Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect-Onderzoek. dialect in goud 12 Genoemde Vereeniging, die in Mei 1928 te Goes werd opgericht en haar vertakkingen reeds heeft, zoowel binnen als buiten de grenzen van onze provincie, acht het wenschelijk en noodzakelijk, meer bekendheid te geven aan het Zeeuwsche Volksleven in het algemeen, aan de TAAL in het bijzonder. De uitdrukking „de taal is gands' het volk", bijna geworden tot een gevleugelde uitdruk king, geldt ook voor Zeeland. Waar ons Zeeuwsche volk de eeuwen door bewezen heeft, de kiemen in zich om te dragen van Vrijheids- en Nationaliteitsgevoelwaar wij bij ondervinding weten, dat Zeeland en Holland, staatkundig en economisch één geheel vormendaar is het dure plicht, die groote verwantschap ook aan te toonen op het gebied van de taal. Onze taal leeftZij kent nóch grenzen, nóch politieke of religieuse groepen. Zij is een gemeenschappelijk volksbezit. Uit de hoeken van gemeentelijke en particuliere archieven, waar de perkamenten onder het stof der eeuwen liggen begraven, komt de vreemde smartende toon der vergeten historie tot ons de klagende streek over de snaren van een oude viool. De Zeeuwsche vereeniging voor Dialect-Onderzoek, meent daarin verandering te kunnen brengen en wel op de volgende manier I. Innig verband te brengen tusschen alle deelen van Zeeland. Onze leus zij: „Wat het water heeft gescheiden, zal de taal bijeenvoegen". Hiervoor kregen wij reeds de volle medewerking van a. Oudheidkundige vereeniging „De Vier Ambachten", Hulst. b. Oudheidkundige Kring „Schouwen", Zierikzee. c. Oudheidkundige Kring „De Bevelanden", Goes. II. Publicatie van de gevonden schatten door het stichten van een eigen wetenschappelijk orgaan, dat leden en donateurs gratis zal uitgereikt worden. III. Het verzamelen van een „Zeeuwsch Woordenboek". IV. Uitgave mogelijk te maken van geschriften, beschrijvende het Zeeuwsche Volksleven van Toen en Nu. Opgemerkt dient te worden, dat onze vereeniging geen vereeniging is voor het maken van reclame voor „Zeeland in den Vreemde", maar gebazeerd is op zuiver wetenschappelijke gronden en zich daarvoor de medewerking heeft verzekerd van taalvorschers als Professor Jac. van Ginneken, Nijmegen. Professor Th. Baader, Nijmegen. Dr. P. Mertens, Utrecht. Weledelen Heer J. Dek, Nijmegen. De Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect-Onderzoek hoopt, dat eens de tijd zal komen, dat de waas over de Zeeuwsche cultuur en taal zal weggenomen zijn. Alaar daarvoor is de medewerking noodig niet van enkele, maar van alle Zeeuwen. Laten wij het devies van ons wapen hooghouden: „LUCTOR ET E M E R G O". Namens het Bestuur der Vereeniging J. P. PAULUSSE, Voorzitter. Goes, Juli 1928. J. WESTER WEEL, Secretaris. Ondergeteekende straat gemeente betuigt hierbij zijn volle sympathie aan het streven der Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect-Onderzoek en wenscht dit streven te steunen met een lidmaatschap van f 1,50 per jaar. donateurschap van f2,50 per jaar. Doorhalen wat niet verlangd wordt. Hoogachtend, Aan het Secretariaat der Zeeuwsche Ver. voor D. O. den Heer Jac. Westerweel te Goes, Wilhelminastraat 40. literatuur vóór 1625. Ik heb nu van mor gen aan Collega de Vooys geschreven, of hij, bedoelden leerling met U in cor respondentie zou willen brengen. Zijn werk ligt meer in 't litteraire; het Uwe meer in 't taalkundige. En daarom kunt U, dunkt me, van elkander profiteeren". Die iemand is drs. P. J. Meertens, wiens dis sertatie in 1943 verschijnt. Dit werk waar op hij cum laude is gepromoveerd, is een bron die zeer veel wordt geraadpleegd. Rika Ghijsen ging steeds meer bezwaren zien in de werkwijze van Van Ginneken. Zij kende, zoals gezegd, op dat moment nog te weinig van het Zeeuwse dialect om het in oudere teksten te ontdekken. ,,lk opperde mijn bezwaren aan Van Ginne ken en tegelijk, merkte ik wel, dat deze door anderen werden gedeeld. De oude prof. Vercouillie, die ik nog al eens sprak, had veel kritiek op het eerste deel van de reeks en raadde mij de uiterste voorzich tigheid, wat ik geheel met hem eens was." De laatste brief van Van Ginneken, die ik kon vinden is van 21 februari 1929, midden in de besprekingen om de Zeeuwse dialectvereniging een goede basis te geven. Hij schrijft daarin. „Wan neer denkt U zoo wat klaartezijn? met een en ander? Dat ik tijdig Wolters waar schuw, om met den druk te beginnen?" Kort noteert Rika Ghijsen: ,,De uitgave is per slot niet doorgegaan". Bewustwording van het Zeeuws besef Het voordeel van het werk aan het plan- Van Ginneken was het ontstaan van een aantal belangrijke relaties die later het Woordenboek der Zeeuwse dialecten van belangrijke materiaal gingen voorzien. Onder hen was D. A. Poldermans, hoofd der school, te 's-Gravenpolder. Pol dermans was bekend geworden als dichter van het Zeeuwse volkslied, op muziek gezet door Jan Morks en uitgege ven in 1919 toen er in Zeeland fel verzet rees tegen de door sommige Belgische kringen beraamde plannen tot annexatie van Zeeuwsch-Vlaanderen. De Kok heeft in het Zeeuws Tijdschrift onder de titel „Geen dierder plek voor ons op aard..." hiervoor een belangrijke beschouwing gewijd. „Zo heeft in bewogen jaren Zee land een lied gekregen, dat wanneer het door Zeeuwen werd en wordt gezongen, heneenbindinggafen geeft met de ande re bewoners uit het Scheldebekken. On getwijfeld heeft deze gewestelijke zang

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 14