zeeuwen buiten zeeland: corrie niggol-boogerd
67
zou hun latere evacuatie-adres worden. In
Deventer op kamers en op school was het
ondanks of mede dankzij de oorlog een
goede tijd. De jaargangen waren niet zo
groot (wellicht 40), men leerde de uit-
eenlopendste dingen van koken en tuin
verzorgen tot les geven. Aan de lessen
van mej. Schieven (de later inspectrice)
had ze veel. Wat ze vooral goed leerde
was hoe met tijd om te gaan, hoe tijd te
organiseren. In 1944 was ze, na examen te
Posterholt (het examen was altijd aan een
andere school) klaar en kon meteen een
baantje aannemen bij de huishoudelijke
voorlichting, standplaats Amersfoort. Er
kwam door de vorderende oorlog niets
van. In het voorjaar van 1944 al was ze
lang thuis geweest vanwege de onder
waterzetting en ontruiming van Schou
wen en had daar geholpen. Vader en zij
met een grote groep mensen uit Noord-
welle, fietsten tenslotte naar Roosendaal.
In het Platte van Schouwen troffen ze een
kar met een dode erop; een man die het
niet meer aankon had zich verdronken.
Op het station moest zij voor wel 20 men
sen het kaartjes nemen verzorgen, er wa
ren mensen bij die nog nooit buiten
Schouwen of met de trein meegeweest
waren. Te voet gingen er twee van hun
wagens met paarden naar Winterswijk.
Er was daar geen echte hongerwinter, ze
leerde er wol spinnen. Ze werden er d oor
de Engelsen bevrijd. Vader en de domi
nee van Eikerzee gingen zo gauw dat mo
gelijk was op de fiets in Schouwen kijken.
Wel lag het huis vrij hoog en was be
woond geweest, maar eerst in augustus
konden ze terug.
Een jonge directrice in Tholen
Corrie zelf ging zo snel mogelijk naar de
Z.L.M. in Goes, omdat ze van de inspec
trice Mej. G. G. Smit gehoord had dat er
plaats was voor haar in Zeeland. Deze in
spectrice, hetgeen de heer Anderson ter
plaatse kon bevestigen, wilde haar graag
naar Tholen hebben als directrice van de
nog kleine landbouwhuishoudschool
daar. Corrie ging op kamers in het stadje.
Ze verdiende aanvankelijk amper genoeg
om de kosten te betalen, later werd dat
snel beter. Twee leraressen en een leraar
van de Mulo, die algemeen vormend on
derwijs kwam geven, daar draaide de
zaak op. Ze stond er kersvers voor de klas
en vond het leuk.
De meisjes waren er tot hun 14e jaar
leerplichtig en deden dan de7een8e klas,
na zes klassen lagere school, op de huis
houdschool.
De ouders vonden hun kinderen eigenlijk
te jong en te velen haalden ze er dood
eenvoudig weer af, als ze 14 werden, dus
zonder diploma. De directrice fietste na
vieren of 's avonds het eiland in om met
de moeders over hun dochters te praten.
Ze noemt twee namen van leuke meisjes
die zij zich uit die periode herinnert en
kijkt vreemd op als ik haar vertel dat de
een nu boerin in Brits Columbia (Canada)
is, de staat ten noorden van de hare gele
gen. Ze had wijze raadgeefsters in een
Commissie van Toezicht onder voorzit
terschap toen nog van iemand die zelf
onderwijservaring had; Mevr. Klompe-de
Lange uit Tholen; verder waren alle dor
pen in die commis sie vertegenwoordigd.
Ze organiseerde een kookcursus voor het
bestuur van de Plattelandsvrouwen; ze
kreeg uitnodigingen om op bezoek te ko
men en een weekend te blijven logeren,
o.a. vaak op de Zandhoeve te Poortvliet,
bij het echtpaar Geuze-Starke (toen voor
zitter van de Z.L.M.), die van haar leeftijd
waren. Om de andere weekfietsteze naar
huis via het veer van Oud-Vossemeer
over Flipland en Zijpe-veer: steeds een
tocht van meerdere uren. Ze bleef in
Tholen van '45-'49 en promoveerde toen
naar Kruiningen, waar in een houten
noodgebouw begonnen werd, nu op ka
mers bij een mevrouw alleen.
Stage in Amerika
Ondertussen was de landbouwhuis-
houdconsulente van de Z.L.M.Mej. G.
Sikkens, een jaar in de Ver. Staten ge
weest. Deze en Corrie's vader, die zijn
jonge jaren over de oceaan niet vergeten
was, maakten haar enthousiast voor het
eveneens aanvragen van een beurs, die in
die tijd in ruime mate beschikbaar bleken
bij het Holland-Amerika-Instituut. Zij
moest verschijnen voor een beoorde
lingscommissie, waarin o.a. weer de In
spectrice Mej. Smit, H. D. Louwes en één
Amerikaanse dame. Ze werd doorge
zaagd en o.a. wilde men weten of ze in
besturen zat. Ze kon daar haar ervaringen
met besturen en commissies tegenover
stellen. Ze kreeg een 'Fullbright Travel
Grant' voor de Oregon State School of
Economics in Corvallis, wat mede inhield
dat boot- en treinreis tot daar betaald
werden.
Wat ging ze daar doen? In haar eigen ver
slag omschrijft ze als doel - het bestude
ren van huishoudwetenschappen in de
V.S.-
I om een algemene achtergrond in huis
houdwetenschappen te krijgen, bene
vens de wijze waarop deze worden on
derwezen op college en high school
II meer in het bijzonder
a) huishouden en speciaal de uitrusting
daarvoor