zeeuwen buiten zeeland: corrie niggol-boogerd 71 Van moederland naar "vaderland" Hoe zal de band met het moederland blij ven verlopen? Er is de correspondentie met haar zuster en toch ook nog wel met oudere familieleden en vriendinnen in Holland. Over een paar jaar, als Karl ge pensioneerd wordt, hoopt het echtpaar een grote reis naar Europa te kunnen ma ken. Voor de kinderen ligt het straks an ders, ook al zijn er het Estische stempel en de bezoeken aan Holland. Het smelten in de smeltkroes werkt door. Het land is jong. Amerika heerst hier slechts sinds de vorige eeuw. De oceaan, waaraan zij woont, is ons langer bekend, maar ook nog slechts 4 1/2 eeuw. De eerst bekende man die die oceaan bereikte was een Hollander, Magelhaes, die haar in 1520 bezeilde in een periode van langdurige kalmte. Daarom werd dit nieuwe onbe kende water in de Spaanse sfeer 'II Pacifi- co' genoemd. Aan de kusten van de Pacific Ocean, tus sen stad en zee, schreef Wilhelm Moberg, woont de mens. Hij leeft er tussen het veranderlijke en het onveranderlijke. Wij verlaten Edmonds en kijken om. Onze blik glijdt over het enorme uitzicht van deze heuvelhelling naar het open en wijde Westen, het uitzicht naar daar waar stad en zee in de kustlijn elkaar treffen, daar waar het 'driftwood' op het strand ligt op gestapeld, naar de blauwe baai met de rondingen en kanten van verspreide eilanden, naar de Mountain Range van het Olympic Schiereiland met zijn sneeuwtoppen die in de verte de einder begrenzen, naar de grote witte veerboot die de Puget Sound - wijder dan Ooster- of Westerschelde oversteekt. De Puget Sound die het vroegere Schouwse meisje dagelijks vanuit de woonruimtes van haar huis beneden voor zich ziet uitgestrekt, waar een zelfde eb en vloed, zij het dan met een wat geringer tijverschil als in Zeeland, maar een zelfde tij, het ritme van het leven weergeeft. Zij is er thuis. Nieuw is dat ze thans les geeft in Nederlands aan een Taleninstituut. A. Viruly ROOMBROODJE NA DE ZONDEVAL. O, roombroodje! O, spijs voor serafijnen! 'k Zag Middelburg met school en al verdwijnen de stoomtram naar ons dorp begon zijn reis, ik beet in U, en proefde't Paradijs. Na 60 jaar ben ik opnieuw getreden in't zelfde winkeltje; als in dat goed verleden heb ik U, voor 3 kwartjes thans! gekocht en bijt, a/s bij de aanvang van mijn tocht. Een 24-voudig watertanden blijkt nog, als toen, onmiddellijk voorhanden, de zeeuwse room nog zuiver en gezond, alleen: ik leef thans met een valse mond. Bijt nog maar, mond. Doch loof de onschuld van't verleden, toen er nog stoomtrams door de Hof van Eden reden. (met hulde aan de firma Le Cointre, roombroodjes bakkend sinds 1913) 1) WESTKAPELLE. Na zestig jaar zit ik weer op de dijk, nu naast een jongen met een schoolcahier. Hij schrijft nog niet. Hij leest nog. Ik kijk mee: "De Nieuwe Gids"! Zo zijn wij, tegelijk, Kloos, ik, die jongen, potlood en een schrift, gevijven voor het laatst op dit bazalt, waardoor ook een drieëenheid samenvalt: lezen en schrijven en een mens op drift. De zee, de zee klotst voort en kent geen tijd. Die jongen zit hier nu al zestig jaar. Wij horen, hij en ik, erg bij elkaar in onze snel voorbije tijdelijkheid. Hij schreef toen, net als Kloos, ook een sonnet. Moet ik nu? 't Lukt mij slecht. Mag ik naar bed 1) Le Cointre zelf is er 1 juni jl. mee gestopt (noot van de redactie).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 7