woute de smidt 215 zand leerden de leden het notenschrift en onderrichtten hen in de bespeling van een instrument. Want ook in Cadzand was muzikale begaafdheid aanwezig! Ook van de zangvereniging en van al die andere verenigingen ging een overeen komstige invloed uit ter bevordering van de - hierboven door mij geschetste schamele - ontwikkeling. De vraag kan terecht gesteld worden of dit bij de bevolking van Cadzand tot vol doening stemde of niet erg werd gewaar deerd. Het antwoord dient- en ikzeg:he- laas-te luiden: slechts ten dele. Gewaar deerd werden deze activiteiten door hen die er profijt van trokken, minder gewaar deerd en veroordeeld zelfs werden ze door hen, die kerkelijk of onkerkelijk te genstanders waren van de Smidt. Zo werd in 1897 een muziekgezelschap in navolging opgericht, dat ik gemakshalve neutraal zal noemen. Leden daarvan wa ren vertegenwoordigers van de boeren- en burgerlijke families, landarbeiders hadden geen toegang. Alsof er ook onder hen geen muzikale begaafdheid school! Zo had het kleine Cadzand twee fanfare korpsen. Dat van de Smidt bestaat nog altijd en dat kan straks zijn 100-jarig be staan herdenken, omdat niets wijst op opheffing. Het andere - neutrale en op standsverschil betrokkene - ging in de ja ren twintig aan bloedarmoede te gronde. De opgesomde activiteiten nopen mij de Smidt als een zeer verdienstelijk man aan te merken. Een bestrijder van het anal fabetisme van het eerste uur! Een cul tuurhervormer zoals er in dit afgelegen gewest moeilijk een tweede aan te wijzen valt. In een nabeschouwing trek ik een en an der samen. Nabeschouwing en slot Van de hand van de Smidt is helaas niets te lezen. Wel kan men over hem lezen in de geschriften die ik noemde. Zo komt in de twee brieven, die mij ter hand gesteld werden, de zinsnede voor: ondanks vele teleurstellingen. Wat die teleurstellingen geweest zijn wordt niet vermeld. Dat hij teleurstelling en verdriet ondervonden heeft door de van onverdraagzaamheid getuigende houding van een groot deel van zijn dorpsgenoten, moet van deze zachtmoe dige en bewogen man aangenomen wor den. In één van bovenbedoelde brieven wordt vermeld hoe hij op tegenstand stuitte in eigen kring. De Smidt wilde een mu ziekgezelschap oprichten. Maar dat on dervond tegenstand omdat enigen van mening waren dat muziekmaken niet passend was in hun gemeenschap! De Smidt zag het anders. Een muziekge zelschap zou niet weinig kunnen bijdra gen tot hetgeen hij in de samenkomsten met volwassenen en kinderen brengen wilde. Bovendien zou het leren van het muziekschrift en het leren bespelen van een muziekinstrument niet weinig bijdra gen tot de ontwikkeling der leden en de versterking van hun zelfvertrouwen. De Smidt ging tegen de mening van enigen zijner geloofsgenoten in en het gelukte hem door zijn grote overtuigingskracht zijn tegenstanders tot andere gedachten te brengen. En spoedig daarop kon men met zes leden beginnen. De mededeling dat de Smidt reeds spoedig na zijn aankomst in Cadzand be gonnen is met de volksontwikkeling te verbeteren heb ik aanvankelijk onder het grootste voorbehoud opgenomen door de mislukking er bevestiging van te ver krijgen. Na ontvangst van de brieven, mij door ds. Siebert toegezonden, werd dat voorbehoud weggenomen. In hoeverre de Smidt het lezen leren per soonlijk ter hand genomen heeft is niet bekend. De briefschrijfster zegt ervan: „Hoeveel onderwijzend personeel heeft zich beschikbaar gesteld!" Dat kan geen gediplomeerd personeel geweest zijn, dat is voor mij, dat personeel kennende, heel duidelijk. Het waren eigen gemeen teleden die zich beschikbaar stelden. En wel op grond van de invloed die de Smidt op hen had. Want ieder van zijn nog in leven zijnde volgalingen weet dat ieder dietotzijn gemeente toetrad aan het werk gezet werd en wel naar de mate van haar of zijn vermogen. Het sterk organiserend talent dat de Smidt bezat stelde hem in staat een hechter gesloten gemeenschap op te bouwen. Hij benaderde daartoe de mensen op een wijze die hun de overtui ging gaf dat dit of dat zo en zo behoorde gedaan te worden. De samenhang dezer gemeenschap was dan ook spreekwoor delijk. In al dat onderrichtende, leiding gevende en vormende werk waren allen betrokken die daarin hun diensten geven konden. Persoonlijke moeilijkheden Op de vraag of de Smidt ook wellicht per soonlijke moeilijkheden ondervonden heeft met zijn positie als voorganger ener godsdienstige gemeente, als leider en bestuurder, als cultuur- en maatschappij hervormertegenover de burgerlijke en de Ned. Herv. kerkelijke gemeente, wil ik trachten een antwoord te geven. Dat ant woord draagt een speculatief karakter, te eerder omdat de Smidt volgens zijn zoon niet de gewoonte had omstandig over zijn persoonlijke moeilijkheden en zijn ge voelens daaromtrent te spreken. Ik voel mij bij die beantwoording slechts gesteund door de herinneringen van er varingen die ik in mijn jeugd beleefde. Daarbij voeg ik, wat ik zo links en rechts hoorde zeggen. En vervolgens plaats ik daarnaast hoe ik de Smidt reeds als kind leerde kennen en later meer onbewust dan bewust ging beoordelen. Deze herin neringen worden ondersteund door zijn portret. Ik leerde hem gaandeweg kennen als een uiterst vriendelijk en zachtmoedig man die met mij reeds als schoolkind en als buurjongen herhaaldelijk sprak. Zoals de Smidt met mij en mijn familie- als buren - omging, zo was ook de om gang met anderen. De portretten Bekijk ik nu zijn portret dan klopt er iets niet helemaal. Zijn vrouw is er de lieve, zachtaardige verschijning zoals ik die in haar winkel menigmaal ontmoet heb. Met blijmoedigheid en iets van nieuwgierig- heid kijkt ze naar dat vreemde kastje waarachter die man met een zwarte doek op het hoofd zich zo nu en dan verbergt. Hoe zou die daarbinnen en daarachter toch een portret weten te produceren? Haar echtgenoot lijkt mindertevreden; hij is voor mij niet geportretteerd zoals hij was in zijn gewone doen. Iets van: moet dat nou? lees ik ervan af. En die wat wre velige vraag past in dit opzicht bij zijn persoon, wars van ieder uiterlijk vertoon, die er geen prijs opstelde door zijn portret te zeggen: dat ben ik nu, Wouter de Smidt! Maar zijn krachtige onderkaak en zijn ge sloten mond geven weer, dat hij voor geen kleintje op zij gaat, terwijl zijn vriendelijke, maar scherpe ogen bevesti gen dat hij gewoon was te pogen door te dringen in wat hem vreemd en onbegrij pelijk voorkwam. Zijn driftige stap van ieder ogenblik herinner ik mij als die van de rusteloze arbeider op het grote terrein waarop hij werkzaam was. Wouter de Smidt doet mij denken aan een man van het Oude Volk, een profetische

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 11