zeeuwen buiten zeeland: dr. ir. f. p. mesu
174
moeilijke tijd. Hij beschrijft zelf in zijn
weergave toestanden die wij hoogstens
uit enigerlei overlevering of korte verwij
zingen - een enkeling uit studie - zullen
kennen, doch die heden ten dage ons
welhaast ondenkbaar voorkomen.
Zo werden arbeiders met de trein vanuit
Oldebroek aangevoerd. Zij stapten mid
den op de baan tussen de stations De-
demsvaart en Staphorst uit en liepen
vandaar vele kilometers naar hun werk.
Enkele jaren later kwamen Amsterdam
mers die in een kamp bij Rouveen werden
gehuisvest. De kampen moesten gere
geld vanwege het ongedierte uitgezwa-
veld worden en de arbeiders bleven zo
lang met behoud van loon, dat wel, thuis.
Later werden meer kampen gebouwd en
kwamen uit de vier grote steden elk rond
500 man plus enige duizenden Emmer- en
plaatselijke werkelozen.
Na scholing en selektie waren het in het
algemeen goede werkkrachten en in te
genstelling tot wat men zou menen
werkten de grote-stads-werklozen sneller
dan de gewone dorps-werklozen. Doch
wel was één van de voorkomende moei
lijkheden b.v. dat de Arbeidsbureau's
vaak die mensen voor tewerkstelling
aanwezen waarmee zij zelf de meeste
moeilijkheden hadden. Spontane stakin
gen naast goed werken, relletjes, hand
tastelijkheden, klachten over het kamp
eten, (een slechte kok) e.d. begeleidden
de massa's organisatorisch en admini
stratief werk. Den Haag trachtte druk uitte
oefenen op de akkoordionen, wanneer
goede ploegen "teveel" daarboven ver
dienden.
Mesu placht zich hevig te verzetten tegen
wat hij zag als straf voor goed werken.
Anderzijds moesten ook geen gouden
ploegen geformeerd worden, doch in het
belang van de verhoudingen in de or
ganisatie als tussen de eiders onderling
goede mengploegen.
De kantoren werden uitgebreid, as
sistenten (Wageningers) kwamen erbij,
tal van waterstaats- en waterschapswer-
ken kwamen tot stand (overstromingen
waren in die jaren nog een veelvoorko-
De hofstee van de Mesu's te Nieuw- en St. Joosland