ZEEUWSE GEGEVENS IN HET STATISTISCH ZAKBOEK 1979 Drs. S. P. van der Zee Elk jaar geeft het Centraal Bureau voor de Statistiek het Statistisch Zakboek uit. Het bevat de belangrijkste gegevens over de onderwerpen waar dit bureau zich mee bezig houdt. De editie 1979 (eind 1979 verschenen) telt 358 blz. Op slechts enkele punten zijn de verstrekte gegevens regionaal gespecifi ceerd. Dit is het geval met enkele gege vens over oppervlakte, klimaat en milieu; bevolking; ontwikkeling en ontspanning en verkeer en vervoer. In het onderstaan de worden de cijfers van Zeeland eruit gelicht en zoveel mogelijk vergeleken met de nationale totaalcijfers. Oppervlakte en gebruik van de bodem, 1-1-1976. De totale oppervlakte van Zeeland (274.500 ha) beslaat 7,4% van Nederland. Zeeland is de op vier na kleinste provin cie. De grote oppervlakte "water breder dan 6 meter" geeft een belangrijke verte kening. Wanneer alleen de oppervlakte land in de beschouwing wordt betrokken maaktZee/and 5,3% uit van Nederland en is op Utrecht na de kleinste provincie. Zwaveldioxyde in lucht Het Zeeuwse landoppervlak bestaat uit 87% (74) cultuurgrond, 1 (9) bos, 4%o (5) natuurlijk terrein en 8% (12) overige gronden. Tussen haakjes staan de natio nale percentages. Zeeland heeft dus naar verhouding veel cultuurgrond en weinig bos, natuurlijk terrein en overige gronden (stedelijke bebouwing e.d.). Luchttemperatuur, neerslag en zon neschijn. Van vijf over Nederland verspreide me teorologische waarnemingsstations heeft V/issingen de hoogste gemiddelde temperatuur in januari en met Beek in Limburg de hoogste gemiddelde tem peratuur in juli. Wat de hoeveelheid neerslag betreft, komt alleen Beek gunstiger uit de bus dan Vlissin gen. Vlissin gen heeft het minste aantal dagen met sneeuw en op Den Hel der na de meeste uren zonneschijn. Radioactieve besmetting van opper vlaktewater. De radioactieve besmetting van de Wes terschei de is groter dan van de Rijn en de Maas t.a.v. bêta-restactiviteit, a/pha-to- taal, strontium-90 en radium-226. De Westerschelde scoort wat besmetting met tritium betreft lager dan de Rijn en de Maas. Zwaveldioxyde, stikstofoxyde en ozon in lucht. Zoals uit de bijgevoegde figuur blijkt, worden vooral de zuidoostelijke delen van onze provincie aan naar verhouding hoge concentraties SO 2 blootgesteld. Vergeleken met Delft en V/aardingen is er in V/issingen wat minder verontreiniging met stikstofmonoxyde en stikstofdioxyde (98-percentiel). Sas van Gent en Nieuw Namen komen gunstiger uit de bus dan soortgelijke metingen in het Rijn mondgebied. De situatie t.a.v. het voorkomen van ozon in de lucht is in Vlissingen vergeleken met Delft gunstig. De metingen in Sas van Gent en Nieuw Namen geven o. a afhan kelijk van het beschouwde jaar - uitsla gen te zien die liggen tussen de metingen in het Rijnmondgebied. periode 1 april 1977 - 31 maart 1978 r de Volksgezondheid periode 1 april 1976 - 31 maart 1977 Iso-lijnen 98-percentiel, 24-uurswaarden Grenswaarde 25G jjg/'m3 over één jaar [advies Gezondheidsraad 1971] <50 pg/m3 >50 ug/m3 75 pg/m3 100 pg/m3 125 pg/m3 150 pg/m3 buiten het meetgebied

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 11