impressies van het verzetswerk in zeeland
2
ons land gegroeid was. Het voortdurende
onrecht, de willekeur, de onderdrukking
van elke afwijkende mening, de vervol
ging van bepaalde groepen, met name
van de Joden, bracht steeds meer men
sen ertoe te zoeken naar middelen om
daar iets tegen te doen.
Het verzet was niet een vereniging, waar
van men lid kon worden. Het kwam voort
uit een bepaalde geesteshouding, die op
één of ander moment leidde tot daden,
waarna men vaak niet meerterug kon (of
wilde) en van de ene activiteit tot de ande
re kwam. Velen begonnen met passief
verzet: ze voerden Duitse bevelen slecht
of langzaam uit, werkten tegen, zonder
rechtstreeks te weigeren. Ambtenaren
konden vaak in de uitoefening van hun
functie hun medemensen nuttige dien
sten bewijzen. Leden van het secreta-
riepersoneel gaven persoonsbewijzen uit
op naam van mensen, die overleden wa
ren; distributiefunctionarissen zorgden
dat onderduikers hun bonkaarten kregen;
politiemannen waarschuwden tevoren
dat ze een paar uur later iemand zouden
komen arresteren. Aan de andere kant
moesten zij soms dingen doen, die met
hun geweten in strijd waren; als voor hen
de grens van het acceptabele bereikt was,
gingen ze meestal over naar het actieve
verzet.
Voor velen was de eerste overtreding van
de voorschriften van de overweldigers
het luisteren naar Radio Oranje, de Ne
derlandse uitzendingen van de BBC of de
kwartiertjes van de onvergetelijke Belg
'Jan Moedwil': de hoogleraar Ferdinand
Geersens met zijn stimulerende,
bloemrijke, ja soms barokke woorden
schat. Verzet plegen kon dat nog niet ge
noemd worden, al kon men er lelijke
straffen mee oplopen. Het doorgeven van
radioberichten aan bekenden was al een
stapje verder en de vermenigvuldiging in
de vorm van illegale nieuwsblaadjes was
wel degelijk actief verzet; voor de Duitse
justitie was het vrijwel een halsmisdrijf.
Het daadwerkelijke verzet is vooral in
Zeeuwsch-Vlaanderen vaak begonnen
met het voorthelpen van ontvluchte Fran
se krijgsgevangenen naar hun land in
1940. De daardoor ontstane relaties wer
den in een later stadium gebruikt om vlie
gers en andere voortvluchtigen naar het
zuiden te helpen.
Een andere vroege vorm van verzet was
het verzamelen van inlichtingen omtrent
Duitse versterkingen en troepenon
derdelen. Vooral in de aan de Noordzee
grenzende streken was steeds veel mili
taire activiteit en het benaderen van bat
terijen en bunkers was in de beginjaren
van de bezetting nog niet zo erg moeilijk.
Dit werk kon vrijwel iedereen doen, ver
zekeringsagenten zowel als onderwijzers
met botaniseertrommeltjes en middel
bare scholieren met een scherp oog en
enig tekentalent voor de verwerking van
de waarnemingen.
Om die inlichtingen verder - liefst naar
Engeland! - te krijgen waren echter rela
ties met anderen nodig. De oudste il
legale organisaties waren feitelijk inlich
tingendiensten; helaas zijn hierin door
provocatie en verraad ook in Zeeland een
aantal slachtoffers gevallen.
Een grote uitbreiding van het verzet
kwam tot stand als gevolg van de Duitse
maatregelen van de lente van 1943: de
massale deportatie van jonge mannen
voor arbeid in Duitsland, de oproeping
van het gedemobiliseerde leger voor
krijgsgevangenschap, de vereiste loyali
teitsverklaring van studenten tegenover
de Duitse overheid. Velen kwamen voor
de keus te staan: naar Duitsland of on
derduiken. Van die tijd af nam de zorg
voor onderduikers een groot aandeel in
de illegale activiteiten, weldra provinciaal
en interprovinciaal geregeld door de LO
(Landelijke Organisatie voor de hulp aan
onderduikers). De KP's (Knokploegen),
die hoofdzakelijk in Zeeuwsch-Vlaande
ren opereerden, zorgden door het 'kra
ken' van distributiekantoren en gemeen
tehuizen voor de nodige bonkaarten in
Zeeland en soms ver daarbuiten.
