over boeken 193
Tenslotte is jammer dat de inleiding zo
beknopt is gehouden. Ais je een boek na
honderd jaar opnieuw uitgeeft betekent
dit dat je de inhoud en daarmee ook de
schrijver belangrijk vindt. Dat dient dan
ook verantwoord te worden met een be
hoorlijke biografie en bibliografie van de
auteur en een behoorlijke bespreking van
hetwerk, naarzijn inhoud, naarzijn plaats
in de tijd en naar zijn waarde voor nu.
Nagtglas besteedde meer dan 2 pagina's
aan Piccardt, maar die schreef in 1891;
het Nieuw Biografisch Woordenboek gaf
hem een halve kolom, maar in 1918. Er
was in 1979 dus alle reden de biografie up
to date te maken en deze man die als
dominee dertig jaar in Goes stond tegen
het licht van onze tijd te houden. Wat een
aardige, maar gemiste kans om eens wat
te vertellen over die ijverig schrijvende
predikanten van de vorige eeuw en dan
met name over hun Zeeuwse represen
tanten, die met hun onverwoestbaar
vooruitgangsgeloof de geschiedenis
voornamelijk gebruikten om aan te tonen
"wie wir's dann zuletzt so herrlich weit
gebracht". Ook over het boek als boek
wordt niets gezegd. De aantekeningen op
de witpagina's zijn inderdaad in hoofd
zaak van Piccardt (wie wat moeite heeft
met het ontcijferen van Piccardts schrift
zij erop gewezen dat hij veel van deze
notities nog in gedrukte vorm als "Nale
zing" aan zijn boek heeft toegevoegd; zie
pag. 197); ik herken echter nog zeker drie
andere handschriften. Een ervan is van
Piccardts bekende collega Pekelharing,
de doopsgezinde predikant die over de
reformatie in Zeeland schreef, maar er is
ook iemand bij die tot minstens 1930 no
tities heeft zitten maken. Over al deze din
gen geen woord en dat is jammer want
als de hier gesignaleerde slordigheden en
tekortkomingen tijdig waren opgevangen
zou het boek een extra dimensie hebben
gekregen die het voor de Zelandica van
onze tijd onmisbaar maakt. Niettemin is
het ook zo de aanschaf waard.
T.
Kleine geschiedenis van de delta, zo heet
het boekje dat M. P. de Bruin heeft ge
schreven naar aanleiding van de tentoon
stelling door de stichting Delta-Cultureel
deze zomer georganiseerd in de Grote
Kerk van Veere. De titel is te ambitieus
omdat het geschrift zich beperkt tot de
geschiedenis van de waterbouw. Op de
achterzijde van het omslag staat als the
ma vermeld: Kleine cultuurgeschiedenis
M. P. de Bruin. Kleine geschiedenis aan
de Delta. 1979. Uitg. Fanoy, Middelburg,
f 5,90.
van schop en kruiwagen tot caisson en
kabelbaan. De betiteling zal voortkomen
uit de behoefte aan korte en pakkende
titels.
In deze publicatie is veel kennis op een
rijtje gezet en ingeslikt, waardoor de leek
een duidelijk inzicht krijgt in de bijzondere
fysisch-geografische ontwikkeling, die
letterlijk fundamenteel is voor alle
existentie in de delta.
Het boeiendste element van het boekje
vind ik de groepering van de historie rond
grote namen als Reigersberch, Vierling,
Vermuyden, Cats, Stevin, Schraver,
Abraham en Pieter Caland en Dronkers.
Bij Dronkers betreft het de vroege plan
nen tot aanleg van een Zeeuwse spoor
lijn.
Wat de (spoor-) wegenbouw aangaat
blijft het hierbij. Ook de veerdiensten ko
men niet aan bod.
In het korte bestek treffen we onder meer
aan Nehalennia, de re- en transgressies
van de zee, de eerste bedijkingen en ne
derzettingen, het ontstaan en de moder
nisering van de waterschappen, de grote
stormvloeden, de herbedijkingen en de
calamiteuze polders.
Sommige delen vallen wat lang uit, zoals
de geschiedenis van de Nieuwe Water
weg, andere wat kort, zoals de verander
de opvattingen over de sluiting van de
Oosterschelde.
Een gemis is het ontbreken van het inzicht
over de omkering van het landschap, dat
met name aan Vlam en Bennema en Van
der Meer te danken is. Wat vroeger veen
en klei was - de uitgestrekte pakketten
land - en hoog lag is later ingeklonken
en lager komen te liggen dan de oor
spronkelijk laag gelegen met het weinig
inklinkende zand gevulde kreken, die nu
als wegen boven het landschap uitsteken.
Mijn kritiek doet niets af aan mijn waarde
ring voor het geschrift dat dan ook aan
bevolen kan worden aan wie belang stelt
in het ontstaan van de delta. Het is vlot
geschreven en handzaam uitgegeven
met eenentwintig foto's en een kaartje
door Fanoy Boeken te Middelburg. Wie
meer wil weten over deze materie-en De
Bruin's produktzal zeker leeslustwekkend
zijn - zij verwezen naar de werken van
Wilderom en natuurlijk naar die van de
auteur zelf.
M.C.V.