franciscus petrus oudens, een ambitieuze stationschef in arnemuiden
84
van de Volkspartij gevormd; de Propa-
gandaclub was blijkbaar al lang ter ziele.
Uiteindelïjk stelde de partij in slechts twee
van de vijf Zeeuwse kiesdistricten eigen
candidaten. In Middelburg werd dit de
Rotterdammer W. P. G. Helsdingen, een
bekend man in de landelijke kiesrecht
beweging; in het district Oostburg viel de
keus op Oudens. Waarschijnlijk is zijn
naam het eerst genoemd in de afdeling
Terneuzen van de Bond voor Algemeen
Kiesrecht.28)
De reëel ingestelde chroniqueur Hage-
veld zag wel in, dat de candidaten van de
Volkspartij in Zeeland geen rol van bete
kenis zouden spelen. In Middelburg ging
het weer tussen Lucasse en Smit, waarbij
de katholieke kiezers - hoe klein ook in
aantal - de doorslag plachten te geven.
Helsdingen sprak op 22 mei in de kleine
zaal van het Schuttershof, maar kreeg die
niet vol. Hij pleitte daar voor algemeen
kiesrecht voor mannen en vrouwen, een
betere belastingregeling en leerplicht; de
termen volkspartij en sociaal-democratie
gebruikte hij geheel willekeurig door el-
kaar.29)
In Oostburg waren de feitelijke kansheb
bers dezelfden als in 1888. Glinderman
had sinds 1888 de Kamerzetel bezet, maar
weinig van zich doen spreken. Hennequin
was een afstammeling van een aristocra
tische familie uit Sluis, gefortuneerd en
weinig vooruitstrevend.30) Hij schijnt de
candidatuur eigenlijk niet gezocht te heb
ben, maar werd gepousseerd door G. A.
Vorsterman van Oyen, hoofdonderwijzer
te Aardenburg, voorzitter van de liberale
kiesvereniging voor het district en re
dacteur van het Weekblad voor
Zeeuwsch Vlaanderens Westelijk
Deel.31)
Deze trok door het district rond en hield
overal toespraken, hetgeen hem wel toe
vertrouwd was. Hennequins optreden
was minder indrukwekkend. Hij sprak
moeilijken vertelde, dat hij alleen ter wille
van de liberale partij de candidatuur, die
hij niet gewild had, geaccepteerd had.
Oudens daagde hem uittot een openbaar
debat, maar Hennequin wees dit af: hij
had geen tijd om zich daarop voor te be
reiden en bovendien vond hij zo'n ge-
dachtenwisseling vlak voor de verkiezin
gen ongewenst, omdat de discussie mis
schien te heftig zou worden!32)
Oudens hield op 3 juni 'volksvoorlezin
gen' te Oostburg en Hoofdplaat, beide
voor een stuk of twintig toehoorders. Hij
las hele stukken uit het Burgerlijk Wet
boek voor aangaande de juridische posi
tie van de vrouw. Hij citeerde ook stukken
uit een brochure van Domela en gaf een
bloemlezing uit zijn eigen artikelen in De
Strijd. In Oostburg waren eraan het einde
van de voordracht maar vijf luisteraars
meer over. De Oostburgse correspondent
van de Middelburgsche Courant ad
viseerde de spreker vriendelijk zijn lezin
gen voortaan door improvisatie of beter
lezen meer genietbaar te maken; 'een
stootende voordracht is alleronaange
naamst'. De Hoofdplaatse correspondent
prees Oudens omdat hij kalm was geble
ven en geen verbittering of heftigheid had
getoond.33)
De uitslagen van 9 juni waren voor de
Volkspartij weinig bevredigend. In Oost
burg werd Hennequin al bij de eerste
stemming gekozen; Oudens kreeg 37
stemmen van de ruim 2700, die waren
uitgebracht. In Middelburg kreeg Hels
dingen 56 stemmen: Lucasse behield
dankzij de steun der katholieken zijn zetel.
