mededelingen
58
Het vroegere gebouw van het genootschap in de Wagenaarstraat. In de aanbouw was de bibliotheek onder
gebracht.
„conservator" aangesteld. Deze had tot taak
de onder hem ressorterende verzamelingen
te beheren, voor conservatie en restauratie
zorg te dragen en acquisitie te voeren. Zij
rapporteerden jaarlijks aan de ledenvergade
ring en men kan in de jaarverslagen nog le
zen hoe voortreffelijk dit systeem werkte.
Niettegenstaande de economische malaise
was de periode tot de tweede wereldoorlog
weer een tijd van bloei. Er was een regelmati-
gegroei van de verzamelingen en vele publi
caties zagen het licht niet alleen in het Ar
chief maar ook tal van monografieën.
De laatste wereldoorlog had voor het Ge
nootschap ook ernstige gevolgen. Kostbare
onderdelen van de verzamelingen gingen
verloren, met name die gedeelten die men
uit oogpunt van algemeen belang aan over
heidsinstellingen in bruikleen had gegeven;
vordering van ruimte in het museum bracht
een chaos in de resterende collecties teweeg.
Bij het achterwege blijven van noodzakelij
ke vernieuwingen en een verslechterende fi
nanciële situatie was een nieuwe reorganisa
tie noodzakelijk. Deze kreeg in I960 zijn
beslag. Men stelde zich voor te komen tot
wat men noemde horizontale uitbreiding
van werkzaamheden: het beoefenen van
meer wetenschappen dan alleen de geschie
denis. Verder geografische spreiding van de
werkzaamheden, contacten met andere in
stellingen, uitbreiding van de publicaties.
Om de hiervoor benodigde energie en mid
delen vrij te maken werd het beheer van de
verzamelingen opgedragen aan de Zeeuwse
Museum Stichting waarin naast het Genoot
schap, de Provincie en de Gemeente Mid
delburg participeerden.
Het laatste had indirect tot gevolg dat het
Genootschap zijn vaste behuizing verloor.
De verhuizing van het Zeeuws Museum
naar het Abdijcomplex en het ontbreken
van een nieuwe bestemming vanwege het
Genootschap leidden tot het afstoten van
dit fraaie pand. Evenals het vertrek van het
Genootschap uit het Museum Mediobur-
gense in 1888 de liquidatie van dit gebouw
(en indirect van de fraaie verzameling na
tuurkundige instrumenten van het Natuur
kundig Gezelschap) met zich meebracht, zo
leidde het vertrek van het museum tot het
afstoten van het oude museumgebouw, wat
thans door velen wordt betreurd. De reorga
nisatie heeft niet in alle opzichten aan de ver
wachtingen beantwoord. De horizontale
uitbreiding van werkzaamheden kwam
slechts ten dele van de grond, het kwam niet
tot een geografische spreiding en er was on
voldoende aandacht voor de museale taak.
Wel namen sinds 1970 de publicaties in het
Archief toe.
In de onlangs vastgestelde beleidsnota is de
balans van de laatste decennia opgemaakt.
Daarin is geconstateerd dat in I960 onvol
doende rekening is gehouden met de onder
linge samenhang van de activiteiten. Door
het wegvallen van de wisselwerking tussen
de diverse werkzaamheden ontbraken sti
mulansen die in het verleden tot grote pres
taties leidden. In de beleidsnota is dan ook
als uitgangspunt vastgelegd dat een wissel
werking tussen het educatieve werk, de pu
blicistische activiteit, het wetenschappelijk
onderzoek en de zorg voor de verzamelin
gen, alsmede een in huisvesting en vereni
gingsorganen herkenbaar verenigingsleven
een meer solide basis biedt voor een toe
komstige bloei. Dit principe werkt al door
in een aantal aan de ledenvergaderinggepre-
senteerde beleidsvoornemens en in de acti
viteiten van de Werkgroepen. Daarover in
een aantal volgende afleveringen.