de waarde van wat aarde 223 De voormalige hofstede Klein-Schellach, gezien vanuit het zuidoosten; achter de bomen links op de foto het voormalige kerkhof. (Foto uit de verzameling H. van Langevelde) den tijd der Vlamingen en nooit iets bij zonders. Het kerkhof is echter zeker eens een berg geweest; het terrein is nog heuvelachtig en het naburige hofje van Bogaart ligt ook nog op een deel van dien vroegeren berg" (16). Opmerkelijk is dat ook na de verwoesting (in 1572-1574) in de overlopers sprake blijft van een blok, het twaalfde, gelegen "bezuijden Schellachtse kercke" (17). b. de molen De molen van Schellach, ten noorden van de kerk gelegen, werd evenmin als deze na de verwoesting van beide herbouwd (18). Een nadere localisering geven de overlopers door te spreken van "den wa- terganck daar de molen opgestaen heeft" (19). Naar de molen, ook nadat deze was ver woest, heette een blok het Molenblok, ook wel "den Block daar de moolen inge- staen heeft". Binnen dit Molenblok is sprake van een perceel '"t molenwerff" (20). Een dergelijk molenwerf kan een speciaal voor deze functie opgeworpen hoogte zijn geweest, maar het is even zo goed mogelijk dat voor de bouw van de molen een reeds bestaande hoogte met eertijds militaire functie werd benut (21 c. het Huis te Schellach Een element van waarschijnlijk later da tum is hetzogenoemde Huiste Schellach, al moet niet worden uitgesloten dat het in oorsprong teruggaat op een ouder huis. Hoorde hiertoe, mogelijk als am bachtsgevolg, wellicht de "duvenkette", het duvekot, waarvan sprake is in 1455? (22). Smallegange rept in 1696 van een door Hendrik Boudaen Courten gebouw de "ongemeene schoone Zael..., welkers gelijk niet veel gezien word", 42 voet lang en 22 voet breed (23). In 1680 kwam de heerlijkheid Schellach aan deze Boudaen; het huis dateert dus van deze tijd. Een lang bestaan is het niet beschoren geweest. "De Lustplaats die den Heer van Schellach binnen dit Ambacht, en wel ter plaats of omtrent waar voortyds het Dorp was, pleeg te hebben, is zedert weinig Jaaren gesloopt, en niets dan een ge- meene pagt-hoeve van overig gebleven". Aldus Ermerins in 1781 (24). ENKELE GEGEVENS MET BETREKKING TOT DE LIGGING De kern Schellach ligt op een zogenaam de oude kreekrug, in dit geval een zijrug van de bredere rug Serooskerke-Sint Laurens-Middelburg. Vanouds dragen deze ruggen de wegen, de dorpen, de boerderijen en het akkerland. De onmid dellijke omgeving is een goed voorbeeld van een zogenaamd oud poelgebied met alle kenmerken van dien. Het bestaat uit een open en traditioneel schaars be bouwd gebied van laag tot zeer laag gele gen klei op veen met, ten gevolge van moerneringsactiviteiten, een zeer grillig micro-reliëf (de zogenaamde hollebollige ligging). Als gevolg hiervan stond het poelgebied van Schellach in landbouw kundig opzicht zeer slecht bekend (25). Tot voor kort waren deze poelgebieden vrijwel uitsluitend in gebruikals grasland. Na de herverkaveling van Walcheren zijn de genoemde kenmerken minder duide lijk aanwezig, zonder dat de verschillen tussen kreekrug en poel nu geheel zijn vervaagd. Vóór de tweede wereldoorlog werd de topografische situatie ter plaatse van Schellach bepaald door de hier rechte Schellachseweg in het westen, de Tin- telweg in het zuiden, de Middelburg- Veerse watergang in het oosten, en de Kleine Veerse watergang in het noorden. Het is waarschijnlijk laatst genoemde watergang die de overlopers aanduiden met "den waterganck benoorden de kerc ke van Schellacht" (26). De percelering binnen dit aldus omsloten blok is zowel betrekkelijk kleinschalig als regelmatig. Opgaande beplanting, in de vorm van hagen op de perceelsranden, lijkt zich te beperken tot twee percelen in de zuidwest hoek van het blok, afgezien van de weg en erfbeplanting. Bij de herverkaveling is deze situatie, die wat betreft de percelering exact overeen komt met het beeld van de kadastrale kaart van 1846 (27), niet opvallend ingrij pend gewijzigd. Het kerkhofterrein deelde niet in het lot van veel andere land schapselementen; het bleef bij de herver kaveling gespaard. De Kleine Veerse wa tergang werd rechtgetrokken, zodat de uitmonding in de Middelburg-Veerse watergang iets noordelijker kwam te lig gen. De Tintelweg (thans Golsteinseweg) kreeg een rechter beloop. Van de vroeger circa 15 percelen van het blok werden cir ca 3 nieuwe gevormd, waarbij de hoofd structuur min of meer gehandhaafd bleef. Opgaande beplanting beperkt zich thans tot de wegbermen en het enige erf. Het thans meestzuidelijke en hoogst, want op de kreekrug, gelegen perceel, waarin het voormalige kerkhof (vroeger een afzon derlijk perceel) is opgenomen, is in ge bruik als akkerland. Hoewel door egalisa tiewerkzaamheden in het kader van de herverkaveling het onderscheid kreek- rug-poel in het algemeen en ook hier ten dele is vervaagd, bevordert hier het ge handhaafde en voor de kreekrug type rende bodemgebruik mede een zekere herkenbaarheid. Anderzijds moet worden erkend dat het gebruik als akkerland voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 19