DE WAARDE VAN WAT AARDE Enkele opmerkingen met betrekking tot en naar aanleiding van het voormalige kerkhof van Schellach (Walcheren) A. P. de Klerk "De adelaar die zijn snavel heeft gewet aan het bazalt - zijn nest blijft onverlet. Zo wees bedacht op het u toevertrouwde en hard uw kracht: geen rover nadert het". uit: Ida Gerhardt, Kwatrijnen in opdracht, Amsterdam 1971 3), p. 26. INLEIDING Onder het motto "Een gebied, dat rijk dommen veronachtzaamt, is onder-ont wikkeld" verscheen in dit tijdschrift in 1968 een hartekreet van de hand van P. J. van der Feen (1). Een hartekreet overi gens die hem niet door iedereen in dank werd afgenomen, getuige bijvoorbeeld het commentaar dat de Provinciale Zeeuwse Courant van 16 mei 1968 in de kantlijn leverde. Nu is het niet onze be doeling deze discussie hier op te halen. Op een enkel aspect slechts willen we in gaan. Wijzend op het verlies of de dreigende devaluatie van enkele Zeeuwse "rijk dommen", riep Van der Feen op tot een krachtig beleid om deze verliezen te voor komen of te compenseren. De in zijn ar tikel genoemde rijkdommen zijn, zo kun nen we gerust stellen, onbetwiste rijk dommen: de thans door Dow gebruikte buitendijkse gebieden aan de Wester- schelde; de Vier Linden bij Voortrappen; het oude Vlissingse stadhuis. Volgens de PZC maakte Van der Feen zich echter aan ontoelaatbare overdrijving schuldig toen hij na deze opsomming voortging: "Het Middelburgse stadhuis wordt misschien binnen afzienbare tijd vervangen door een supermarkt. In de Abdij wordt dan een pretpark ingericht". De geschiedenis van de natuur- en landschapsbe scherming leert naar onze mening echter duidelijk dat overdrijving vaak noodzake lijk is; trouwens, ook de andere partij (sommigen zouden zeggen: de tegen partij) gebruikt deze tactiek keer op keer. En, zo kan men zich afvragen: overdreef Van der Feen werkelijk zo erg? "Zeeland veronachtzaamt thans niet alle rijkdom men", zo besloot de PZC het commentaar in 1968. Daaruit zou men kunnen con cluderen dat in elk geval de onbetwiste rijkdommen veilig zijn. Helaas, en toen èn nu was en is het tegendeel waar. De veiligheid van het oude Vlissingse stadhuis is na meer dan tien jaar nog altijd niet volledig gegarandeerd. Het Middel burgse stadhuis behoefde in dezelfde pe riode niet te wijken voor een supermarkt. Een supermarkt, een tangent, ze deden wel veel andere waarden wijken. Middel burg is niet op alle terreinen voorbeeld stad! De Abdij werd weliswaar geen pret park; zelfs asfaltering van het Abdijplein bleef achterwege. Er was echter wel het serieuze plan het landgoed Ter Hooge in te richten als een groot vermaakcentrum! (2). De toekomst van de Oosterschelde, van de Yersekse Moer, van Walcheren na een tot de mogelijkheden gerekende tweede herverkaveling, ze bergt veel on zekerheid. En toch zijn dit alle voorbeel den van onbetwiste rijkdommen! "Een gebied, dat rijkdommen veronacht zaamt, is onder-ontwikke/d". Elk gebied, zoals eik mens, beleeft zijn rijkdom weer anders; wat voor de één telt als rijkdom heeft voor de ander geen enkele waarde. In het hierna volgende willen wij de aan dacht richten niet op één van Zee/ands onbetwiste rijkdommen, doch op een schijnbaar onbetekenend en weinig op vallend elementje, eigenlijk niet meer dan een hoopje aarde. Het is de hoogste tijd dit soort betrekkelijk eenvoudige land schapselementen meer bekendheid te geven, te inventariseren en te bescher men. Zeeland zal blijken rijker te zijn dan de meesten onzer beseffen! AANLEIDING Halverwege Middelburg en Veere, nog juist binnen de grens van het bestem mingsplan buitengebied van de ge meente Middelburg, ligt het vroegere kerkhof van Schellach. Het hoogste punt van deze verhevenheid ligt meer dan 2 m. boven NAP; daarmee ligt het 1,30 m. ho ger dan de directe omgeving. Genoemd bestemmingsplan erkent het mogelijk ar cheologische belang van het terrein, en Schellach en omgeving, naar de kadastrale kaart gemeente Vrouwenpolder sectie E blad 1 1846 schaal 1 2.500 (RA Middelburg). Tussen de Tintelweg en het hof Klein-Schellach ligt het voormalige kerkhof. (tek. GPi-VU)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 17