De jonge Zeeuwen, die in 1940 wapens
verzamelden om eenmaal daadwerkelijk
aan de bevrijding van het eigen land deel
te nemen, hadden zich al sinds 1941 ver
zameld in de OD (Ordedienst) en hielden
zich ook met andere verzetswerkzaamhe-
den bezig. Op locaal niveau werkten ver
scheidene illegalen op verschillend ter
rein; ernstige wrijving tussen de organi
saties, die vaak vele leden gemeen had
den, is in Zeeland dan ook vrijwel niet
voorgekomen. De leiding van de OD be
rustte bij ervaren bestuurders, juristen en
technici, vaak met militaire ervaring. Zij
beschikten over de capaciteiten om op
het moment van de bevrijding het be
stuur in de ruimste zin van het woord op
zich te nemen.
De toenmalige verzetsmensen zien nu
nog met enige nostalgie terug op de
saamhorigheid binnen de illegaliteit tus
sen mensen van verschillende godsdien
sten en politieke overtuigingen, van ver
schillende financiële omstandigheden en
levenssfeer. Ze zaten allemaal in hetzelf
de schuitje, ze hadden elkaar nodig en ze
hadden dezelfde vijand - en wat voor
één! Een dergelijke saamhorigheid trof
overigens ook bij calamiteiten als de
bombardementen, beschietingen en in
undaties van 1944.
Achteraf is het verzet soms miskend als
werk van wilde en schietgrage jongelui of
daarentegen met een romantisch waas
van heldenverering omgeven. Beide
voorstellingen zijn onjuist. Natuurlijk
kwamen ze voor, zowel de echte helden
als de knokkers, maar beide waren zeld
zaam en hebben de bevrijding vaak niet
beleefd. Het werk van de KP was het
meest spectaculair, maar dat bestond
hoofdzakelijk uit het kraken van distribu
tiekantoren en gemeentehuizen en vaker
dan een keer of zeven in totaal is dat in
Zeeland niet gebeurd.
Het meeste en geregeld terugkerende
werk van de illegaal was noch spectacu
lair, noch romantisch. De verbindingsof
ficieren van de OD, de koeriers en
koeriersters van de LO en LKP zwierven
op hun fietsen met slechte banden in
weer en wind over grintwegen, hobbelige
klinkers en kasseien van dorp naar dorp,
van boerderij naar boerderij. Steeds op
hun hoede voor vijandelijke militairen en
verraderlijke landwachters; altijd in de
noodzaak om - vaak met gevaarlijke ba
gage - de vaste controles te passeren, bij
de boten, op de dammen, aan de Isabel-
lasluis. De inlichtingenmensen hadden
meestal niet veel bagage, maar ook zij
moesten er op uit, gewoonlijk op verbo
den terrein, alle gegevens in het hoofd
prenten en dan gauw thuis aan het teke
nen en registreren. Het was een hard en
zwaar leven, vooral voor hen die als on
derduikers al hun tijd aan het verzetswerk
konden besteden, dat steeds meer de af
metingen aannam van een 'full time job'.
Eén groot voordeel hadden de Zeeuwen
boven de bewoners van Holland en
Utrecht: er was geen tekort aan voedsel,
zeker niet op de boerderijen. De ervaren
koerier wist, waar de avondpap het best
smaakte en het kermisbed op zolder of in
de schuur het meest comfortabel was.
Maar groot waren de gevaren en de ver
zetsman maakte zich - vooral in het
laatste oorlogsjaar - weinig illusies over
zijn lot als hij gegrepen zou worden. Te
gen de Duitse verhoormethoden waren
slechts zeer weinigen bestand en de kans