vrouwen en meisjes in het verzet in zeeland 5 sten verricht bij het overbrengen van bonkaarten en andere papieren. Elvira Wille uit IJzendijke - alias Peta was de actieve koerierster van de Ge heime Dienst Nederland (GDN), die voor al in Zeeuwsch-Vlaanderen werkte. In die streek is meer door vrouwen gekoerierd dan elders in Zeeland, doordat daar de meeste KP-activiteit is geweest en de ver voersproblemen nog groter waren dan elders. De al eerder genoemde dames Schijve, Bouwense en Scheele hebben zich locaal ook op dit gebied verdienste lijk gemaakt. Bij het kraken van de distri butiekantoren van Kloosterzande en Oostburg in 1944 werden echter duizen den bonkaarten buitgemaakt, waarvan een deel op korte termijn dreigde te ver lopen. Flinke partijen moesten op korte termijn naar Amsterdam of Rotterdam worden gebracht, waar de voedselnood groter was dan in Zeeland. Voor dit en ander werk werden jongere meisjes inge schakeld. De eerste koerierster van de KP-Zeeland was Francien de Zeeuw uit Terneuzen, die trouwens ook bij ander verzetswerk be trokken was. Zij en de oorspronkelijk Groningse Agnes Oosterheert vervoer den wapens en distributiepapieren per trein naar allerlei gebieden buiten Zee land. Francien werd in september 1944 samen met de staf van de OD in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen door Duitse troe pen gevangen genomen en overleefde met de anderen op miraculeuse wijze. Daarna trok ze door de linies naar het be vrijde België en werd de eerste Marva uit het tevoren bezette Nederland. In de eerste acht maanden van 1944 was zij echter nog gebonden door haar beroep van telefoniste en Agnes was meestal op pad met haar verloofde de KP-er Roel Looy, alias Jan Nijsse. Zo was er in West Zeeuwsch-Vlaanderen werk voor een derde koerierster, een zestienjarig HBS- meisje uit Breskens, Hannie de Winde, bijgenaamd Puck. De speciale aandacht, die zij hier zal krij gen, vindt haar oorzaak in het verhaal, dat zij indertijd over één van haar belevenis sen heeft geschreven en dat wij hierna overnemen. Het moet kort nadien zijn ge schreven wij hebben haar dat niet meer kunnen vragen, want zij is helaas een jaar of zeven geleden gestorven, niet als ge volg van de oorlog. Het is na de oorlog ingezonden voor het gedenkboek van de LO/LKP Het Grote Gebod, waarin het echter niet is opgenomen. Irene Doornbos Hannie's verslag trof ons direct als een goedgeschreven, fris en zakelijk relaas. Wat zij deed vond zij heel gewoon; van angst is geen sprake, alleen van enige gêne over haar uiterlijk. Met vertederen de onschuld liep zij levensgevaarlijke risi co's. Maar in haar verhaal herleeft ook de sfeer van een tijd, waarin zestienjarigen van nu zich maar moeilijk zullen kunnen verplaatsen. Feitelijk leefdetoen iedereen in latent gevaar, dat zich op elk ogenblik kon manifesteren in de vorm van zowel Duitse mensenjagers als geallieerd bommen- en granatengeweld - een ge vaar, waarmee men tenslotte leerde le ven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 7