franciscus petrus oudens, een ambitieuze stationschef in arnemuiden 81 Van kiesrechtbeweging tot Volkspartij. Na 1885 had de 'Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht' de strijdmethode van de massale betogingen vaarwel gezegd. In de Bond speelden de Friese en Gro ningse afdelingen de hoofdrol. In beide noordelijke provincies werden in 1887 provinciale 'Comité's voor Algemeen Kiesrecht' gesticht. Flun activiteiten be perkten zich echter niet alleen tot het kiesrecht en steeds meer werd de aan duiding Volkspartij gebruikt voor de bun deling van geestverwanten in het noor den. Zij omvatte feitelijk een 'democrati sche coalitie', waartoe naast socialisten ook op het ANWV georiënteerde kleine burgers en arbeiders behoorden, die in deze periode ook wel als radicalen wer den aangeduid. In september 1890 werd het 'Friesch Comité voor Algemeen Kiesrecht' officieel omgedoopt in 'Friesch Comité van de volkspartij'. 6). Intussen was de belangstelling voor het algemeen kiesrecht bij de SDB vermin derd. Sinds 1885 behoorden de grote ac ties op dit terrein tot het verleden. Het voorlopig kiesreglement van 1887 ont hield de arbeiders opnieuw het kiesrecht en daardoor groeide de latent steeds aanwezige revolutionaire en anti-par lementaire stroming in het socialistische kamp. Op het Bondscongres van 1887 werd besloten, dat de SDB niet onder ei gen naam aan verkiezingen deel zou ne men, maar de leden wel vrij liet dit te doen. De politieke actie werd zodoende over gelaten aan de kiesrechtbond, alias de Volkspartij, waarbinnen socialisten met anderen konden samenwerken. Dit gaf tevens de kans om wat meer stemmen te behalen dan voor puur socialistische candidaten bereikbaar was geweest. Als candidaat van de (Friese) Volkspartij werd Domela Nieuwenhuis in 1888 in het dis trict Schoterland (Fleerenveen en omstre ken) in de Tweede Kamer gekozen.7) Het voornaamste orgaan van de Volks partij was het Groninger Weekblad, dat sinds 1886 verscheen onder redactie van de gemeenteambtenaar Joan Nieuwen huis. In strijd met de naam was het blad niet regionaal bedoeld; hetdroeg dan ook de ondertitel Radicale Courant voor ge heel Nederland. De politieke benaming 'radicaal' is in onze negentiende-eeuwse geschiedenis een moeilijk te omlijnen term. Tot de radica len werden zowel de uiterste lin kervleugel van de liberalen als allerlei aan het socialisme grenzende figuren gere kend. Radicalen waren voor algemeen kiesrecht en onderscheidden zich daar door van de jong-liberalen (maar niet van alle!). Van de socialistische leer verwier pen de radicalen de klassenstrijd en de socialisering van alle productiemiddelen; wel voelden sommige radicalen voor na tionalisatie van de grond. De redacteur van het radicale Groninger Weekblad was een socialist, evenals een deel van de medewerkers; het blad paste goed in de socialistisch-radicale coalitie in het noor den, de Volkspartij. In Amsterdam daar entegen stond de radicale kiesvereniging 'Amsterdam' onder leiding van Mr. M. W. F. Treub vrijwel van de oprichting in 1888 af vijandig tegenover de plaatselijke so cialisten. De 'democratische coalitie' be stond daar dus niet.8) De 'Zeeuwsche Propagandaclub'. In 1885 werd in Middelburg een afdeling opgericht van de 'Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht'; voorzitter was P. A. Janssen, oud-kapitein der infanterie, on eervol (en niet om politieke redenen) ont slagen als directeur van de gevangenis, daarna zakelijk actief in verzekeringen, wijnen en gedistilleerd. Pa Janssen - zoals de Middelburgers hem noemden - lokte door zijn grollen als spreker grote volksmenigten naar de socialistische vergaderingen, zodat hij licht een honora rium kon vragen. Hij schreef echter ook lofdichten op Koning Willem III en Konin gin Emma en beval zich in advertenties in het socialistisch orgaan Recht voor Allen aan voor de leverantie van spiritualiën, hetgeen bij de toentertijd zeer abstinente socialistische beweging verkeerd viel. Na de op hem gerichte critiektrok Pa Janssen in septemer 1887 zijn handen van het so cialisme af en richtte zijn energie op ande re stromingen; daarmee geraakte ook de afdeling Middelburg van de kiesrecht- bond voorlopig in het slop.9) In de lente van dat jaar was echter-waar schijnlijk naar het recente voorbeeld van Friesland en Groningen - de 'Zeeuwsche Propagandaclub voor Algemeen Kies- en Stemrecht' opgericht, met als doeleinden het verwerven van meer bekendheid voor de beginselen van de Volkspartij en het stichten van afdelingen van de kiesrecht- bond. In het Groninger Weekblad verschenen in de zomer enkele oproepen aan de Zeeuwse geestverwanten. Daarin werd de leiding van de Zeeuwse volksbewe ging uitdrukkelijk voor arbeiders gereser veerd: 'De zaak van het volk is niet door heeren op touw gezet en mag ook niet door heeren bestuurd worden'. Van 'menschen uit de bevoorrechte klasse' werd alleen financiële hulp verwacht. In een bijzonder pathetische stijl spoorde 'Een Marezaat' de 'bondsbroeders' aan, moedig voorwaarts te schrijden naar een betere toekomst. De inspiratie uit Fries land en Groningen bleek uit de kreet: 'het oog van onze noordelijke broeders is op U gevestigd'. Bij de verkiezingen van 1888 zou de Volkspartij in Zeeland voorde eerste maal in het strijdperk treden tegen de 'liberale en klerikale volksverdrukkers', die duizenden werklieden en kleine burgers van hun voornaamste recht, het kiesrecht, uitsloten. Toch meende de Propagandaclub, dat er gezien de uitbrei ding van het kiesrecht voor de Volkspartij in Zeeland enige kans van slagen be stond; zij vroeg dan ook geldelijke steun van geestverwanten in den lande.10) Voorzitter van de Zeeuwsche Propagan daclub was L. Mieremet uit Vlissingen. Deze voerde ook de administratie van net door de club uitgegeven blaadje De Volksstem, dat vanaf 1 april 1888 gedu rende een jaar twee maal per maand ver scheen en toen het veld moest ruimen omdat de kosten de baten overtroffen. Tot de redacteuren behoorde Chr. G. Cor- nelissen, toen nog onderwijzer aan de Rijksleerschool te Middelburg, later een internationaal bekend syndicalist. De weinige bewaarde exemplaren van het blaadje geven geen hoge dunk van de kwaliteit, ook als men rekening ermee houdt, dat het voor onontwikkelde men sen bedoeld was.11 Als secretaris-penningmeester van de club fungeerde Franciscus Petrus Oudens, stationschef te Arnemuiden. Hij was geboren te Middelburg op 8 juni 1855 als zoon van de koffiehuishouder Fran ciscus Gerardus Oudens en diens vrouw Hermina van der Boon; gezien de voor namen moet hij wel van katholieke af- komstzijn geweest. Hij was sinds de jaren zeventig in administratieve dienst bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen. Na stationschef te zijn ge weest in Houten (U) bekleedde hij dit ambt sinds 1885 in Arnemuiden. In 1886/7 had hij geprobeerd een strijdbare vakbond voor spoorwegpersoneel te stichten, maar had daarmee nog geen succes gehad. Nu werd hij actief in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 17