In de andere drie districten kwam geen
politieke verandering. Landelijk echter
wonnen de liberalen zo veel zetels, dat zij
de regering konden overnemen.34)
In nabeschouwingen in De Strijd con
stateerde Oudens, dat het stemmental
van de Volkspartij landelijk gezien toch
een belangrijke stijging ten opzichte van
1888 toonde. Hij beschimpte vooral Vor
sterman van Oyen, die volgens hem een
paar jaar tevoren een tegemoetkomende
houding tegenover de Volkspartij had
aangenomen, maar nu als verkiezingsa
gent optrad voor 'Piet van Sluis', de
schatrijke grootgrondbezitter Hennequin,
die zijn pachters slecht behandelde.35)
Blijkbaar was O. te A. een slechte ver
liezer.
Nu de verkiezingen tot het verleden be
hoorden wilde hij de verschijning van zijn
blaadje stopzetten. Er waren genoeg bla
den van zijn richting, al was daar dan
geen Zeeuws blad bij. Wel wilde hij nog
proberen een speciaal blaadje te stichten
om het platteland te bewerken. Daarvoor
wilde hij o.a. de hulp van zijn vriend Do
mela Nieuwenhuis inroepen. Dit leverde
echter geen resultaat op en op 30 juni
verscheen het laatste nummer, waarin
Oudens zich nog eens in de bekende stijl
tot zijn lezers richtte: 'Volk van Neder
land, zult gij nog langer dulden dat par
tygeknoei van de bezitters?... vereenigt u
en ge zult zien tot welke kracht gij geroe
pen zijt, gij die het heele maatschappelij
ke rad kunt doen stilstaan. Wilt dan en gij
zijt onoverwinnelijk. Leve de maat
schappelijke omwenteling.'36)
Oudens en Van der Goes.
Eind juli 1891 richtte Oudens zich tot Van
der Goes, met wie hij gezien de aanhef
'Amice' op vriendschappelijke voet ver
keerde, om deze een serie lezingen in
Zeeland te laten houden, hetgeen in
augustus zou dienen te gebeuren. Blijk
baar was deze daartoe bereid, wantin een
tweede brief werden hem instructies ver
strekt. Deze heeft de aanhef
'W.P.' Waarde Partijgenoot, hetgeen
zal slaan op het feit, dat Van der Goes op
21 juli lid van de afdeling Amsterdam van
de SDB was geworden.37) De conclusie,
dat Oudens ook lid van de SDB was, ligt
dan voor de hand, tenzij Oudens de
schimmige Volkspartij op het oog had.
De instructies maken een nogal autori
taire indruk, gezien het feit, dat de Am
sterdammer maatschappelijk en intel
lectueel moeilijk als een gelijke van
Oudens kon gelden. In Middelburg, Vlis-
singen en Goes zou Van der Goes in het
kader van de SV dienen te spreken over
de toestand van het spoorwegpersoneel;
in Terneuzen, Aardenburg en Oostburg
moest hij zijn eigen brochure Wat de so
cialisten niet willen als onderwerp ne
men. Hij moest Mieremet maar vragen
om een zaal in Vlissingen voor de SV te
bespreken en Hollebrands om de boven
zaal van de Sociëteit op de Markt in Mid
delburg te reserveren (want de grote zaal
van het Schuttershof kostte 25,-en
kwam toch niet vol!). Voor Goes diende
dan een zaal in 'De Prins van Oranje' te
worden gevraagd en voor Zeeuwsch
Vlaanderen werden wat koffiehuizen ge
noemd, die over zalen beschikten.
Oudens zelf zou daar moeilijk een zaal
krijgen, schreef hij, omdat hij er vanwege
zijn verkiezingstournee 'reeds op 't ver
domboekje' stond. Buiten Middelburg en
Vlissingen had de SV geen afdelingen;
Van der Goes moest in de andere plaat
sen dus zelf maar tegelijk de vergadering
leiden en voor de entreegelden zorgen,
die hij na aftrek van zijn kosten aan
Oudens kon opzenden. De voordrachten
moesten wel populair gehouden worden,
want 'mijn medeleden staan voor 9/10
nog op de laagste trap'. Wel wilde
Oudens graag, dat aan het eind van de
lezingen gezegd zou worden, dat de
spoorwegen aan de staat moesten ko
men.38) Of de beraamde lezingen werke
lijk gehouden zijn, is ons niet gebleken; in