de waarde van wat aarde
224
de conservering van het vroegere kerkhof
minder bevorderlijk is.
Een laatste wijziging betreft de enige
boerderij in het blok. Deze hofstede,
Klein-Schellach geheten en na de ge
noemde Bogaart bewoond door achter
eenvolgens de families Van Langevelde,
Volkers en Geerse, is bij de inundatie van
Walcheren in 1944 verdwenen (28). De
boerderij lag ten noorden van het kerkhof
en was via een korte dreef verbonden met
de Tintelweg. Na de oorlog werd een
nieuwe boerderij gebouwd, nu iets wes
telijker en aan de Schellachseweg gele
gen.
SCHELLACH EN DE BEGRENSDE MOGE
LIJKHEDEN
Schellach is een goed voorbeeld van een
zogenaamde gereduceerde nederzetting.
Hiervan is sprake wanneer een neder
zetting (stad, dorp, gehucht) een ontwik
keling vertoont van inkrimping. In een
volgende fase van een dergelijke ontwik
keling kan het stadium worden bereikt
van wat men in de nederzettingsgeogra-
fische literatuur een Wüstung noemt: een
geheel verlaten of opgegeven neder
zetting. Gereduceerde dorpen zoals
Schellach hebben dus metelkaargemeen
dat ze groter zijn geweest (29). Nu is het
een moeilijke, en in elk geval niet hier te
beantwoorden vraag, welke voorstelling
we ons van de vroegere omvang moeten
maken. Een aantal gereduceerde neder
zettingen, en waarschijnlijk behoort ook
Schellach hiertoe, zijn nooit echt om
vangrijke dorpen geweest.
De aanwezigheid van een kerk, een molen
en een school (30) wijst toch op een zeke
re bevolkingsomvang. Na de verwoesting
in 1572-1574 brengt men het evenwel niet
op deze gebouwen te herstellen. Ook de
ontwikkeling van het aantal huizen (in het
gehele ambacht) wijst op weinig veer
kracht: na een zeer geringe groei (of her
stel) vanaf 1580 valt het aantal drie eeu
wen later terug tot dat van de beginsitua
tie.
Dekker, op Zuidbeveland geconfronteerd
met hetzelfde verschijnsel, wijst voor de
verklaring ervan vooral op fysische om
standigheden. Ten gevolge van de
moernering kreeg men in de late middel
eeuwen in de poelgebieden te kampen
met steeds grotere wateroverlast. "De
dorpskernen, gelegen op ruggetjes, ble
ven wel buiten het bereik van dit water,
maar een verdere ontwikkeling en uit
breiding was op den duur onmogelijk.
Sommige nederzettingen zijn in de late
middeleeuwen en de 16e eeuwdan ookin
hun groei blijven steken en geheel of na
genoeg geheel verdwenen" (31). Ook aan
andere voorbeelden is deze ontwikkeling
te illustreren. Voor wat betreft Walcheren
kan men wijzen op Boudewijnskerke, Ma-
riekerke, Krommenhoeke en Hoogelande,
evenmin als Schellach op een brede
kreekrug gelegen.
Naast deze fysische factoren hebben ui
teraard andere omstandigheden een rol
gespeeld; ook Dekker erkent dit. Men kan
zich bijvoorbeeld afvragen in welke mate
de steden bevolking uit deze kernen heb
ben aangetrokken. Het enige getal waar
over wij op dit punt voor Schellach be
schikken geeft evenwel geen overtuigen
de steun aan deze veronderstelling. Op
een aantal van ruim 5000 toegelaten
poorters telt de stad Veere in de periode
1425-1809 12 personen afkomstig uit
Schellach (32).
Hoe dit zij, een belangrijk onderzoekster
rein ligt hier nog braak. In elk geval ver
dienen de nog bestaande overblijfselen
van deze groep van nederzettingen onze
zorg gezien de eraan verbonden herinne
ringen. Daarnaast bezitten sommige van
de gereduceerde nederzettingen nog een
ander kenmerk dat hen als waardevol be
stempelt. Zij vertonen, zij het op heel be
perkte schaal, alle eigenschappen die
kenmerkend zijn voor de vorm van de zo
Het voormalige kerkhof, gezien vanuit het zuidoosten.
genaamde (kerk)ringdorpen die we aan
treffen in de oude kerngebieden van
Zeeland: de ringvormige dorpsstraat,
waarbinnen, soms omgracht, het ver
hoogde kerkhof met de kerk. Het zijn als
het ware ringdorpen in mini-formaat, zij
het dat de bebouwing veelal grotendeels
is verdwenen. Het beste Walcherse voor
beeld is Hoogelande met een, althans
voor de herverkaveling, zeer gave struc
tuur.
DE WAARDERING
Hoewel sinds betrekkelijk recente datum,
wordt thans algemeen erkend dat het bij
de bescherming van natuur en landschap
niet gaat om de veiligstelling van één en
kele waarde die aan natuur en landschap
wordt toegekend, doch dat er sprake is
van verschillende, soms elkaar verster
kende waarden. Zo maakt men algemeen
onderscheid in zogenaamde "na
tuurwaarden, cultuurwaarden en waar
den in de sfeer van de menselijke bele
ving". Als doelstellingen van het natuur-
en landschapsbehoud noemt de gelijk
namige Structuurvisie (33) dan ook:
"1. het bevorderen van de duurzame
veiligstelling, het adequate beheer van
natuurwetenschappelijk, in het bijzonder
in ecologisch opzicht, belangrijke gebie
den of situaties;
2. idem van in cultuur-historisch opzicht
belangwekkende gebieden of situaties;
(Foto: auteur)