenbaar te maken. Tegen twee grote projecten aan de Zeeuwse kant van de Grevelingen werd bezwaar gemaakt, te weten tegen het recreatieplan Bruinisse (beter bekend als Aqua-Delta) en het plan Zomerdorp Den Osse bij het gehucht Den Osse in de gemeente Brouwersha ven. Zoals verwacht (door de eigen ini tiatieven van de gemeenten en de visie in het streekplan) verklaarden de gemeente raden en gedeputeerde staten van Zee land de bezwaren ongegrond. Zo deed zich de mogelijkheid voor een uitspraak van de Kroon als hoogste beslissend or gaan uit te lokken over de plannen als zodanig, maar ook en vooral over het ka rakter van de NIS. In dit artikel wordt niet verder ingegaan op de plannen Aqua-Delta en Den Osse zelf, maar slechts op de NIS. waarde van de NIS Voor de Raad van State, adviseur van de Kroon in beroepsprocedures tegen be stemmingsplannen, is door de ver schillende belanghebbenden (provincie, gemeente, natuurbeschermers) gepleit voor en tegen de NIS als richtlijn bij de planologische besluitvorming rond de Grevelingen. De redenen voor de particuliere natuur- en milieubeschermingsorganisaties om aansluiting te zoeken bij de NIS in de be roepsprocedures tegen de sterke recrea tieve ontwikkelingen waren mererlei. De gedachtengang achter de NIS is als volgt: bij de Grevelingen heeft men te maken met een jong en instabiel systeem, dat eerst is ontstaan bij de afsluiting van het zeegat. Het systeem is nog volop in beweging; in 1978 is een sluis in gebruik genomen om het zoutgehalte te kunnen regelen en er is nog geen beslissing ge nomen over het al dan niet zout blijven van de Grevelingen. De mogelijkheden van een dergelijk sys teem zijn erg moeilijk aan te geven. Men leert die pas in de loop van de tijd kennen, waarbij het reëel is te veronderstellen, dat de mogelijkheden zich in de tijd zullen wijzigen. De keuze in de NIS voor een bepaalde maximale recreatieve ontwik keling in de eerste 10 jaren is zeer bewust gedaan. Belast men het systeem namelijk te zwaar, dan is het niet of nauwelijks mo gelijk deze situatie terug te draaien. Fase ring van de ontwikkeling is daarom uiterst belangrijk! Met andere woorden, het is volstrekt niet uitgesloten, dat het natuur lijk milieu zich zodanig zal ontwikkelen, dat uitbreiding van het recreatieve ge bruik toelaatbaar moet worden geacht. Maar dat is nu niet bekend. Wat men ook doet, er moet grote zekerheid bestaan, dat men de potenties van het systeem niet aantast. Bovendien is het Grevelingenbekken een gebied, dat in twee provincies ligt en van groot belang is voor het ruimtelijk gebeu ren in het zuidwesten van ons land. Een Zeeuws streekplan is dan ook - zonder verdere toetsing - niet het meest geëigende middel om een belangenaf weging voor het gehele gebied te plegen. De NIS stijgt als het ware boven de twee delen uit en krijgt daarmee een inter provinciaal karakter ("interprovinciaal streekplan"), waaraan nationale aspecten zitten. In de NIS is een afweging van de in het geding zijnde belangen geschiedt vanuit diverse diciplines. Zonder het streekplan Schouwen-Duiveland te kort te willen doen, ligt aan het streekplan veel minder studie ten gronslag. Het éénzijdig loslaten van de NIS (door een provincie of ge meente) kan grote gevolgen hebben, omdat niet een deel, maar de gehele Gre velingen het toetsingskader moet zijn voor bepaalde ontwikkelingen. De ar gumenten van de provincie en gemeente kwamen, los van de inhoudelijke aspec ten van de NIS, in het kort en vereen voudigd neer op het ontbreken van een wettelijke status aan de NIS en daarmee het vervallen van de NIS als toetsingscri terium in de bestemmings planprocedure. Het streekplan is het eni ge bestaande middel en in het streekplan was door provinciale staten bewust voor de van de NIS afwijkende recreatieve ontwikkeling afgeweken. Terecht merkte men op, dat de Rijks Pla nologische Commissie niet was gehoord en de NIS geen procedure volgens de Wet op de ruimtelijke ordening had doorlo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 19