dialect in goud 15 zijds van dienst zijn. Door Prof. Blanc- quaert zijn vanwege het Gentsch Phone- tisch Laboratorium reeds betrekkingen met de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek aangeknoopt die naar te verwachten is goede resultaten zullen geven." (ontroerend vond ik de aanteke ning in de marge, dat de lezing tot dan toe 8 minuten in beslag nam). In de jaarvergadering van 29 april 1933 kwam de voorzitter, dr. K. Kooiman, met de mededeling dat over de plannen voor de uitgave van het Zeeuwsch Woorden boek nader overleg gepleegd was met de fa. den Boer te Middelburg. Wegens de onzekerheid der tijden achtte deze firma een uitgave volgens het oorspronkelijke plan nl. met intekenaren en in afleverin gen minder gewenst. De voorkeur ging uit naar een uitgave in delen te beginnen in 1935 met een deel, lopend van A tot en met G. Voor de leden en medewerkers zou de vroeger overeengekomen reductie gelden. Gebrek aan durf had devereniging beslist niet, zeker gezien de staat der financiën. De inkomsten bedroegen iets meer dan 200 gulden en de grote uitgavepost was het drukwerk van de dialectlijsten ge combineerd met het Verenigingsnieuws. Dat men toch zoveel resultaten kon boe ken, kwam eenvoudig door de belangelo ze medewerking van velen. Dit alles zou nog niet verwerkt kunnen worden, wan neer niet de secretaresse al haar tijd en energie aan het contrölewerk besteedde, gesecondeerd door de tweede secreta resse mw. K. J. van de Putte. Financieel onafhankelijk kwam het meermalen voor dat de secretaresse de verzendkosten zelf betaalde om de vereniging uit de moei lijkheden te helpen. Een groepje dialectliefhebbers vergader de om de twee maanden te Middelburg ten huize van voorzitter Kooiman. Bij thee en koekjes werd het ingezonden mate riaal besproken. Het team van deskundi gen, zoals de secretaresse het zelf for muleerde, bestond uit doorgewinterde Zeeuwen: de heren A. Dekker, L. Roelse en mw. K. J. van de Putte voor Walcheren, J. Kreune voor Zuid-Beveland; J. J. Pol dermans voor Schouwen, De Gelleke voor West Zeeuwsch- Vlaanderen, L. J. Bol voor Ooltgensplaat. „Uitgaande van de te controleren woorden en uitdrukkin gen, hun plaatselijke vormen en varian ten gingen de sluizen open voor een overvloed van tekenachtige voorbeelden en sappige Zeeuwse herinneringen uit de jongensjaren van het team, waarvan we allen - en onze voorzitter niet het minst met volle teugen genoten. Als enige niet- Zeeuw van geboorte was het zijn bijzon dere taak de knoop doorte hakken, als de vraag: dialect of Algemeen Nederlands opdook, maar wat hem als philoloog en als man met humor van het begin tot het eind boeide was de levende taal en volks geest, die hem hier uit de eerste hand werd voortgezet". Met andere woorden het leren was spelen en omgekeerd. Belangrijker was misschien nog het werk dat Kooiman op school deed. Hij gaf les in Nederlands op de Middelburgse R.H.B.S. en inspireerde zijn leerlingen, die voor een flink deel van de dorpen kwamen, voor het werk van de inlichtingendienst. Voor de Walcherse inzendingen verzorg de hij van leerlingen en oudere medewer kers de verzamellijsten. Uit de briefwis seling bleek mij verder, dat ook de heer Van Swigchem, leraar Nederlands aan de Christelijke Kweekschool, zorgde voor het verspreiden van de lijsten. Wanneer Rika Ghijsen later in het Woor denboek de medewerkers bedankt, zegt zij: „Een afzonderlijke groep werd ge vormd door leerlingen van het middel baar, voorbereidend hoger onderwijs en de kweekscholen; achter hun namen is dit metsch (scholier) aangegeven. Uiteraard heeft bij het merendeel de medewerking zich beperkt tot de schooljaren, hoewel verscheidenen zich nadien als vast me dewerker hebben aangesloten. Deze be langrijke bijdrage van jonge Zeeuwen waarbij intussen ouders of grootouders dikwijls werden geraadpleegd, zou zon der de bemiddeling van hun leraren niet te organiseren zijn geweest; een woord van hulde voor de volharding waarmee deze zorgden, dat ondanks de steeds wis selende „bezetting", de stroom van in lichtingen niet werd onderbroken". Ook hier wordt weer dank aan Kooiman ge bracht. In het Vereenigingsnieuws van maart 1935 komt onder het hoofd Voorberei ding woordenboek de uitdrukking voor: 't is 'n 'êêlen aanpak, 'n heele onderne ming. De geldmiddelen slonken, pogin gen om portvrijdom te krijgen gelukten niet. Verzoek om subsidie van de kant van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen werd afgewezen omdat zijn re kening met een deficit sloot. Maar men ging verder. Tot een uitgave van het eerste deel kwam het niet. De donkere jaren In 1940 leek het dat er „gêên diek of dam" mevr. L. P. Karelse-Verburg (Kamperland)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 17